Pakket | flash.html |
Klasse | public class HTMLLoader |
Overerving | HTMLLoader Sprite DisplayObjectContainer InteractiveObject DisplayObject EventDispatcher Object |
Subklassen | FlexHTMLLoader |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
AIR-profielondersteuning: deze functie wordt ondersteund op alle desktopbesturingssystemen, maar niet op mobiele apparaten en ook niet op AIR for TV-apparaten. Met de eigenschap HTMLLoader.isSupported
kunt u testen op ondersteuning tijdens runtime. Zie AIR-profielondersteuning voor meer informatie over API-ondersteuning voor meerdere profielen.
Op bureaubladcomputers (profielen Desktop en Extended desktop) gebruikt de HTMLLoader-klasse de interne AIR WebKit-engine. De beschikbare functies en rendering zijn dezelfde als die van de StageWebView-klasse, plus de nauwe integratie en script bridging tussen ActionScript en JavaScript. Aangezien de StageWebView-klasse het webbesturingselement van het systeem gebruikt dat is opgegeven door de Flash Player-insteekmodule, wordt het gelijktijdige gebruik van StageWebView en HTMLLoader sterk afgeraden omdat dit een niet-gedefinieerd gedrag vertoont en de toepassing mogelijk beëindigt.
De standaardafmetingen van een HTMLLoader zijn 0 x 0 pixels. Stel de eigenschappen width
en height
in om het HTMLLoader-object zichtbaar te maken.
De maximale grootte van een object HTMLLoader is 4.096 pixels hoog en 4.096 pixels breed. Als u de width
of height
van een object HTMLLoader instelt op een getal dat groter is dan 4.095, genereert het object HTMLLoader een uitzondering ArgumentError. (Opmerking: vóór AIR 2 was de maximumgrootte van een HTMLLoader-object 2.880 pixels.)
Opmerking: als SWF-inhoud die is ingesloten in een HTML-pagina in een transparant venster wordt weergegeven, moet deze worden ingesloten met de wmode transparent
of opaque
. De standaardwaarde voor wmode is window
, dus als u geen waarde opgeeft, wordt SWF-inhoud mogelijk niet weergegeven. In Windows en Linux wordt SWF-inhoud altijd boven andere inhoud weergegeven als wmode
wordt ingesteld op window
of opaque
. PDF-inhoud kan niet in een transparant venster worden weergegeven, ongeacht de gebruiktewmode
-instelling.
Eigenschap | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
accessibilityImplementation : AccessibilityImplementation
De huidige toegankelijkheidsimplementatie (AccessibilityImplementation) voor deze InteractiveObject-instantie. | InteractiveObject | ||
accessibilityProperties : AccessibilityProperties
De huidige toegankelijkheidsopties voor dit weergaveobject. | DisplayObject | ||
alpha : Number
Geeft de alpha-transparantiewaarde van het opgegeven object aan. | DisplayObject | ||
authenticate : Boolean
Geeft aan of verificatieaanvragen moeten worden afgehandeld (true) of niet (false) voor HTTP-aanvragen die door dit object worden gedaan. | HTMLLoader | ||
blendMode : String
Een waarde uit de klasse BlendMode die opgeeft welke overvloeimodus moet worden gebruikt. | DisplayObject | ||
blendShader : Shader [alleen-schrijven]
Stelt de arcering in die moet worden gebruikt om voor- en achtergrond in elkaar te laten overvloeien. | DisplayObject | ||
buttonMode : Boolean
Geeft de knopmodus van deze sprite op. | Sprite | ||
cacheAsBitmap : Boolean
Indien ingesteld op true, plaatsen Flash-runtimes een interne bitmaprepresentatie van het weergaveobject in cache. | DisplayObject | ||
cacheAsBitmapMatrix : Matrix
Als dit Matrix-object niet null is, definieert het hoe een weergaveobject wordt gerenderd als cacheAsBitmap wordt ingesteld op true. | DisplayObject | ||
cacheResponse : Boolean
Bepaalt of geslaagde resultaatgegevens in de cache moeten worden opgeslagen voor HTTP-aanvragen van dit object. | HTMLLoader | ||
constructor : Object
Verwijzing naar het klasseobject of de constructorfunctie van een bepaalde objectinstantie. | Object | ||
contentHeight : Number [alleen-lezen]
De hoogte in pixels van de HTML-inhoud. | HTMLLoader | ||
contentWidth : Number [alleen-lezen]
De breedte in pixels van de HTML-inhoud. | HTMLLoader | ||
contextMenu : NativeMenu
Geeft het contextmenu op dat is gekoppeld aan dit object. | InteractiveObject | ||
doubleClickEnabled : Boolean
Geeft op of dit object gebeurtenissen doubleClick ontvangt. | InteractiveObject | ||
dropTarget : DisplayObject [alleen-lezen]
Geeft het weergaveobject op waarover de sprite wordt gesleept of waarop de sprite is neergezet. | Sprite | ||
filters : Array
Een geïndexeerde array die elk filterobject bevat dat momenteel is gekoppeld aan het weergaveobject. | DisplayObject | ||
focusRect : Object
Geeft op of dit object een focusrechthoek weergeeft. | InteractiveObject | ||
graphics : Graphics [alleen-lezen]
Geeft het object Graphics op dat bij deze sprite hoort, waarbij vectortekenopdrachten kunnen optreden. | Sprite | ||
hasFocusableContent : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of inhoud in het HTMLLoader-object focus kan ontvangen. | HTMLLoader | ||
height : Number [overschrijven]
Bepaalt de hoogte van de rechthoek van het HTML-werkgebied dat wordt weergegeven. | HTMLLoader | ||
historyLength : uint [alleen-lezen]
De totale lengte van de geschiedenislijst, inclusief de vermeldingen vooruit en achteruit. | HTMLLoader | ||
historyPosition : uint
De huidige positie in de geschiedenislijst. | HTMLLoader | ||
hitArea : Sprite
Wijst een andere sprite aan als raakgebied voor een sprite. | Sprite | ||
htmlHost : flash.html:HTMLHost
Het HTMLHost-object dat wordt gebruikt om wijzigingen in bepaalde gebruikersinterface-elementen af te handelen, zoals de eigenschap window.document.title van het HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
idleTimeout : Number
Geeft de time-outwaarde bij inactiviteit aan (in milliseconden) voor HTTP-aanvragen die door dit object zijn uitgegeven. | HTMLLoader | ||
isSupported : Boolean [statisch] [alleen-lezen]
Geeft aan of de klasse HTMLLoader wordt ondersteund op het clientsysteem. | HTMLLoader | ||
loaded : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of de load-gebeurtenis van JavaScript die overeenkomt met de vorige aanroep van de methode load() of loadString() is afgeleverd aan de HTML DOM in het HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
loaderInfo : LoaderInfo [alleen-lezen]
Retourneert een object LoaderInfo dat informatie bevat over het laden van het bestand waartoe dit weergaveobject behoort. | DisplayObject | ||
location : String [alleen-lezen]
De URL voor de inhoud die in het HTMLLoader-object is geladen. | HTMLLoader | ||
manageCookies : Boolean
Bepaalt of de HTTP-protocolstack cookies voor dit object moet beheren. | HTMLLoader | ||
mask : DisplayObject
Het aanroepende weergaveobject wordt gemaskeerd door het opgegeven object mask. | DisplayObject | ||
metaData : Object
Krijgt het metagegevensobject van de DisplayObject-instantie als de metagegevens zijn opgeslagen naast de instantie van dit DisplayObject in het SWF-bestand door een PlaceObject4-markering. | DisplayObject | ||
mouseChildren : Boolean
Bepaalt of de onderliggende elementen van het object door de muis of door een gebruikersinvoerapparaat worden ingeschakeld. | DisplayObjectContainer | ||
mouseEnabled : Boolean
Geeft aan of dit object berichten van de muis of gebruikersinvoer ontvangt. | InteractiveObject | ||
mouseX : Number [alleen-lezen]
Geeft de x-coördinaat van de apparaatpositie van de muis of de gebruikersinvoer aan in pixels. | DisplayObject | ||
mouseY : Number [alleen-lezen]
Geeft de y-coördinaat van de apparaatpositie van de muis of de gebruikersinvoer aan in pixels. | DisplayObject | ||
name : String
Geeft de instantienaam van het DisplayObject aan. | DisplayObject | ||
navigateInSystemBrowser : Boolean
Geeft aan of navigeren in het hoofdframe van de HTML-inhoud (wanneer de gebruiker bijvoorbeeld op een koppeling klikt, wanneer de eigenschap window.location is ingesteld of wanneer window.open() wordt aangeroepen) resulteert in navigeren in het HTMLLoader-object (false) of in de standaardbrowser van het systeem (true). | HTMLLoader | ||
needsSoftKeyboard : Boolean
Geeft aan of een virtueel toetsenbord (een softwaretoetsenbord op het scherm) moet worden weergegeven wanneer deze InteractiveObject-instantie focus krijgt. | InteractiveObject | ||
numChildren : int [alleen-lezen]
Retourneert het aantal onderliggende objecten van dit object. | DisplayObjectContainer | ||
opaqueBackground : Object
Geeft op of het weergaveobject dekkend is met een bepaalde achtergrondkleur. | DisplayObject | ||
paintsDefaultBackground : Boolean
Geeft aan of de achtergrond van het HTMLLoader-document dekkend wit is (true) of niet (false). | HTMLLoader | ||
parent : DisplayObjectContainer [alleen-lezen]
Geeft het object DisplayObjectContainer aan dat dit weergaveobject bevat. | DisplayObject | ||
pdfCapability : int [statisch] [alleen-lezen]
Het type PDF-ondersteuning op het gebruikerssysteem, gedefinieerd als een geheel getal. | HTMLLoader | ||
placeLoadStringContentInApplicationSandbox : Boolean
Hiermee wordt opgegeven of inhoud die via de methode loadString() is geladen, in de toepassingssandbox (true) of in een niet-toepassingssandbox (false) wordt geplaatst. | HTMLLoader | ||
root : DisplayObject [alleen-lezen]
Voor een weergaveobject in een geladen SWF-bestand is de eigenschap root het bovenste weergaveobject in het gedeelte van de boomstructuur van het weergaveoverzicht dat wordt vertegenwoordigd door dat SWF-bestand. | DisplayObject | ||
rotation : Number
Geeft de rotatie van de instantie DisplayObject vanaf de oorspronkelijke oriëntatie (in graden) aan. | DisplayObject | ||
rotationX : Number
Geeft in graden de X-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
rotationY : Number
Geeft in graden de y-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
rotationZ : Number
Geeft in graden de z-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
runtimeApplicationDomain : ApplicationDomain
Het toepassingsdomein dat moet worden gebruikt voor het window.runtime-object in JavaScript op de HTML-pagina. | HTMLLoader | ||
scale9Grid : Rectangle
Het huidige schaalraster dat wordt gebruikt. | DisplayObject | ||
scaleX : Number
Bepaalt de horizontale schaal (percentage) van het object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt. | DisplayObject | ||
scaleY : Number
Bepaalt de verticale schaal (percentage) van een object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt van het object. | DisplayObject | ||
scaleZ : Number
Bepaalt de diepteschaal (percentage) van een object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt van het object. | DisplayObject | ||
scrollH : Number
De horizontale schuifpositie van de HTML-inhoud in het HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
scrollRect : Rectangle
De verschuivende rechthoekgrenzen van het weergaveobject. | DisplayObject | ||
scrollV : Number
De verticale schuifpositie van de HTML-inhoud in het HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
softKeyboard : String
Bepaalt het uiterlijk van het schermtoetsenbord. | InteractiveObject | ||
softKeyboardInputAreaOfInterest : Rectangle
Definieert het gebied dat als scherm moet blijven fungeren wanneer een softwaretoetsenbord wordt weergegeven (niet beschikbaar op iOS). | InteractiveObject | ||
soundTransform : flash.media:SoundTransform
Beheert geluid binnen deze sprite. | Sprite | ||
stage : Stage [alleen-lezen]
Het werkgebied van het weergaveobject. | DisplayObject | ||
swfCapability : int [statisch] [alleen-lezen]
Het type SWF-ondersteuning op het gebruikerssysteem, gedefinieerd als een geheel getal. | HTMLLoader | ||
tabChildren : Boolean
Bepaalt of de onderliggende objecten van het object tabnavigatie hebben. | DisplayObjectContainer | ||
tabEnabled : Boolean
Geeft op of dit object in de tabvolgorde is opgenomen. | InteractiveObject | ||
tabIndex : int
Geeft de tabvolgorde van objecten in een SWF-bestand op. | InteractiveObject | ||
textEncodingFallback : String
De tekencodering die door de HTMLLoader-inhoud wordt gebruikt als een HTML-pagina geen tekencodering opgeeft. | HTMLLoader | ||
textEncodingOverride : String
De tekencodering die door de HTMLLoader-inhoud wordt gebruikt. Deze overschrijft een eventuele andere instelling op de HTML-pagina. | HTMLLoader | ||
textSnapshot : flash.text:TextSnapshot [alleen-lezen]
Retourneert een object TextSnapshot voor deze instantie DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
transform : flash.geom:Transform
Een object met eigenschappen die betrekking hebben op de matrix van een weergaveobject, de kleurtransformatie en de pixelbeperkingen. | DisplayObject | ||
useCache : Boolean
Bepaalt of de lokale cache moet worden geraadpleegd voordat HTTP-aanvragen van dit object gegevens ophalen. | HTMLLoader | ||
useHandCursor : Boolean
Een Booleaanse waarde die aangeeft of het wijzende handje wordt weergegeven wanneer de cursor wordt bewogen over een sprite waarin de eigenschap buttonMode is ingesteld op true. | Sprite | ||
userAgent : String
De userAgent-tekenreeks die moet worden gebruikt in volgende inhoudsaanvragen vanuit dit HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
visible : Boolean
Bepaalt of het weergaveobject zichtbaar is. | DisplayObject | ||
width : Number [overschrijven]
Bepaalt de breedte van de rechthoek van het HTML-werkgebied dat wordt weergegeven. | HTMLLoader | ||
window : Object [alleen-lezen]
Het globale JavaScript-object voor de inhoud die in het HTML-besturingselement is geladen. | HTMLLoader | ||
x : Number
Bepaalt de x-coördinaat van de instantie DisplayObject ten opzichte van de lokale coördinaten van de bovenliggende DisplayObjectContainer. | DisplayObject | ||
y : Number
Bepaalt de y-coördinaat van de instantie DisplayObject ten opzichte van de lokale coördinaten van de bovenliggende DisplayObjectContainer. | DisplayObject | ||
z : Number
Geeft de z-coördinaatpositie langs de z-as van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de bovenliggende 3D-container. | DisplayObject |
Methode | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
Maakt een HTMLLoader-object. | HTMLLoader | ||
Voegt een onderliggende instantie DisplayObject toe aan deze instantie DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
Voegt een onderliggende instantie DisplayObject toe aan deze instantie DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
addEventListener(type:String, listener:Function, useCapture:Boolean = false, priority:int = 0, useWeakReference:Boolean = false):void
Registreert een gebeurtenislistenerobject bij een object EventDispatcher, zodat de listener een melding van een gebeurtenis ontvangt. | EventDispatcher | ||
Geeft aan of vanwege beveiligingsbeperkingen weergaveobjecten worden weggelaten uit de lijst die wordt geretourneerd wanneer de methode DisplayObjectContainer.getObjectsUnderPoint() wordt aangeroepen met het opgegeven punt. | DisplayObjectContainer | ||
Annuleert elke laadbewerking die op dat moment wordt uitgevoerd. | HTMLLoader | ||
Bepaalt of het opgegeven weergaveobject een onderliggend object van de instantie DisplayObjectContainer of de instantie zelf is. | DisplayObjectContainer | ||
createRootWindow(visible:Boolean = true, windowInitOptions:NativeWindowInitOptions = null, scrollBarsVisible:Boolean = true, bounds:Rectangle = null):flash.html:HTMLLoader [statisch]
Maakt een nieuw NativeWindow-object dat een HTMLLoader-object bevat. | HTMLLoader | ||
Verzendt een gebeurtenis naar de gebeurtenisstroom. | EventDispatcher | ||
Retourneert een rechthoek die het gebied van het weergaveobject aangeeft ten opzichte van het coördinatensysteem van het object targetCoordinateSpace. | DisplayObject | ||
Retourneert de onderliggende weergaveobjectinstantie bij de opgegeven index. | DisplayObjectContainer | ||
Retourneert de onderliggende weergaveobjectinstantie met de opgegeven naam. | DisplayObjectContainer | ||
Retourneert de indexpositie van een onderliggende instantie DisplayObject. | DisplayObjectContainer | ||
Retourneert de vermelding in de geschiedenis op de opgegeven positie. | HTMLLoader | ||
Retourneert een array met objecten die zich onder het opgegeven punt bevinden en onderliggende objecten van deze instantie DisplayObjectContainer zijn (of onderliggende objecten van onderliggende objecten van die instantie). | DisplayObjectContainer | ||
Retourneert een rechthoek die de grens van het weergaveobject aangeeft op basis van het coördinatensysteem dat wordt gedefinieerd door de paramater targetCoordinateSpace, minus enige streken op vormen. | DisplayObject | ||
Hiermee worden de (algemene) werkgebiedcoördinaten van het object point omgezet in (lokale) objectcoördinaten. | DisplayObject | ||
Converteert een tweedimensionaal punt van de (algemene) werkruimtecoördinaten naar (lokale) coördinaten van een driedimensionaal weergaveobject. | DisplayObject | ||
Controleert of het object EventDispatcher listeners heeft geregistreerd voor een specifiek type gebeurtenis. | EventDispatcher | ||
Geeft aan of voor een object een opgegeven eigenschap is gedefinieerd. | Object | ||
Navigeert terug in de browsergeschiedenis, voor zover mogelijk. | HTMLLoader | ||
Navigeert vooruit in de browsergeschiedenis, voor zover mogelijk. | HTMLLoader | ||
Gaat het opgegeven aantal stappen door de browsergeschiedenis. | HTMLLoader | ||
Evalueert het selectiekader van het weergaveobject om te zien of dit het selectiekader van het weergaveobject obj overlapt of snijdt. | DisplayObject | ||
Hiermee wordt het weergaveobject geëvalueerd om te zien of deze een punt dat is opgegeven door de parameters x en y, overlapt of doorsnijdt. | DisplayObject | ||
Geeft aan of een instantie van de klasse Object zich in de prototypeketen van het object bevindt dat als parameter is opgegeven. | Object | ||
Laadt het HTMLLoader-object met gegevens van de site die met de parameter urlRequestToLoad is opgegeven. | HTMLLoader | ||
Laadt het HTMLLoader-object met de HTML-inhoud die in de HTML-tekenreeks is opgenomen. | HTMLLoader | ||
Converteert een driedimensionaal punt van de (lokale) coördinaten van het driedimensionale weergaveobject naar een tweedimensionaal punt in de (algemene) werkruimtecoördinaten. | DisplayObject | ||
Hiermee worden de (lokale) weergaveobjectcoördinaten van het object point omgezet in (algemene) werkgebiedcoördinaten. | DisplayObject | ||
Geeft aan of de opgegeven eigenschap bestaat en kan worden opgesomd. | Object | ||
Laadt de pagina opnieuw vanaf de huidige locatie. | HTMLLoader | ||
Verwijdert de opgegeven onderliggende instantie DisplayObject uit de lijst met onderliggende objecten van de instantie DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
Verwijdert een onderliggend DisplayObject uit de opgegeven indexpositie in de lijst met onderliggende objecten van de DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
Verwijdert alle onderliggende DisplayObject-instanties uit de lijst met onderliggende objecten van de instantie DisplayObjectContainer. | DisplayObjectContainer | ||
Verwijdert een listener uit het object EventDispatcher. | EventDispatcher | ||
Geeft een virtueel toetsenbord weer. | InteractiveObject | ||
Wijzigt de positie van een bestaand onderliggend object in de weergaveobjectcontainer. | DisplayObjectContainer | ||
Stelt de beschikbaarheid van een dynamische eigenschap voor lusbewerkingen in. | Object | ||
Hiermee kan de gebruiker de opgegeven sprite slepen. | Sprite | ||
Hiermee kan de gebruiker de opgegeven sprite naar een apparaat met aanraakbediening slepen. | Sprite | ||
Stopt recursief de tijdlijnuitvoering van alle filmclips die beginnen bij dit object. | DisplayObjectContainer | ||
Beëindigt de methode startDrag(). | Sprite | ||
Beëindigt de startTouchDrag()-methode, voor gebruik met apparaten met aanraakbediening. | Sprite | ||
Wisselt de z-volgorde (van voor naar achter) van de twee opgegeven onderliggende objecten om. | DisplayObjectContainer | ||
Wisselt de z-volgorde (van voor naar achter) van de onderliggende objecten op de twee opgegeven indexposities in de lijst met onderliggende objecten om. | DisplayObjectContainer | ||
Geeft de tekenreeksweergave van dit object weer, geformatteerd volgens de locatiespecifieke conventies. | Object | ||
Retourneert een tekenreeksrepresentatie van het opgegeven object. | Object | ||
Retourneert de primitieve waarde van het opgegeven object. | Object | ||
Controleert of een gebeurtenislistener is geregistreerd bij dit object EventDispatcher of een van de voorouders voor het opgegeven type gebeurtenis. | EventDispatcher |
Gebeurtenis | Overzicht | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|---|
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de besturingssysteemfocus krijgt en actief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden wanneer een weergaveobject aan het weergaveoverzicht wordt toegevoegd. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden wanneer een weergaveobject direct of via toevoeging van een subboomstructuur die het weergaveobject bevat, aan het weergaveoverzicht van het werkgebied wordt toegevoegd. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker Wissen of Verwijderen kiest in het snelmenu. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de hoofdknop van het aanwijsapparaat drukt en deze boven hetzelfde InteractiveObject loslaat. | InteractiveObject | |||
Geeft aan dat de laatste laadbewerking aangevraagd door de methode loadString of load is voltooid. | HTMLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer een handeling van de gebruiker het snelmenu opent dat aan dit interactieve object in een AIR-toepassing is gekoppeld. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker de platformspecifieke toetsencombinatie voor een kopieerbewerking gebruikt of Kopiëren kiest in het contextmenu. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker de platformspecifieke toetsencombinatie voor een knipbewerking gebruikt of Knippen kiest in het contextmenu. | InteractiveObject | |||
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de systeemfocus verliest en inactief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker tweemaal snel achtereen op de hoofdknop van een aanwijsapparaat drukt en deze boven hetzelfde InteractiveObject loslaat wanneer de markering doubleClickEnabled van dit object op true is ingesteld. | InteractiveObject | |||
[uitzendgebeurtenis] Wordt verzonden wanneer de afspeelkop een nieuw frame ingaat. | DisplayObject | |||
[uitzendgebeurtenis] Wordt verzonden wanneer de afspeelkop het huidige frame verlaat. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden nadat een weergaveobject focus heeft gekregen. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden nadat een weergaveobject focus heeft verloren. | InteractiveObject | |||
[uitzendgebeurtenis] Wordt verzonden nadat de constructors van frameweergaveobjecten zijn uitgevoerd, maar voordat framescripts zijn uitgevoerd. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanraakpunt langs de rand van het touchoppervlak maakt met een InteractiveObject-instantie (zoals wanneer u langs de rand van het touchoppervlak op Siri Extern voor Apple TV tikt). Sommige apparaten interpreteren dit contact misschien ook als een combinatie van verschillende aanraakgebeurtenissen. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker op twee aanraakpunten drukt op dezelfde InteractiveObject-instantie op een apparaat met aanraakbediening (zoals wanneer de gebruiker met twee vingers op een weergaveobject op een gsm of tablet met aanraakscherm drukt en vervolgens weer loslaat). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanraakpunt over de InteractiveObject-instantie beweegt op een apparaat met aanraakbediening (zoals wanneer de gebruiker een vinger van links naar rechts beweegt over een weergaveobject op een gsm of tablet met aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een zoombeweging maakt op een aanraakpunt met een InteractiveObject-instantie (zoals wanneer de gebruiker een scherm aanraakt met twee vingers en deze vervolgens roteert over een weergaveobject op een gsm of tablet met een aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een veegbeweging maakt op een aanraakpunt met een InteractiveObject-instantie (zoals wanneer de gebruiker een scherm aanraakt met drie vingers en deze vervolgens parallel beweegt over een weergaveobject op een gsm of tablet met een aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanraakpunt maakt met een InteractiveObject-instantie en vervolgens op een apparaat met aanraakbediening drukt (zoals wanneer de gebruiker een paar vingers op een weergaveobject plaatst om een menu te openen en er met een vinger op drukt om een menu-item op een gsm of tablet met een aanraakscherm te selecteren). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een zoombeweging maakt op een aanraakpunt met een InteractiveObject-instantie (zoals wanneer de gebruiker een scherm aanraakt met twee vingers en deze vervolgens snel spreidt over een weergaveobject op een gsm of tablet met een aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Geeft aan dat (een van) de eigenschappen contentWidth en contentHeight van het HTMLLoader-object is of zijn gewijzigd. | HTMLLoader | |||
Geeft aan dat de HTML DOM is gemaakt in reactie op een laadbewerking. | HTMLLoader | |||
Geeft aan dat het renderen van inhoud in het HTMLLoader-object volledig actueel is. | HTMLLoader | |||
Deze gebeurtenis wordt verzonden naar elke clienttoepassing die inline-invoer met een IME ondersteunt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker op een toets drukt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker focus probeert te wijzigen met toetsenbordnavigatie. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een toets loslaat. | InteractiveObject | |||
Signaleert dat de eigenschap location van het HTMLLoader-object is gewijzigd. | HTMLLoader | |||
Signaleert dat de eigenschap location van het HTMLLoader-object is gewijzigd. | HTMLLoader | |||
Signaleert dat de location-eigenschap van het HTMLLoader-object op het punt staat te worden gewijzigd. | HTMLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de middelste knop van het aanwijsapparaat drukt en deze boven hetzelfde InteractiveObject loslaat. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de middelste aanwijsapparaatknop drukt over een instantie InteractiveObject. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker de aanwijsapparaatknop over een instantie InteractiveObject beweegt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de aanwijsapparaatknop drukt over een instantie InteractiveObject. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker focus probeert te wijzigen met een aanwijsapparaat. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het aanwijsapparaat verplaatst terwijl het zich boven een InteractiveObject bevindt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanwijsapparaat van een instantie InteractiveObject af verplaatst. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanwijsapparaat over een instantie InteractiveObject beweegt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker de aanwijsapparaatknop over een instantie InteractiveObject beweegt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een muiswiel over een instantie InteractiveObject wordt gedraaid. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden door de sleepinitiator InteractiveObject wanneer de gebruiker de sleepbeweging onderbreekt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden door het doel InteractiveObject wanneer een gesleept object erop wordt neergezet en het neerzetten is geaccepteerd met een aanroep van DragManager.acceptDragDrop(). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden door een InteractiveObject wanneer een sleepbeweging binnen de grens komt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden door een InteractiveObject wanneer een sleepbeweging buiten de grens komt. | InteractiveObject | |||
Wordt continu verzonden door een InteractiveObject zolang een sleepbeweging binnen de grenzen blijft. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden aan het begin van een sleepbewerking door het InteractiveObject dat in de aanroep DragManager.doDrag() is opgegeven als de sleepinitiator. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden tijdens een sleepbewerking door het InteractiveObject dat in de aanroep DragManager.doDrag() is opgegeven als de sleepinitiator. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker de platformspecifieke toetsencombinatie voor een plakbewerking gebruikt of Plakken kiest in het contextmenu. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus omlaag en binnen de detectiedrempel van het scherm plaatst. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus boven de detectiedrempel van het scherm tilt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus boven het scherm plaatst en binnen de detectiedrempel blijft. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus bij dit InteractiveObject weghaalt, maar wel binnen de detectiedrempel van het scherm blijft. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus recht boven dit InteractiveObject plaatst en binnen de detectiedrempel van het scherm blijft. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus van dit InteractiveObject en eventuele onderliggende elementen weghaalt, maar wel binnen de detectiedrempel van het scherm blijft. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een actieve stylus van buiten de afstammelingenstructuur van het object in de weergavelijst (maar dicht genoeg bij het scherm om binnen de detectiedrempel te blijven) boven dit InteractiveObject plaatst. | InteractiveObject | |||
Verzonden wanneer een gebruiker de knop op het aanwijsapparaat loslaat nadat hij de knop eerst boven een InteractiveObject-instantie heeft ingedrukt en het aanwijsapparaat vervolgens van deze instantie heeft verplaatst. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden vlak voordat een weergaveobject uit het weergaveoverzicht wordt verwijderd. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden vlak voordat een weergaveobject uit het weergaveoverzicht wordt verwijderd. Dit kan rechtstreeks gebeuren of door de subboomstructuur te verwijderen die het weergaveobject bevat. | DisplayObject | |||
[uitzendgebeurtenis] Wordt verzonden wanneer de weergavelijst op het punt staat te worden bijgewerkt en gerenderd. | DisplayObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de rechterknop van het aanwijsapparaat drukt en deze boven hetzelfde InteractiveObject loslaat. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker op de aanwijsapparaatknop drukt over een instantie InteractiveObject. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker de aanwijsapparaatknop over een instantie InteractiveObject beweegt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanwijsapparaat van een instantie InteractiveObject af verplaatst. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker een aanwijsapparaat over een instantie InteractiveObject beweegt. | InteractiveObject | |||
Geeft aan dat de eigenschap scrollH of scrollV is gewijzigd door het HTMLLoader-object. | HTMLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker de platformspecifieke toetsencombinatie gebruikt voor de bewerking Alles selecteren of Alles selecteren kiest in het snelmenu. | InteractiveObject | |||
Wordt meteen verzonden nadat het softwaretoetsenbord wordt weergegeven. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden vlak voordat het softwaretoetsenbord wordt weergegeven. | InteractiveObject | |||
Wordt meteen verzonden nadat het softwaretoetsenbord van het scherm is verdwenen. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de waarde van de markering tabChildren van het object wordt gewijzigd. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de markering tabEnabled van het object wordt gewijzigd. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de waarde van de eigenschap tabIndex van het object wordt gewijzigd. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer een gebruiker een tekst van een of meer tekens invoert. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker voor het eerst een apparaat met aanraakbediening aanraakt (zoals wanneer de gebruiker een gsm of tablet met aanraakscherm met een vinger aanraakt). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het contact met een apparaat met aanraakbediening verwijdert (zoals wanneer de gebruiker een vinger van een gsm of tablet met aanraakscherm tilt). | InteractiveObject | |||
De gebeurtenis wordt continu verzonden, vanaf het moment dat de gebruiker het apparaat aanraakt, tot het moment dat de aanraking ophoudt. | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het contactpunt over een InteractiveObject-instantie op een apparaat met aanraakbediening beweegt (zoals wanneer de gebruiker een vinger van een weergaveobject naar een ander weergaveobject op een gsm of tablet met aanraakscherm sleept). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het contactpunt over een InteractiveObject-instantie op een apparaat met aanraakbediening beweegt (zoals wanneer de gebruiker een vinger van een punt buiten een weergaveobject naar een punt op een weergaveobject op een gsm of tablet met aanraakscherm versleept). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het aanraakpunt bij een InteractiveObject-instantie vandaan verplaatst op een apparaat met aanraakfunctionaliteit (zoals wanneer de gebruiker een vinger van een punt boven het weergaveobject naar een punt buiten het object sleept op een mobiele telefoon of een tablet met een aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het contactpunt over een InteractiveObject-instantie op een apparaat met aanraakbediening beweegt (zoals wanneer de gebruiker een vinger van een punt buiten een weergaveobject naar een punt op een weergaveobject op een gsm of tablet met aanraakscherm versleept). | InteractiveObject | |||
Wordt verzonden wanneer de gebruiker het contactpunt op dezelfde InteractiveObject-instantie tilt waarop het contact op een apparaat met aanraakbediening was geïnitialiseerd (zoals wanneer de gebruiker een vinger op één punt van een weergaveobject drukt en vervolgens loslaat op een gsm of tablet met aanraakscherm). | InteractiveObject | |||
Geeft aan dat er ongemerkt een JavaScript-uitzondering is opgetreden in het HTMLLoader-object. | HTMLLoader |
authenticate | eigenschap |
authenticate:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan of verificatieaanvragen moeten worden afgehandeld (true
) of niet (false
) voor HTTP-aanvragen die door dit object worden gedaan. Als de waarde false
is, wordt een HTTP-fout geretourneerd door een verificatieaanvraag.
De standaardwaarde is initialized from URLRequestDefaults.authenticate.
Implementatie
public function get authenticate():Boolean
public function set authenticate(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
cacheResponse | eigenschap |
cacheResponse:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Bepaalt of geslaagde resultaatgegevens in de cache moeten worden opgeslagen voor HTTP-aanvragen van dit object. Als de waarde true
is, gebruikt het HTMLLoader-object de HTTP-cache van het besturingssysteem.
De standaardwaarde is initialized from URLRequestDefaults.cacheResponse.
Implementatie
public function get cacheResponse():Boolean
public function set cacheResponse(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
contentHeight | eigenschap |
contentHeight:Number
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De hoogte in pixels van de HTML-inhoud. Deze eigenschap kan veranderen als de afmetingen van het HTMLLoader-object veranderen. Een HTML-pagina gebruikt bijvoorbeeld vaak de complete hoogte van het HTMLLoader-object, en de eigenschap contentHeight
kan veranderen als u de hoogte van het HTMLLoader-object wijzigt.
Implementatie
public function get contentHeight():Number
contentWidth | eigenschap |
contentWidth:Number
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De breedte in pixels van de HTML-inhoud. Deze eigenschap kan veranderen als de afmetingen van het HTMLLoader-object veranderen. Een HTML-pagina gebruikt bijvoorbeeld vaak de complete breedte van het HTMLLoader-object, en de eigenschap contentWidth
kan veranderen als u de breedte van het HTMLLoader-object wijzigt.
Implementatie
public function get contentWidth():Number
hasFocusableContent | eigenschap |
height | eigenschap |
height:Number
[overschrijven] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Bepaalt de hoogte van de rechthoek van het HTML-werkgebied dat wordt weergegeven. Deze eigenschapwaarde is de hoogte van het weergaveobject HTMLLoader, in pixels. De maximale waarde voor height
is 4095 pixels. Als u deze eigenschap wijzigt, wordt het HTML-document door het HTMLLoader-object opnieuw weergegeven. Gebeurtenissen htmlBoundsChanged
kunnen worden verzonden als gevolg van het wijzigen van deze eigenschap.
Wanneer u de eigenschap width
of height
van een object HTMLLoader instelt, veranderen de begrenzingen van het object, maar wordt de inhoud niet in verhouding weergegeven (zoals dat met andere typen weergaveobjecten wel gebeurt).
Implementatie
override public function get height():Number
override public function set height(value:Number):void
historyLength | eigenschap |
historyLength:uint
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De totale lengte van de geschiedenislijst, inclusief de vermeldingen vooruit en achteruit. Deze eigenschap heeft dezelfde waarde als de JavaScript-eigenschap window.history.length
op de HTML-pagina.
Implementatie
public function get historyLength():uint
Verwante API-elementen
historyPosition | eigenschap |
historyPosition:uint
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De huidige positie in de geschiedenislijst. De geschiedenislijst komt overeen met het window.history
-object van de HTML-pagina. Vermeldingen die kleiner zijn dan de huidige positie vormen de lijst 'achteruit', en de grotere vermeldingen vormen de lijst 'vooruit'. Als u probeert dit voorbij het einde te plaatsen, wordt het aan het einde geplaatst.
Implementatie
public function get historyPosition():uint
public function set historyPosition(value:uint):void
Verwante API-elementen
htmlHost | eigenschap |
htmlHost:flash.html:HTMLHost
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Het HTMLHost-object dat wordt gebruikt om wijzigingen in bepaalde gebruikersinterface-elementen af te handelen, zoals de eigenschap window.document.title
van het HTMLLoader-object. Als u de standaardgedragingen voor het HTMLLoader-object wilt overschrijven, maakt u een subklasse van de klasse HTMLHost, en overschrijft u de lidfuncties ervan zodat ze diverse gebruikersinterfacewijzigingen in de HTML-inhoud afhandelen.
Implementatie
public function get htmlHost():flash.html:HTMLHost
public function set htmlHost(value:flash.html:HTMLHost):void
Verwante API-elementen
idleTimeout | eigenschap |
idleTimeout:Number
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 2 |
Geeft de time-outwaarde bij inactiviteit aan (in milliseconden) voor HTTP-aanvragen die door dit object zijn uitgegeven.
De niet-actieve time-out is de tijdsduur dat de client wacht op een antwoord van de server, nadat er verbinding is gemaakt, voordat de aanvraag wordt afgebroken.
De standaardwaarde is initialized from URLRequestDefaults.idleTimeout.
Implementatie
public function get idleTimeout():Number
public function set idleTimeout(value:Number):void
Verwante API-elementen
isSupported | eigenschap |
loaded | eigenschap |
loaded:Boolean
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan of de load-gebeurtenis van JavaScript die overeenkomt met de vorige aanroep van de methode load()
of loadString()
is afgeleverd aan de HTML DOM in het HTMLLoader-object. Deze eigenschap is true
voordat de complete
-gebeurtenis wordt verzonden. Het is mogelijk dat deze eigenschap nooit true
wordt. Dit gebeurt in dezelfde gevallen als wanneer de complete
-gebeurtenis niet wordt verzonden.
Implementatie
public function get loaded():Boolean
location | eigenschap |
manageCookies | eigenschap |
manageCookies:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Bepaalt of de HTTP-protocolstack cookies voor dit object moet beheren. Indien true
, worden cookies aan de aanvraag toegevoegd en worden de responscookies onthouden. Als de waarde false
is, worden cookies niet aan de aanvraag toegevoegd, en worden cookies in het antwoord niet onthouden.
De standaardwaarde is initialized from URLRequestDefaults.manageCookies.
Implementatie
public function get manageCookies():Boolean
public function set manageCookies(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
navigateInSystemBrowser | eigenschap |
navigateInSystemBrowser:Boolean
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan of navigeren in het hoofdframe van de HTML-inhoud (wanneer de gebruiker bijvoorbeeld op een koppeling klikt, wanneer de eigenschap window.location
is ingesteld of wanneer window.open()
wordt aangeroepen) resulteert in navigeren in het HTMLLoader-object (false
) of in de standaardbrowser van het systeem (true
). Stel deze eigenschap in op true
als u wilt dat alleen kan worden genavigeerd in de standaardbrowser van het systeem (en niet in het HTMLLoader-object).
De standaardwaarde is false.
Implementatie
public function get navigateInSystemBrowser():Boolean
public function set navigateInSystemBrowser(value:Boolean):void
paintsDefaultBackground | eigenschap |
paintsDefaultBackground:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan of de achtergrond van het HTMLLoader-document dekkend wit is (true
) of niet (false
). Als deze eigenschap is ingesteld op false
, gebruikt het HTMLLoader-object de weergaveobjectcontainer als achtergrond voor de HTML en de dekking (alpha
-waarde) van de weergaveobjectcontainer als achtergrond voor de HTML. Als het element body
of een ander element van het HTML-document echter een dekkende achtergrondkleur heeft (opgegeven door style="background-color:gray"
bijvoorbeeld), gebruikt dat deel van de weergegeven HTML de opgegeven dekkende achtergrondkleur.
Implementatie
public function get paintsDefaultBackground():Boolean
public function set paintsDefaultBackground(value:Boolean):void
pdfCapability | eigenschap |
pdfCapability:int
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Het type PDF-ondersteuning op het gebruikerssysteem, gedefinieerd als een geheel getal. Een HTMLLoader-object kan alleen PDF-inhoud weergeven als deze eigenschap PDFCapability.STATUS_OK
oplevert. De klasse PDFCapability definieert als volgt constanten voor mogelijke waarden van de eigenschap pdfCapability
:
PDFCapability constant | Betekenis |
---|---|
STATUS_OK | Er is een bruikbare versie (8.1 of hoger) van Acrobat of Adobe Reader gevonden en PDF-inhoud kan in een HTMLLoader-object worden geladen.
Opmerking: Onder Windows geldt dat als Acrobat of Adobe Reader versie 7.x of hoger wordt uitgevoerd op het systeem van de gebruiker, die versie wordt gebruikt, ook als er een latere versie is geïnstalleerd die het laden van PDF-inhoud in en HTMLLoader-object ondersteunt. In dit geval geldt dat als de waarde van de eigenschap |
ERROR_INSTALLED_READER_NOT_FOUND | Er is geen enkele versie van Acrobat of Adobe Reader gevonden. Een HTMLLoader-object kan geen PDF-inhoud weergeven. |
ERROR_INSTALLED_READER_TOO_OLD | Acrobat of Adobe Reader is gevonden, maar de versie is te oud. Een HTMLLoader-object kan geen PDF-inhoud weergeven. |
ERROR_PREFERED_READER_TOO_OLD | Een versie van Adobe Reader of Acrobat die voldoet (8.1 of hoger) is gevonden, maar de versie die is ingesteld op het afhandelen van PDF-inhoud is ouder dan 8.1. Een HTMLLoader-object kan geen PDF-inhoud weergeven. |
Implementatie
public static function get pdfCapability():int
Verwante API-elementen
placeLoadStringContentInApplicationSandbox | eigenschap |
placeLoadStringContentInApplicationSandbox:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Hiermee wordt opgegeven of inhoud die via de methode loadString()
is geladen, in de toepassingssandbox (true
) of in een niet-toepassingssandbox (false
) wordt geplaatst.
Wanneer deze eigenschap op false
is ingesteld, wordt inhoud die via de methode loadString()
is geladen, in een niet-toepassingssandbox met de volgende kenmerken geplaatst:
- Er kan inhoud worden geladen uit het netwerk (maar niet uit het bestandssysteem).
- Er kunnen geen gegevens worden geladen met behulp van XMLHttpRequest.
- De eigenschap
window.location
wordt ingesteld op"about:blank"
. - De inhoud heeft geen toegang tot de eigenschap
window.runtime
(zoals inhoud in elke niet-toepassingssandbox).
Wanneer deze eigenschap op true
is ingesteld, wordt inhoud die via de methode loadString()
is geladen, in de toepassingssandbox geplaatst en heeft deze toegang tot de eigenschap window.runtime
en alle API´s van AIR. U moet zorgen dat de gegevensbron voor een tekenreeks die in een aanroep van de methode loadString()
wordt gebruikt, wordt vertrouwd. Code-instructies in de HTML-tekenreeks worden met volledige toepassingsrechten uitgevoerd als deze eigenschap op true
is ingesteld. U moet deze eigenschap alleen op true
instellen als u er zeker van bent dat de tekenreeks geen schadelijke code kan bevatten.
In toepassingen die zijn gecompileerd met de SDK van AIR 1.0 of AIR 1.1, wordt inhoud die via de methode loadString()
is geladen, in de toepassingssandbox geplaatst.
De standaardwaarde is false.
Implementatie
public function get placeLoadStringContentInApplicationSandbox():Boolean
public function set placeLoadStringContentInApplicationSandbox(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
runtimeApplicationDomain | eigenschap |
runtimeApplicationDomain:ApplicationDomain
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Het toepassingsdomein dat moet worden gebruikt voor het window.runtime
-object in JavaScript op de HTML-pagina.
Als deze null
is of als de HTML-inhoud afkomstig is uit een ander beveiligingsdomein dan de SWF-inhoud die het HTMLLoader-object bevat, gebruikt de pagina een standaardtoepassingsdomein voor het domein van de pagina.
Implementatie
public function get runtimeApplicationDomain():ApplicationDomain
public function set runtimeApplicationDomain(value:ApplicationDomain):void
Gegenereerde uitzondering
SecurityError — Als het ApplicationDomain-object niet afkomstig is uit het beveiligingsdomein van de aanroeper.
|
Verwante API-elementen
scrollH | eigenschap |
scrollV | eigenschap |
swfCapability | eigenschap |
swfCapability:int
[alleen-lezen] Runtimeversies: | AIR 2 |
Het type SWF-ondersteuning op het gebruikerssysteem, gedefinieerd als een geheel getal. Een HTMLLoader-object kan alleen SWF-content weergeven als deze eigenschap HTMLSWFCapability.STATUS_OK
oplevert. De klasse HTMLSWFCapability definieert als volgt constanten voor mogelijke waarden van de eigenschap swfCapability
:
HTMLSWFCapability-constante | Betekenis |
---|---|
STATUS_OK | Er is een voldoende versie van Adobe Flash Player gedetecteerd en SWF-content kan in een HTMLLoader-object worden geladen. |
ERROR_INSTALLED_PLAYER_NOT_FOUND | Er is geen versie van Adobe Flash Player gedetecteerd. Een HTMLLoader-object kan geen SWF-content weergeven. |
ERROR_INSTALLED_PLAYER_TOO_OLD | Adobe Flash Player is gevonden, maar de versie is te oud. Een HTMLLoader-object kan geen SWF-content weergeven. |
Implementatie
public static function get swfCapability():int
Verwante API-elementen
textEncodingFallback | eigenschap |
textEncodingFallback:String
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De tekencodering die door de HTMLLoader-inhoud wordt gebruikt als een HTML-pagina geen tekencodering opgeeft. Een HTML-pagina geeft een tekencodering op in een meta
-label, zoals in het volgende voorbeeld:
<meta http-equiv="content-type" content="text/html" charset="ISO-8859-1">
Waarden worden vastgelegd in de IANA-lijst van geldige tekensets.
Als geen codering op de HTML-pagina is opgegeven - niet met de eigenschap textEncodingFallback
en evenmin met de eigenschap textEncodingOverride
- gebruikt de HTML-inhoud de ISO-8859-1-codering.
Implementatie
public function get textEncodingFallback():String
public function set textEncodingFallback(value:String):void
Verwante API-elementen
textEncodingOverride | eigenschap |
textEncodingOverride:String
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De tekencodering die door de HTMLLoader-inhoud wordt gebruikt. Deze overschrijft een eventuele andere instelling op de HTML-pagina. Een HTML-pagina geeft een tekencodering op in een meta
-label, zoals in het volgende voorbeeld:
<meta http-equiv="content-type" content="text/html" charset="ISO-8859-1">
Deze instelling overschrijft bovendien een eventuele instelling in de eigenschap textEncodingFallback
.
Waarden worden vastgelegd in de IANA-lijst van geldige tekensets.
Stel de eigenschap textEncodingOverride
in nadat de HTML-inhoud is geladen. Dan vernieuwt AIR de HTML-inhoud met de opgegeven codering. Nadat de HTMLLoader naar een nieuwe pagina is gegaan, moet u de eigenschap opnieuw instellen als u wilt dat de nieuwe pagina een specifieke codering gebruikt.
Als geen codering op de HTML-pagina is opgegeven - niet met de eigenschap textEncodingFallback
en evenmin met de eigenschap textEncodingOverride
- gebruikt de HTML-inhoud de ISO-8859-1-codering.
Als u de eigenschap textEncodingOverride
instelt op null
wordt het standaardgedrag hersteld.
Implementatie
public function get textEncodingOverride():String
public function set textEncodingOverride(value:String):void
Verwante API-elementen
useCache | eigenschap |
useCache:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Bepaalt of de lokale cache moet worden geraadpleegd voordat HTTP-aanvragen van dit object gegevens ophalen.
De standaardwaarde is initialized from URLRequestDefaults.useCache.
Implementatie
public function get useCache():Boolean
public function set useCache(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
userAgent | eigenschap |
userAgent:String
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
De userAgent-tekenreeks die moet worden gebruikt in volgende inhoudsaanvragen vanuit dit HTMLLoader-object.
Stel de eigenschap userAgent
van het HTMLLoader-object in voordat u de methode load()
aanroept als u de userAgent-tekenreeks wilt instellen. De eigenschap userAgent
van het URLRequest-object dat is doorgegeven aan de methode load()
wordt niet gebruikt.
U kunt de standaard userAgent-tekenreeks, die wordt gebruikt door alle HTMLLoader-objecten in een toepassingsdomein, instellen door de eigenschap URLRequestDefaults.userAgent
in te stellen. Als geen waarde is ingesteld voor de eigenschap userAgent
van het HTMLLoader-object (of als de waarde is ingesteld op null
), wordt de userAgent-reeks ingesteld op de waarde van de statische eigenschap URLRequestDefaults.userAgent
.
Als noch voor de eigenschap userAgent
van de HTMLLoader, noch voor URLRequestDefaults.userAgent
een waarde is ingesteld, wordt een standaardwaarde als userAgent-tekenreeks gebruikt. Deze standaardwaarde verschilt per runtime besturingssysteem (zoals Mac OS, Linux of Windows), de runtime taal, en de runtime versie, zoals u in de volgende voorbeelden kunt zien:
"Mozilla/5.0 (Macintosh; U; PPC Mac OS X; en) AppleWebKit/526.9+ (KHTML, zoals Gecko) AdobeAIR/1.5"
"Mozilla/5.0 (Windows; U; en) AppleWebKit/526.9+ (KHTML, zoals Gecko) AdobeAIR/1.5"
"Mozilla/5.0 (X11; U; Linux i686; en-US) AppleWebKit/526.9+ (KHTML, zoals Gecko) AdobeAIR/1.5"
Implementatie
public function get userAgent():String
public function set userAgent(value:String):void
Verwante API-elementen
width | eigenschap |
width:Number
[overschrijven] Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Bepaalt de breedte van de rechthoek van het HTML-werkgebied dat wordt weergegeven. Dit is de breedte van het weergaveobject HTMLLoader, in pixels. De maximale waarde voor width
is 4095 pixels. Als u deze eigenschap wijzigt, wordt het HTML-document door het HTMLLoader-object opnieuw weergegeven. htmlBoundsChange
-gebeurtenissen kunnen worden verzonden als gevolg van het wijzigen van deze eigenschap. Wanneer u de eigenschappen width
en height
van een HTMLLoader-object instelt, veranderen de begrenzingen van het object, maar wordt de inhoud niet in verhouding weergegeven (zoals dat met andere typen weergaveobjecten wel gebeurt).
Implementatie
override public function get width():Number
override public function set width(value:Number):void
window | eigenschap |
HTMLLoader | () | Constructor |
public function HTMLLoader()
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Maakt een HTMLLoader-object.
cancelLoad | () | methode |
public function cancelLoad():void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Annuleert elke laadbewerking die op dat moment wordt uitgevoerd.
createRootWindow | () | methode |
public static function createRootWindow(visible:Boolean = true, windowInitOptions:NativeWindowInitOptions = null, scrollBarsVisible:Boolean = true, bounds:Rectangle = null):flash.html:HTMLLoader
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Maakt een nieuw NativeWindow-object dat een HTMLLoader-object bevat. Gebruik het HTMLLoader-object dat door deze methode wordt geretourneerd om HTML-inhoud te laden.
Standaard (wanneer u geen parameters opgeeft bij het aanroepen van deze methode), gebruikt het nieuwe scherm standaardsysteemchroom en bevat het schuifbalkbesturingen voor de inhoud. U kunt parameters instellen om de eigenschappen van het nieuwe venster in te stellen.
Als in het venster inhoud wordt geladen en stijlpagina's worden toegepast, kunnen kleine grafische storingen optreden. Als u niet wilt dat deze onderbrekingen zichtbaar zijn, stelt u de parameter visible
in op false
. Als het venster is geladen en de inhoud is ingedeeld, kunt u het zichtbaar maken door de eigenschap window.nativeWindow.visible
op true
in te stellen of de methode window.nativeWindow.activate()
aan te roepen.
Parameters
visible:Boolean (default = true ) — Geeft aan of het venster zichtbaar is.
| |
windowInitOptions:NativeWindowInitOptions (default = null ) — Geeft opties voor vensterinitialisatie aan: indien null , worden standaardwaarden voor NativeWindowInitOptions gebruikt.
| |
scrollBarsVisible:Boolean (default = true ) — Geeft aan of het venster schuifbalken bevat.
| |
bounds:Rectangle (default = null ) — Indien niet null , worden hiermee de vensterbegrenzingen aangegeven. Als een van de waarden voor x , y , width of height NaN is, wordt de standaardwaarde voor de overeenkomstige afmeting voor het venster gebruikt.
|
flash.html:HTMLLoader — Een nieuw HTMLLoader-object dat zich op het werkgebied van het nieuwe NativeWindow-object bevindt.
|
getHistoryAt | () | methode |
public function getHistoryAt(position:uint):flash.html:HTMLHistoryItem
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Retourneert de vermelding in de geschiedenis op de opgegeven positie.
Parameters
position:uint — De positie in de geschiedenislijst.
|
flash.html:HTMLHistoryItem — Een URLRequest-object voor de vermelding in de geschiedenis op de opgegeven positie.
|
Verwante API-elementen
historyBack | () | methode |
public function historyBack():void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Navigeert terug in de browsergeschiedenis, voor zover mogelijk.
Het aanroepen van deze methode van het HTMLLoader-object heeft hetzelfde effect als het aanroepen van de methode back()
van de eigenschap window.history
in JavaScript op de HTML-pagina.
Deze functie genereert geen fouten.
Verwante API-elementen
historyForward | () | methode |
public function historyForward():void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Navigeert vooruit in de browsergeschiedenis, voor zover mogelijk.
Het aanroepen van deze methode van het HTMLLoader-object heeft hetzelfde effect als het aanroepen van de methode forward()
van de eigenschap window.history
in JavaScript op de HTML-pagina.
Deze functie genereert geen fouten.
Verwante API-elementen
historyGo | () | methode |
public function historyGo(steps:int):void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Gaat het opgegeven aantal stappen door de browsergeschiedenis. Navigeert vooruit indien positief, of achteruit indien negatief. Bij een navigatie van nul stappen, wordt de inhoud opnieuw geladen.
Deze methode is gelijk aan het aanroepen van de methode go()
van de eigenschap window.history
in JavaScript op de HTML-pagina.
Deze functie genereert geen fouten.
Parameters
steps:int — Het aantal stappen dat u vooruit (positief) of achteruit (negatief) in de geschiedenislijst moet gaan.
|
Verwante API-elementen
load | () | methode |
public function load(urlRequestToLoad:URLRequest):void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Laadt het HTMLLoader-object met gegevens van de site die met de parameter urlRequestToLoad
is opgegeven. Door deze methode eerst aan te roepen, stelt u de eigenschap loaded
in op false
. Deze methode start een bewerking die altijd asynchroon wordt voltooid.
Als deze methode wordt aangeroepen, worden daarmee impliciet eventuele eerdere laadbewerkingen geannuleerd die met deze methode of met de methode loadString()
zijn gestart. De complete
-gebeurtenis voor de vorige laadbewerking wordt nooit verzonden.
Het is mogelijk dat de complete
-gebeurtenis nooit wordt afgeleverd. Dit gebeurt als de HTML-inhoud die in het HTMLLoader-object is geladen, nooit volledig wordt gedownload. Dit kan gebeuren als de HTML-inhoud verwijst naar een URL van een CGI-script dat inhoud telkens tot in het oneindige blijft genereren.
Parameters
urlRequestToLoad:URLRequest — Het URLRequest-object dat informatie bevat over de te laden URL. Naast de te laden URL, bevat een URLRequest-object eigenschappen die de submissiemethode (GET of POST) van het HTTP-formulier bevat, evenals de gegevens die samen met de aanvraag moeten worden verzonden, en de headers van de aanvraag.
|
Verwante API-elementen
loadString | () | methode |
public function loadString(htmlContent:String):void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Laadt het HTMLLoader-object met de HTML-inhoud die in de HTML-tekenreeks is opgenomen. Wanneer de weergave van de HTML in de tekenreeks is voltooid, wordt de complete
-gebeurtenis verzonden. Deze complete
-gebeurtenis wordt altijd asynchroon verzonden.
Als deze methode wordt aangeroepen, worden daarmee impliciet eventuele eerdere laadbewerkingen geannuleerd die met deze methode of met de methode load()
zijn gestart. De complete
-gebeurtenis voor de vorige laadbewerking wordt nooit verzonden.
Als de HTML die in de reeks is opgegeven, geen verwijzingen naar externe bronnen bevat, wordt de HTML met deze methode synchroon weergegeven. De complete
-gebeurtenis wordt echter nog wel asynchroon verzonden. Als de eigenschap loaded
van deze klasse onmiddellijk na een aanroep naar deze functie true
is, wordt de HTML-inhoud die in het argument htmlContent
is opgegeven, synchroon weergegeven.
Het is mogelijk dat de complete
-gebeurtenis nooit wordt afgeleverd. Dit gebeurt als de HTML-inhoud die in het HTMLLoader-object is geladen, nooit volledig wordt gedownload. Dit kan gebeuren als de HTML-inhoud verwijst naar een URL van een CGI-script dat inhoud telkens tot in het oneindige blijft genereren.
Inhoud die is geladen via de methode loadString()
, wordt alleen in de beveiligingssandbox van de toepassing geplaatst als de eigenschap placeLoadStringContentInApplicationSandbox
is ingesteld op true
.
Parameters
htmlContent:String — De tekenreeks met de HTML-inhoud die in het HTMLLoader-object moet worden geladen.
|
Verwante API-elementen
reload | () | methode |
public function reload():void
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Laadt de pagina opnieuw vanaf de huidige locatie.
complete | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.COMPLETE
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat de laatste laadbewerking die is aangevraagd door de methode loadString
of load
is voltooid. De gebeurtenis wordt verzonden nadat de JavaScript-gebeurtenis load
is geactiveerd op de HTML DOM in het HTMLLoader-object. Deze gebeurtenis wordt altijd asynchroon verzonden. De gebeurtenishandler voor deze gebeurtenis kan elke gewenste methode aanroepen of toegang verkrijgen tot elke eigenschap van het HTMLLoader-object.
Event.COMPLETE
definieert de waarde van de eigenschap type
van een complete
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het netwerkobject dat klaar is met laden. |
Verwante API-elementen
htmlBoundsChange | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.HTML_BOUNDS_CHANGE
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat (een van) de eigenschappen contentWidth
en contentHeight
van het HTMLLoader-object is of zijn gewijzigd. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen nadat een nieuwe afbeelding of andere inhoud is geladen. Gebeurtenishandlers kunnen elke methode aanroepen of elke eigenschap van het HTMLLoader-object benaderen.
Het HTMLLoader-object kan deze gebeurtenis op elk gewenst moment na de start van een laadbewerking verzenden, zelfs nadat het object de gebeurtenis complete
heeft verzonden.
Event.HTML_BOUNDS_CHANGE
definieert de waarde van de eigenschap type
van een htmlBoundsChange
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het HTMLLoader-object. |
target | Het HTMLLoader-object. |
Verwante API-elementen
htmlDOMInitialize | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.HTML_DOM_INITIALIZE
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat de HTML DOM is gemaakt in reactie op een laadbewerking. De methoden load()
en loadString()
van het HTMLLoader-object genereren een uitzondering terwijl deze gebeurtenis wordt verzonden. Elke eigenschap of methode van een willekeurig JavaScript-object dat kan worden benaderd vanuit de eigenschap window
van het HTMLLoader-object dat de URL beheert die in het HTMLLoader-object is geladen, genereert een uitzondering als deze wordt ingesteld of wordt aangeroepen terwijl deze gebeurtenis wordt verzonden. Als u bijvoorbeeld window.location
instelt door de eigenschap window
van het HTMLLoader-object in te stellen, leidt dit tot een JavaScript-uitzondering.
Event.HTML_DOM_INITIALIZE
definieert de waarde van de eigenschap type
van een htmlDOMInitialize
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het HTMLLoader-object. |
target | Het HTMLLoader-object. |
Verwante API-elementen
htmlRender | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.HTML_RENDER
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat het renderen van inhoud in het HTMLLoader-object volledig actueel is. Deze gebeurtenis kan vrij regelmatig worden verzonden - telkens wanneer een weergavewijziging is aangebracht aan de HTML-inhoud. Deze gebeurtenis wordt bijvoorbeeld verzonden wanneer nieuwe inhoud wordt weergegeven omdat een gebruiker op een koppeling klikt of omdat JavaScript op de pagina HTML weergeeft. Gebeurtenislisteners kunnen elke gewenste methode aanroepen of toegang verkrijgen tot elke eigenschap van het HTMLLoader-object.
Handlers van deze gebeurtenis moeten de eigenschappen contentWidth
en contentHeight
van het HTMLLoader-object controleren om eventuele gekoppelde schuifbalken bij te werken.
Het HTMLLoader-object kan deze gebeurtenis op elk gewenst moment na de start van een laadbewerking verzenden, zelfs nadat het object de gebeurtenis complete
heeft verzonden.
Event.HTML_RENDER
definieert de waarde van de eigenschap type
van een htmlRender
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het HTMLLoader-object. |
target | Het HTMLLoader-object. |
locationChange | Gebeurtenis |
flash.events.LocationChangeEvent
eigenschap LocationChangeEvent.type =
flash.events.LocationChangeEvent.LOCATION_CHANGE
Runtimeversies: | AIR 2.7 |
Signaleert dat de eigenschap location
van het HTMLLoader-object is gewijzigd. De gebeurtenishandler voor deze gebeurtenis kan elke gewenste methode aanroepen of toegang verkrijgen tot elke eigenschap van het HTMLLoader-object.
In toepassingen met een naamruimte van AIR versie 2.7 en hoger wordt een locationChange
-gebeurtenis van het type LocationChangeEvent verzonden door de HTMLLoader. In eerdere versies van AIR is het verzonden gebeurtenisobject een instantie van de Event-klasse.
Verwante API-elementen
locationChange | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.LOCATION_CHANGE
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Signaleert dat de eigenschap location
van het HTMLLoader-object is gewijzigd. De gebeurtenishandler voor deze gebeurtenis kan elke gewenste methode aanroepen of toegang verkrijgen tot elke eigenschap van het HTMLLoader-object.
In toepassingen met een naamruimte van AIR-versies voorafgaand aan versie 2.7 wordt een locationChange
-gebeurtenis van het type Event verzonden door de HTMLLoader. Bij AIR 2.7 en hoger is het gebeurtenisobject een instantie van de klasse LocationChangeEvent. Hiermee beschikt u over een extra location
-eigenschappenset voor de URL van de nieuwe pagina.
Event.LOCATION_CHANGE
definieert de waarde van de eigenschap type
van een locationChange
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het HTMLLoader-object. |
target | Het HTMLLoader-object. |
Verwante API-elementen
locationChanging | Gebeurtenis |
flash.events.LocationChangeEvent
eigenschap LocationChangeEvent.type =
flash.events.LocationChangeEvent.LOCATION_CHANGING
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 2.7 |
Signaleert dat de location
-eigenschap van het HTMLLoader-object op het punt staat te worden gewijzigd.
Er wordt alleen een gebeurtenis locationChanging
verzonden wanneer de locatiewijziging wordt gestart door gebruikersinteractie, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker op een koppeling, klikt of door code die wordt uitgevoerd in de HTMLLoader, bijvoorbeeld bij een omleiding aan clientzijde. De nieuwe locatie wordt standaard weergegeven in dit HTMLLoader-object. Als u het standaardgedrag wilt annuleren, kunt u de methode preventDefault()
van het gebeurtenisobject aanroepen. Zo kunt u bijvoorbeeld de functie flash.net.navigateToURL()
gebruiken om de pagina in de systeembrowser te openen op basis van de eigenschap location
van het gebeurtenisobject.
Wanneer u de volgende methoden aanroept, wordt er geen locationChanging()
-gebeurtenis verzonden:
- load()
- loadString()
- reload()
- historyBack()
- historyForward()
- historyGo()
Deze gebeurtenis wordt ook niet verzonden wanneer de eigenschap navigateInSystemBrowser
true
is en de doelpagina wordt geopend in de systeembrowser, aangezien de HTMLLoader-locatie niet verandert.
LOCATION_CHANGING
definieert de waarde van de eigenschap type
van het LocationChangeEvent-object dat is verzonden voordat de paginalocatie is gewijzigd.
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
package{ import flash.display.Sprite; import flash.html.HTMLLoader; import flash.net.URLRequest; public class LocationChanging extends Sprite { var htmlLoader:HTMLLoader = new HTMLLoader(); public function LocationChanging() { htmlLoader.width = stage.stageWidth; htmlLoader.height = stage.stageHeight; htmlLoader.addEventListener( LocationChangeEvent.LOCATION_CHANGING, onLocationChanging ); htmlLoader.load( new URLRequest( "http://www.adobe.com" ) ); this.addChild( htmlLoader ); } private function onLocationChanging( event:LocationChangeEvent ):void { trace( "Location changing: " + event.location ); if ( event.location.indexOf( "http://www.adobe.com" ) < 0 ) { event.preventDefault(); } } } }
scroll | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.SCROLL
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat de eigenschap scrollH
of scrollV
is gewijzigd door het HTMLLoader-object. Het HTMLLoader-object verzendt deze gebeurtenis wanneer JavaScript dat in het HTMLLoader-object wordt uitgevoerd, de methode scrollTo()
van het window
-object aanroept en de gewenste locatie nog niet zichtbaar is. De gebeurtenis wordt niet verzonden wanneer ActionScript-code de eigenschap scrollH
of scrollV
verandert. Gebeurtenishandlers kunnen elke methode aanroepen of elke eigenschap van het HTMLLoader-object benaderen.
Gebeurtenishandlers voor deze gebeurtenis zouden de eigenschappen scrollH
en scrollV
moeten controleren om eventuele schuifbalken bij te werken die aan het HTMLLoader-object zijn gekoppeld.
Het HTMLLoader-object kan deze gebeurtenis op elk gewenst moment na de start van een laadbewerking verzenden, zelfs nadat het object de gebeurtenis complete
heeft verzonden.
Event.SCROLL
definieert de waarde van de eigenschap type
van een scroll
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het object TextField dat is geschoven. De eigenschap target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
uncaughtScriptException | Gebeurtenis |
flash.events.HTMLUncaughtScriptExceptionEvent
eigenschap HTMLUncaughtScriptExceptionEvent.type =
flash.events.HTMLUncaughtScriptExceptionEvent.UNCAUGHT_SCRIPT_EXCEPTION
Runtimeversies: | AIR 1.0 |
Geeft aan dat er ongemerkt een JavaScript-uitzondering is opgetreden in het HTMLLoader-object. Gebeurtenishandlers kunnen elke gewenste methode aanroepen of toegang verkrijgen tot elke eigenschap van het HTMLLoader-object. De gebeurtenis kan worden geannuleerd, en het standaardgedrag wanneer de gebeurtenis wordt uitgevoerd in de AIR Debug Launcher, dat de JavaScript-stapel naar de traceringsuitvoer wordt verzonden.
De constanteHTMLUncaughtScriptExceptionEvent.UNCAUGHT_SCRIPT_EXCEPTION
definieert de waarde van de eigenschap type
van een uncaughtScriptException
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
exceptionValue | Het resultaat van de evaluatie van de expressie in de throw -instructie die tot de niet-ondervangen uitzondering heeft geleid. |
stackTrace | Een array met objecten die de stapeltracering voorstelt op het moment dat de throw -instructie werd uitgevoerd die tot de niet-ondervangen uitzondering heeft geleid. |
target | Het HTMLLoader-object. |
Verwante API-elementen
package { import flash.display.Sprite; import flash.html.HTMLLoader; import flash.net.URLRequest; public class HTMLLoaderExample extends Sprite { public function HTMLLoaderExample() { var html:HTMLLoader = new HTMLLoader(); var urlReq:URLRequest = new URLRequest("http://www.adobe.com/"); html.width = stage.stageWidth; html.height = stage.stageHeight; html.load(urlReq); addChild(html); } } }
Wed Jun 13 2018, 11:42 AM Z