Pakket | flash.media |
Klasse | public class Video |
Overerving | Video DisplayObject EventDispatcher Object |
Subklassen | VideoPlayer |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wanneer het Video-object met Flash Media Server wordt gebruikt, kunt u live video die door een gebruiker is vastgelegd naar de server verzenden en vervolgens van de server naar andere gebruikers uitzenden. Met deze functies kunt u mediatoepassingen ontwikkelen, zoals een eenvoudige videospeler, een videospeler met publicatie op meerdere punten van de ene server naar de andere, of een toepassing om video te delen voor een gebruikersgemeenschap.
Flash Player 9 en latere versies ondersteunen de publicatie en weergave van FLV-bestanden die zijn gecodeerd met de Sorenson Spark- of On2 VP6-codec en bieden ook ondersteuning voor een alpha-kanaal. De On2 VP6-video-codec gebruikt minder bandbreedte dan oudere technologieën en biedt aanvullende deblocking- en deringingfilters. Zie de flash.net.NetStream-klasse voor meer informatie over het afspelen van video en over de indelingen die worden ondersteund.
Flash Player 9.0.115.0 en hoger ondersteunt mipmapping om de renderingkwaliteit en prestaties bij uitvoering te optimaliseren. Voor het afspelen van video gebruikt Flash Player mipmappingoptimalisatie wanneer u de eigenschap smoothing
van het object Video op true
instelt.
Vanaf AIR 25 is er een nieuwe tag geïntroduceerd voor Android in app.xml. Deze tag heet disableMediaCodec
. Als u deze tag instelt als true
, wordt mediacodec uitgeschakeld en wordt de video gedecodeerd met OpenMax-AL. In andere gevallen wordt mediacodec ingeschakeld. De waarde van deze tag is standaard ingesteld op false
.
Net als bij andere weergaveobjecten in het weergaveoverzicht kunt u diverse eigenschappen van objecten Video beheren. U kunt bijvoorbeeld het object Video in het werkgebied verplaatsen met de eigenschappen x
en y
, de grootte wijzigen met de eigenschappen height
en width
, enzovoort.
Om een videostream af te spelen, kunt u attachCamera()
of attachNetStream()
gebruiken om de video aan het object Video te koppelen. Vervolgens kunt u het object Video aan de weergavelijst toevoegen met addChild()
.
Als u Flash Professional gebruikt, kunt u het object Video ook in het werkgebied plaatsen in plaats van het met addChild()
toe te voegen. Ga hiertoe als volgt te werk:
- Wanneer het deelvenster Bibliotheek niet zichtbaar is, selecteert u Venster > Bibliotheek om dit weer te geven.
- Voeg een ingesloten object Video toe aan de bibliotheek door te klikken op het menu Opties rechts op de titelbalk van het deelvenster Bibliotheek en Nieuwe video te selecteren.
- In het dialoogvenster Video-eigenschappen geeft u het ingesloten object Video op voor gebruik in de bibliotheek en klikt u op OK.
- Sleep het object Video naar het werkgebied en gebruik Eigenschapcontrole om het object een unieke instantienaam te geven, bijvoorbeeld
my_video
. (Geef het niet de naam Video.)
Als u video in de modus voor het volledige scherm afspeelt op AIR-toepassingen voor het bureaublad, worden de functies voor het in- en uitschakelen en voor de schermbeveiliging uitgeschakeld (indien toegestaan door het besturingssysteem).
Opmerking: de klasse Video is geen subklasse van de klasse InteractiveObject, zodat deze geen muisgebeurtenissen kan verzenden. U kunt de methode addEventListener()
van de weergaveobjectcontainer met het object Video wel aanroepen.
Meer informatie
Verwante API-elementen
attachNetStream()
flash.media.Camera.getCamera()
flash.net.NetConnection
flash.net.NetStream
flash.display.DisplayObjectContainer.addChild()
flash.display.Stage.addChild()
Eigenschap | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
accessibilityProperties : AccessibilityProperties
De huidige toegankelijkheidsopties voor dit weergaveobject. | DisplayObject | ||
alpha : Number
Geeft de alpha-transparantiewaarde van het opgegeven object aan. | DisplayObject | ||
blendMode : String
Een waarde uit de klasse BlendMode die opgeeft welke overvloeimodus moet worden gebruikt. | DisplayObject | ||
blendShader : Shader [alleen-schrijven]
Stelt de arcering in die moet worden gebruikt om voor- en achtergrond in elkaar te laten overvloeien. | DisplayObject | ||
cacheAsBitmap : Boolean
Indien ingesteld op true, plaatsen Flash-runtimes een interne bitmaprepresentatie van het weergaveobject in cache. | DisplayObject | ||
cacheAsBitmapMatrix : Matrix
Als dit Matrix-object niet null is, definieert het hoe een weergaveobject wordt gerenderd als cacheAsBitmap wordt ingesteld op true. | DisplayObject | ||
constructor : Object
Verwijzing naar het klasseobject of de constructorfunctie van een bepaalde objectinstantie. | Object | ||
deblocking : int
Geeft het type filter aan dat op gedecodeerde video wordt toegepast als onderdeel van nabewerking. | Video | ||
filters : Array
Een geïndexeerde array die elk filterobject bevat dat momenteel is gekoppeld aan het weergaveobject. | DisplayObject | ||
height : Number
Geeft de hoogte van het weergaveobject aan, in pixels. | DisplayObject | ||
loaderInfo : LoaderInfo [alleen-lezen]
Retourneert een object LoaderInfo dat informatie bevat over het laden van het bestand waartoe dit weergaveobject behoort. | DisplayObject | ||
mask : DisplayObject
Het aanroepende weergaveobject wordt gemaskeerd door het opgegeven object mask. | DisplayObject | ||
metaData : Object
Krijgt het metagegevensobject van de DisplayObject-instantie als de metagegevens zijn opgeslagen naast de instantie van dit DisplayObject in het SWF-bestand door een PlaceObject4-markering. | DisplayObject | ||
mouseX : Number [alleen-lezen]
Geeft de x-coördinaat van de apparaatpositie van de muis of de gebruikersinvoer aan in pixels. | DisplayObject | ||
mouseY : Number [alleen-lezen]
Geeft de y-coördinaat van de apparaatpositie van de muis of de gebruikersinvoer aan in pixels. | DisplayObject | ||
name : String
Geeft de instantienaam van het DisplayObject aan. | DisplayObject | ||
opaqueBackground : Object
Geeft op of het weergaveobject dekkend is met een bepaalde achtergrondkleur. | DisplayObject | ||
parent : DisplayObjectContainer [alleen-lezen]
Geeft het object DisplayObjectContainer aan dat dit weergaveobject bevat. | DisplayObject | ||
root : DisplayObject [alleen-lezen]
Voor een weergaveobject in een geladen SWF-bestand is de eigenschap root het bovenste weergaveobject in het gedeelte van de boomstructuur van het weergaveoverzicht dat wordt vertegenwoordigd door dat SWF-bestand. | DisplayObject | ||
rotation : Number
Geeft de rotatie van de instantie DisplayObject vanaf de oorspronkelijke oriëntatie (in graden) aan. | DisplayObject | ||
rotationX : Number
Geeft in graden de X-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
rotationY : Number
Geeft in graden de y-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
rotationZ : Number
Geeft in graden de z-asrotatie van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de 3D parent-container. | DisplayObject | ||
scale9Grid : Rectangle
Het huidige schaalraster dat wordt gebruikt. | DisplayObject | ||
scaleX : Number
Bepaalt de horizontale schaal (percentage) van het object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt. | DisplayObject | ||
scaleY : Number
Bepaalt de verticale schaal (percentage) van een object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt van het object. | DisplayObject | ||
scaleZ : Number
Bepaalt de diepteschaal (percentage) van een object zoals deze wordt toegepast vanuit het registratiepunt van het object. | DisplayObject | ||
scrollRect : Rectangle
De verschuivende rechthoekgrenzen van het weergaveobject. | DisplayObject | ||
smoothing : Boolean
Geeft op of de video vloeiend (geïnterpoleerd) moet worden bij schaling. | Video | ||
stage : Stage [alleen-lezen]
Het werkgebied van het weergaveobject. | DisplayObject | ||
transform : flash.geom:Transform
Een object met eigenschappen die betrekking hebben op de matrix van een weergaveobject, de kleurtransformatie en de pixelbeperkingen. | DisplayObject | ||
videoHeight : int [alleen-lezen]
Een geheel getal dat de hoogte van de videostream opgeeft, in pixels. | Video | ||
videoWidth : int [alleen-lezen]
Een geheel getal dat de breedte van de videostream opgeeft, in pixels. | Video | ||
visible : Boolean
Bepaalt of het weergaveobject zichtbaar is. | DisplayObject | ||
width : Number
Geeft de breedte van het weergaveobject aan, in pixels. | DisplayObject | ||
x : Number
Bepaalt de x-coördinaat van de instantie DisplayObject ten opzichte van de lokale coördinaten van de bovenliggende DisplayObjectContainer. | DisplayObject | ||
y : Number
Bepaalt de y-coördinaat van de instantie DisplayObject ten opzichte van de lokale coördinaten van de bovenliggende DisplayObjectContainer. | DisplayObject | ||
z : Number
Geeft de z-coördinaatpositie langs de z-as van de DisplayObject-instantie aan ten opzichte van de bovenliggende 3D-container. | DisplayObject |
Methode | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
Maakt een nieuwe instantie Video. | Video | ||
addEventListener(type:String, listener:Function, useCapture:Boolean = false, priority:int = 0, useWeakReference:Boolean = false):void
Registreert een gebeurtenislistenerobject bij een object EventDispatcher, zodat de listener een melding van een gebeurtenis ontvangt. | EventDispatcher | ||
Geeft een videostream van een camera op die binnen de grenzen van het object Video in de toepassing moet worden weergegeven. | Video | ||
Geeft een videostream op die binnen de grenzen van het object Video in de toepassing moet worden weergegeven. | Video | ||
Wist het beeld dat op dit moment in het Video-object wordt weergegeven (niet de videostream). | Video | ||
Verzendt een gebeurtenis naar de gebeurtenisstroom. | EventDispatcher | ||
Retourneert een rechthoek die het gebied van het weergaveobject aangeeft ten opzichte van het coördinatensysteem van het object targetCoordinateSpace. | DisplayObject | ||
Retourneert een rechthoek die de grens van het weergaveobject aangeeft op basis van het coördinatensysteem dat wordt gedefinieerd door de paramater targetCoordinateSpace, minus enige streken op vormen. | DisplayObject | ||
Hiermee worden de (algemene) werkgebiedcoördinaten van het object point omgezet in (lokale) objectcoördinaten. | DisplayObject | ||
Converteert een tweedimensionaal punt van de (algemene) werkruimtecoördinaten naar (lokale) coördinaten van een driedimensionaal weergaveobject. | DisplayObject | ||
Controleert of het object EventDispatcher listeners heeft geregistreerd voor een specifiek type gebeurtenis. | EventDispatcher | ||
Geeft aan of voor een object een opgegeven eigenschap is gedefinieerd. | Object | ||
Evalueert het selectiekader van het weergaveobject om te zien of dit het selectiekader van het weergaveobject obj overlapt of snijdt. | DisplayObject | ||
Hiermee wordt het weergaveobject geëvalueerd om te zien of deze een punt dat is opgegeven door de parameters x en y, overlapt of doorsnijdt. | DisplayObject | ||
Geeft aan of een instantie van de klasse Object zich in de prototypeketen van het object bevindt dat als parameter is opgegeven. | Object | ||
Converteert een driedimensionaal punt van de (lokale) coördinaten van het driedimensionale weergaveobject naar een tweedimensionaal punt in de (algemene) werkruimtecoördinaten. | DisplayObject | ||
Hiermee worden de (lokale) weergaveobjectcoördinaten van het object point omgezet in (algemene) werkgebiedcoördinaten. | DisplayObject | ||
Geeft aan of de opgegeven eigenschap bestaat en kan worden opgesomd. | Object | ||
Verwijdert een listener uit het object EventDispatcher. | EventDispatcher | ||
Stelt de beschikbaarheid van een dynamische eigenschap voor lusbewerkingen in. | Object | ||
Geeft de tekenreeksweergave van dit object weer, geformatteerd volgens de locatiespecifieke conventies. | Object | ||
Retourneert een tekenreeksrepresentatie van het opgegeven object. | Object | ||
Retourneert de primitieve waarde van het opgegeven object. | Object | ||
Controleert of een gebeurtenislistener is geregistreerd bij dit object EventDispatcher of een van de voorouders voor het opgegeven type gebeurtenis. | EventDispatcher |
deblocking | eigenschap |
deblocking:int
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Geeft het type filter aan dat op gedecodeerde video wordt toegepast als onderdeel van nabewerking. De standaardwaarde is 0, waarbij de videocompressor zo nodig een deblockingfilter toepast.
Compressie van video kan leiden tot ongewenste artefacten. U kunt de eigenschap deblocking
gebruiken om filters in te stellen die blocking, en voor video die met de On2-codec is gecomprimeerd, ringing verminderen.
Blocking verwijst naar zichtbare oneffenheden tussen de grenzen van de blokken waaruit elk videoframe bestaat. Ringing verwijst naar vervormde randen rondom elementen in een videobeeld.
Er zijn twee deblockingfilters beschikbaar: een in de Sorenson-codec en een in de On2 VP6-codec. Daarnaast is een deringingfilter beschikbaar wanneer u de On2 VP6-codec gebruikt. U stelt een filter in door een van de volgende waarden te gebruiken:
- 0 - De videocompressor past zo nodig het deblockingfilter toe.
- 1 - Er wordt geen deblockingfilter gebruikt.
- 2 - Het Sorenson-deblockingfilter wordt gebruikt.
- 3 - Alleen voor On2-video; het On2-deblockingfilter wordt wel gebruikt, het deringingfilter wordt niet gebruikt.
- 4 - Alleen voor On2-video; het On2-deblockingfilter en -deringingfilter worden gebruikt.
- 5 - Alleen voor On2-video; het On2-deblockingfilter en een krachtiger On2-deringingfilter worden gebruikt.
Wanneer een waarde groter dan 2 wordt geselecteerd voor video wanneer u de Sorenson-codec gebruikt, wordt de Sorenson-decoder standaard ingesteld op 2.
Het gebruik van een deblockingfilter is van invloed op de algehele prestaties van de weergave en is gewoonlijk niet noodzakelijk voor video met een hoge bandbreedte. Wanneer het systeem van een gebruiker niet krachtig genoeg is, kan deze problemen ondervinden met de videoweergave wanneer een deblockingfilter is ingeschakeld.
Implementatie
public function get deblocking():int
public function set deblocking(value:int):void
smoothing | eigenschap |
smoothing:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Geeft op of de video vloeiend (geïnterpoleerd) moet worden bij schaling. Het runtime-programma moet in de modus hoge kwaliteit worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het vloeiend maken correct werkt (standaard). De standaardwaarde is false
(niet vloeiend maken).
Stel deze eigenschap voor het afspelen van video met Flash Player 9.0.115.0 en hoger in op true
om gebruik te maken van beeldoptimalisatie met mipmapping.
Implementatie
public function get smoothing():Boolean
public function set smoothing(value:Boolean):void
videoHeight | eigenschap |
videoHeight:int
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Een geheel getal dat de hoogte van de videostream opgeeft, in pixels. Deze waarde is voor live streams gelijk aan de eigenschap Camera.height
van het object Camera dat de videostream vastlegt. Bij vastgelegde videobestanden staat deze waarde voor de hoogte van de video. De NetStream.Video.DimensionChange-gebeurtenis wordt verzonden in het geval van opgenomen video's wanneer deze waarde wijzigt.
U kunt deze eigenschap bijvoorbeeld gebruiken om ervoor te zorgen dat de gebruiker de video ziet in hetzelfde formaat als waarmee deze is vastgelegd, ongeacht de daadwerkelijke grootte van het object Video in het werkgebied.
Implementatie
public function get videoHeight():int
Verwante API-elementen
videoWidth | eigenschap |
videoWidth:int
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Een geheel getal dat de breedte van de videostream opgeeft, in pixels. Deze waarde is voor live streams gelijk aan de eigenschap Camera.width
van het object Camera dat de videostream vastlegt. Bij vastgelegde videobestanden staat deze waarde voor de breedte van de video. De NetStream.Video.DimensionChange-gebeurtenis wordt verzonden in het geval van opgenomen video's wanneer deze waarde wijzigt.
U kunt deze eigenschap bijvoorbeeld gebruiken om ervoor te zorgen dat de gebruiker de video ziet in hetzelfde formaat als waarmee deze is vastgelegd, ongeacht de daadwerkelijke grootte van het object Video in het werkgebied.
Implementatie
public function get videoWidth():int
Verwante API-elementen
Video | () | Constructor |
public function Video(width:int = 320, height:int = 240)
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9 |
Maakt een nieuwe instantie Video. Wanneer geen waarden voor de parameters width
en height
zijn opgegeven, worden de standaardwaarden gebruikt. U kunt de eigenschappen voor breedte en hoogte van het object Video ook instellen nadat dit is gemaakt, met behulp van Video.width
en Video.height
. Wanneer een nieuw object Video wordt gemaakt, is de waarde nul voor de breedte of de hoogte niet toegestaan. Wanneer u nul doorgeeft, worden de standaardwaarden toegepast.
Nadat de video is gemaakt, roept u de methode DisplayObjectContainer.addChild()
of DisplayObjectContainer.addChildAt()
aan om het object Video aan een bovenliggend object DisplayObjectContainer toe te voegen.
width:int (default = 320 ) — De breedte van de video, in pixels.
| |
height:int (default = 240 ) — De hoogte van de video, in pixels.
|
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
var MyVideo:Video = new Video(); addChild(MyVideo); var MyNC:NetConnection = new NetConnection(); MyNC.connect(null); var MyNS:NetStream = new NetStream(MyNC); MyNS.play("http://www.helpexamples.com/flash/video/clouds.flv"); MyVideo.attachNetStream(MyNS); //the clouds.flv video has metadata we're not using, so create //an error handler to ignore the message generated by the runtime //about the metadata MyNS.addEventListener(AsyncErrorEvent.ASYNC_ERROR, asyncErrorHandler); function asyncErrorHandler(event:AsyncErrorEvent):void { //ignore metadata error message }
attachCamera | () | methode |
public function attachCamera(camera:Camera):void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9 |
Geeft een videostream van een camera op die binnen de grenzen van het object Video in de toepassing moet worden weergegeven.
Met deze methode kunt u live video die is vastgelegd door de gebruiker koppelen aan het Video-object. U kunt de live video lokaal afspelen op dezelfde computer of apparaat waar deze wordt vastgelegd, of u kunt de video naar Flash Media Server verzenden en de server gebruiken om deze naar andere gebruikers te streamen.
Opmerking: Bij een iOS AIR-toepassing kan de video die door de camera wordt vastgelegd, niet worden weergegeven wanneer de toepassing gebruikmaakt van de GPU-rendermodus.
Parameters
camera:Camera — Een object Camera dat videogegevens vastlegt. Wanneer u de verbinding met het object Video wilt verbreken, geeft u null door.
|
Verwante API-elementen
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Zie het methodevoorbeeld Camera.getCamera() voor een voorbeeld van het gebruik van deze methode.
attachNetStream | () | methode |
public function attachNetStream(netStream:NetStream):void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Geeft een videostream op die binnen de grenzen van het object Video in de toepassing moet worden weergegeven. De videostream is een videobestand dat met NetStream.play() wordt afgespeeld
, een Camera-object of null
. Wanneer u een videobestand gebruikt, kan dit worden opgeslagen op het lokale bestandssysteem of op Flash Media Server. Wanneer de waarde van het argument netStream
null
is, wordt de video niet meer binnen het Video-object afgespeeld.
U hoeft deze methode niet te gebruiken wanneer het videobestand alleen audio bevat. Het audiogedeelte van videobestanden wordt automatisch afgespeeld wanneer u NetStream.play()
aanroept. Wanneer u controle wilt hebben over de audio die aan een videobestand is gekoppeld, gebruikt u de eigenschap soundTransform
van het NetStream-object dat het videobestand afspeelt.
Parameters
netStream:NetStream — Een NetStream-object. Wanneer u de verbinding met het object Video wilt verbreken, geeft u null door.
|
Verwante API-elementen
clear | () | methode |
public function clear():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wist het beeld dat op dit moment in het Video-object wordt weergegeven (niet de videostream). Deze methode is nuttig voor de afhandeling van het huidige beeld. U kunt het laatste beeld bijvoorbeeld wissen of standby-informatie weergeven zonder het Video-object te verbergen.
Verwante API-elementen
videoURL
wordt doorgegeven, in dit geval een FLV-bestand genaamd Video.flv in dezelfde map als het SWF-bestand.
In dit voorbeeld wordt de code die de objecten Video en NetStream maakt en de methoden Video.attachNetStream()
en NetStream.play()
aanroept, in een handlerfunctie geplaatst. De handler wordt alleen aangeroepen wanneer verbinding wordt gemaakt met het object NetConnection, dat wil zeggen, wanneer de gebeurtenis netStatus
een object info retourneert waarvan de eigenschap code
aangeeft dat de verbinding is gelukt. Het wordt aanbevolen te wachten totdat verbinding is gemaakt voordat u NetStream.play()
aanroept.
package { import flash.display.Sprite; import flash.events.*; import flash.media.Video; import flash.net.NetConnection; import flash.net.NetStream; public class VideoExample extends Sprite { private var videoURL:String = "Video.flv"; private var connection:NetConnection; private var stream:NetStream; public function VideoExample() { connection = new NetConnection(); connection.addEventListener(NetStatusEvent.NET_STATUS, netStatusHandler); connection.addEventListener(SecurityErrorEvent.SECURITY_ERROR, securityErrorHandler); connection.connect(null); } private function netStatusHandler(event:NetStatusEvent):void { switch (event.info.code) { case "NetConnection.Connect.Success": connectStream(); break; case "NetStream.Play.StreamNotFound": trace("Unable to locate video: " + videoURL); break; } } private function connectStream():void { stream = new NetStream(connection); stream.addEventListener(NetStatusEvent.NET_STATUS, netStatusHandler); stream.addEventListener(AsyncErrorEvent.ASYNC_ERROR, asyncErrorHandler); var video:Video = new Video(); video.attachNetStream(stream); stream.play(videoURL); addChild(video); } private function securityErrorHandler(event:SecurityErrorEvent):void { trace("securityErrorHandler: " + event); } private function asyncErrorHandler(event:AsyncErrorEvent):void { // ignore AsyncErrorEvent events. } } }
Wed Jun 13 2018, 11:42 AM Z