Capabilities  - AS3

Geeft op of toegang tot de camera en de microfoon van de gebruiker niet (true) of wel (false) is toegestaan. De servertekenreeks is AVD.

Voor inhoud in Adobe AIR™ is deze eigenschap alleen van toepassing op inhoud in andere beveiligingssandboxes dan de beveiligingssandbox van de toepassing. Inhoud in de beveiligingssandbox van de toepassing kan altijd toegang krijgen tot de camera en microfoon van de gebruiker.

Verwante API-elementen

Geeft de huidige CPU-architectuur aan. De eigenschap cpuArchitecturekan de volgende tekenreeksen retourneren: PowerPC, x86, SPARC en ARM. De servertekenreeks is ARCH.

Geeft aan of het systeem communicatie met toegankelijkheidshulpmiddelen ondersteunt (true) of niet (false). De servertekenreeks is ACC.

Verwante API-elementen

Geeft aan of het systeem audiomogelijkheden heeft. Deze eigenschap is altijd true. De servertekenreeks is A.

Geeft aan of het systeem een audiostream, bijvoorbeeld afkomstig van een microfoon, kan coderen (true) of niet (false). De servertekenreeks is AE.

Geeft aan of het systeem ingesloten video ondersteunt (true) of niet (false). De servertekenreeks is EV.

Geeft aan of op het systeem een invoermethode-editor (IME) is geïnstalleerd (true) of niet (false). De servertekenreeks is IME.

Verwante API-elementen

Geeft aan of het systeem een MP3-decoder heeft (true) of niet (false). De servertekenreeks is MP3.

Geeft aan of het systeem afdrukken ondersteunt (true) of niet (false). De servertekenreeks is PR.

Geeft aan of het systeem de ontwikkeling van schermuitzendtoepassingen ondersteunt (true) of niet (false) die via Flash Media Server worden uitgevoerd. De servertekenreeks is SB.

Geeft aan of het systeem het afspelen van schermuitzendtoepassingen ondersteunt (true) of niet (false) die via Flash Media Server worden uitgevoerd. De servertekenreeks is SP.

Geeft aan of het systeem streaming audio kan afspelen (true) of niet (false). De servertekenreeks is SA.

Geeft aan of het systeem streaming video kan afspelen (true) of niet (false). De servertekenreeks is SV.

Geeft aan of het systeem native SSL-sockets via NetConnection ondersteunt (true) of niet (false). De servertekenreeks is TLS.

Verwante API-elementen

Geeft aan of het systeem een videostream, bijvoorbeeld afkomstig van een webcamera, kan coderen (true) of niet (false). De servertekenreeks is VE.

Geeft aan of het systeem een speciale versie voor het opsporen van fouten is (true) of een officieel uitgebrachte versie (false). De servertekenreeks is DEB. Deze eigenschap is ingesteld op true wanneer deze wordt uitgevoerd in de foutopsporingsversie van Flash Player of de AIR Debug Launcher (ADL).

Geeft op of de Flash-runtime is ingesloten in een PDF-bestand dat geopend is in Acrobat 9.0 of hoger (true) of niet (false).

Geeft de taalcode van het systeem aan waarop de inhoud wordt uitgevoerd. De taal wordt als taalcode van twee kleine letters uit ISO 639-1 opgegeven. Voor Chinees bestaat een extra taalcode van twee hoofdletters uit ISO 3166, die onderscheid maakt tussen vereenvoudigd en traditioneel Chinees. De taalcodes zijn gebaseerd op de Engelse naam van de talen: hu geeft bijvoorbeeld Hongaars ('Hungarian' in het Engels) aan.

Op Engelse systemen retourneert deze eigenschap alleen de taalcode (en), niet de landcode. Op Microsoft Windows-systemen retourneert deze eigenschap de taal van de gebruikersinterface (UI), die verwijst naar de taal die voor alle menu's, dialoogvensters, foutmeldingen en Help-bestanden wordt gebruikt. In de onderstaande tabel worden de mogelijke waarden weergegeven:

Opmerking: De waarde van de eigenschap Capabilities.language is beperkt tot de mogelijke waarden in deze lijst. Vanwege deze beperking moeten Adobe AIR-toepassingen het eerste element in de array Capabilities.languages gebruiken om de primaire gebruikersinterfacetaal voor het systeem te selecteren.

De servertekenreeks is L.

Verwante API-elementen

package {
    import flash.display.Sprite;
    import flash.text.TextField;
    import flash.text.TextFieldAutoSize;
    import flash.system.Capabilities;

    public class Capabilities_languageExample extends Sprite {

        public function Capabilities_languageExample()  {
            var myTextField:TextField = new TextField();         
            myTextField.x = 10;
            myTextField.y = 10;
            myTextField.background = true;
            myTextField.autoSize = TextFieldAutoSize.LEFT;
            
            var greetingEnglish:String = "Hello World";
            var greetingGerman:String = "Hallo Welt";
            var greetingFrench:String = "Bonjour Monde";
            var greetingSpanish:String = "Hola Mundo";

            var lang:String = Capabilities.language;
                         
            switch (lang) {
                case "en":
                    myTextField.text = greetingEnglish;
                    break;
                case "de":
                    myTextField.text = greetingGerman;
                    break;
                case "fr":
                    myTextField.text = greetingFrench;
                    break;
                case "es":
                    myTextField.text = greetingSpanish;
                    break;
                default:
                    myTextField.text = "Sorry your system's language is not supported at this time.";               
            }
             
            this.addChild(myTextField);
        }
    }
}

Een array met tekenreeksen die informatie bevatten over de voorkeurstalen van de gebruiker, zoals ingesteld via het besturingssysteem. De tekenreeksen bevatten taalcodes (en informatie over script en landinstellingen, indien van toepassing) zoals gedefinieerd door RFC4646 (http://www.ietf.org/rfc/rfc4646.txt) en gebruiken liggende streepjes als scheidingsteken (bijvoorbeeld 'en-US' of 'ja-JP'). Talen worden in de array in de volgorde van de voorkeur weergegeven, zoals bepaald door de instellingen van het besturingssysteem.

Regiogegevens worden per besturingssysteem verschillend opgehaald in tekenreeksen met landinstellingen. Het ene besturingssysteem retourneert bijvoorbeeld 'en-us' en een ander retourneert 'en'.

Het eerste item in de geretourneerde array heeft gewoonlijk dezelfde primaire-taal-id als de eigenschap Capabilities.language. Als Capabilities.languages[0] bijvoorbeeld is ingesteld op 'en-US', wordt de eigenschap language ingesteld op 'en'. Als de eigenschap Capabilities.language echter is ingesteld op 'xu' (waarmee een onbekende taal wordt opgegeven), dan is het eerste element in de array anders. Daarom kan Capabilities.languages[0] nauwkeuriger zijn dan Capabilities.language.

De servertekenreeks is LS.

Geeft op of alleen-lezen-toegang tot de vaste schijf van de gebruiker niet (true) of wel (false) is toegestaan. Voor inhoud in Adobe AIR is deze eigenschap allen van toepassing op inhoud in andere beveiligingssandboxes dan de beveiligingssandbox van de toepassing. (Inhoud in de beveiligingssandbox van de toepassing kan altijd in het bestandssysteem worden gelezen.) Wanneer deze eigenschap true is, kan Flash Player geen bestanden lezen van de vaste schijf van de gebruiker (waaronder het eerste bestand waarmee Flash Player wordt gestart). Als deze eigenschap true is, kan AIR-inhoud buiten de beveiligingssandbox van de toepassing geen bestanden lezen van de vaste schijf van de gebruiker. Pogingen om een bestand op de vaste schijf van de gebruiker te lezen met de methode load, mislukken wanneer deze eigenschap op true is ingesteld.

Het lezen van gezamenlijke bibliotheken bij uitvoering wordt ook geblokkeerd wanneer deze eigenschap is ingesteld op true, maar het lezen van lokale gezamenlijke objecten wordt, onafhankelijk van de waarde van deze eigenschap, toegestaan.

De servertekenreeks is LFD.

Verwante API-elementen

Geeft de fabrikant aan van de actieve versie van Flash Player of de AIR-runtime, in de notatie 'Adobe OSName'. De waarde voor OSName kan 'Windows', 'Macintosh', Linux of de naam van een ander besturingssysteem zijn. De servertekenreeks is M.

Gebruik Capabilities.manufacturer niet om een mogelijkheid te bepalen op basis van het besturingssysteem als een meer specifieke eigenschap voor mogelijkheden bestaat. Het is geen goed idee om een mogelijkheid op een besturingssysteem te baseren, omdat dit problemen kan veroorzaken als een toepassing geen rekening houdt met alle mogelijke doelbesturingssystemen. Gebruik in plaats daarvan de eigenschap die bij de mogelijkheid hoort die u test. Zie de beschrijving van de Capabilities-klasse voor meer informatie.

Hiermee wordt de IDC op het hoogste H.264-niveau opgehaald die wordt ondersteund door de hardware van de client. Media die op dit niveau worden uitgevoerd, worden altijd uitgevoerd. Het is echter niet zo dat media die op het hoogste niveau worden uitgevoerd, ook met de beste kwaliteit worden uitgevoerd. Deze eigenschap is nuttig voor servers die de prestaties willen afstemmen op de mogelijkheden van de client. Met behulp van deze eigenschap kan een server het videoniveau bepalen dat moet worden verzonden naar de client.

De servertekenreeks is ML.

Geeft het huidige besturingssysteem op. De eigenschap os kan de volgende tekenreeksen retourneren:

De servertekenreeks is OS.

Gebruik Capabilities.os niet om een mogelijkheid te bepalen op basis van het besturingssysteem als een meer specifieke eigenschap voor mogelijkheden bestaat. Het is geen goed idee om een mogelijkheid op een besturingssysteem te baseren, omdat dit problemen kan veroorzaken als een toepassing geen rekening houdt met alle mogelijke doelbesturingssystemen. Gebruik in plaats daarvan de eigenschap die bij de mogelijkheid hoort die u test. Zie de beschrijving van de Capabilities-klasse voor meer informatie.

Geeft de pixelverhouding van het scherm op. De servertekenreeks is AR.

Geeft het type runtimeomgeving aan. Deze eigenschap kan een van de volgende waarden hebben:

• ActiveX voor het ActiveX-besturingselement van Flash Player dat door Microsoft Internet Explorer wordt gebruikt
• Bureaublad voor de Adobe AIR-runtime (behalve voor SWF-inhoud die is geladen door een HTML-pagina, waarvoor Capabilities.playerType is ingesteld op PlugIn)
• External voor de externe Flash Player of de testmodus
• PlugIn voor de browserplug-in van Flash Player (en voor SWF-inhoud die is geladen door een HTML-pagina in een AIR-toepassing)
• StandAlone voor de zelfstandige Flash Player

De servertekenreeks is PT.

Geeft de schermkleur op. Deze eigenschap kan de waarde 'color', 'gray' (voor grijstinten) of 'bw' (voor zwart-wit) hebben. De servertekenreeks is COL.

Geeft de dpi-resolutie (dots per inch) van het scherm in pixels op. De servertekenreeks is DP.

Geeft de maximale horizontale resolutie van het scherm op. De tekenreeks van de server is R (die zowel de breedte als de hoogte van het scherm retourneert). Deze eigenschap wordt niet bijgewerkt met de schermresolutie van een gebruiker maar geeft alleen de resolutie aan op het moment dat Flash Player of een Adobe AIR-toepassing is gestart. De waarde geeft tevens uitsluitend de primaire monitor aan.

Geeft de maximale verticale resolutie van het scherm op. De tekenreeks van de server is R (die zowel de breedte als de hoogte van het scherm retourneert). Deze eigenschap wordt niet bijgewerkt met de schermresolutie van een gebruiker maar geeft alleen de resolutie aan op het moment dat Flash Player of een Adobe AIR-toepassing is gestart. De waarde geeft tevens uitsluitend de primaire monitor aan.

import flash.events.*;
import flash.display.*;
import flash.system.Capabilities;
import flash.text.TextField;

var screenInfoTxt:TextField = new TextField();
screenInfoTxt.x = 30;
screenInfoTxt.y = 50;
screenInfoTxt.width = 300;
screenInfoTxt.height = 100;
screenInfoTxt.border = true;

addChild(screenInfoTxt);

addEventListener(MouseEvent.CLICK, getScreenNVersion);

function getScreenNVersion(e:MouseEvent):void{
    screenInfoTxt.text= "flash.system.Capabilities.screenResolutionX is : " + String(flash.system.Capabilities.screenResolutionX) + "\n" +
    "flash.system.Capabilities.screenResolutionY is : " + String(flash.system.Capabilities.screenResolutionY) + "\n" +
    "flash.system.Capabilities.version is : " + flash.system.Capabilities.version;
}

Een URL-gecodeerde tekenreeks die waarden voor elke eigenschap Capabilities opgeeft.

In het volgende voorbeeld wordt een URL-gecodeerde tekenreeks getoond:

A=t&SA=t&SV=t&EV=t&MP3=t&AE=t&VE=t&ACC=f&PR=t&SP=t&
	 SB=f&DEB=t&V=WIN%208%2C5%2C0%2C208&M=Adobe%20Windows&
	 R=1600x1200&DP=72&COL=color&AR=1.0&OS=Windows%20XP&
	 L=en&PT=External&AVD=f&LFD=f&WD=f

Geeft aan of het systeem actieve 32-bits processen ondersteunt. De servertekenreeks is PR32.

Geeft aan of het systeem actieve 64-bits processen ondersteunt. De servertekenreeks is PR64.

Geeft het ondersteunde type touchscreen aan, als dit er is. Waarden worden gedefinieerd in de flash.system.TouchscreenType-klasse.

Verwante API-elementen

import flash.events.*;
import flash.display.*;
import flash.system.Capabilities;
import flash.text.TextField;

var capabilitiesTouchScreenTypeTxt:TextField = new TextField();
capabilitiesTouchScreenTypeTxt.width = 300;
capabilitiesTouchScreenTypeTxt.border = true;

addChild(capabilitiesTouchScreenTypeTxt);

addEventListener(MouseEvent.CLICK, getScreenKeyboardType);

function getScreenKeyboardType(e:MouseEvent):void{
    capabilitiesTouchScreenTypeTxt.text= "flash.system.Capabilities.touchscreenType is : " + flash.system.Capabilities.touchscreenType;
}

Geeft informatie over het Flash Player- of Adobe^® AIR^®-platform en de versie op. De indeling van het versienummer is: platform PrimaireVersie, SecundaireVersie, BuildNummer, interneBuildNummer. Mogelijke waarden voor platform zijn "WIN", ` "MAC", "LNX" en "AND". Hieronder volgen enkele voorbeelden van versiegegevens:

	 WIN 9,0,0,0  // Flash Player 9 for Windows
	 MAC 7,0,25,0   // Flash Player 7 for Macintosh
	 LNX 9,0,115,0  // Flash Player 9 for Linux
	 AND 10,2,150,0 // Flash Player 10 for Android
	 

Gebruik Capabilities.version niet om een mogelijkheid te bepalen op basis van het besturingssysteem als een meer specifieke eigenschap voor mogelijkheden bestaat. Het is geen goed idee om een mogelijkheid op een besturingssysteem te baseren, omdat dit problemen kan veroorzaken als een toepassing geen rekening houdt met alle mogelijke doelbesturingssystemen. Gebruik in plaats daarvan de eigenschap die bij de mogelijkheid hoort die u test. Zie de beschrijving van de Capabilities-klasse voor meer informatie.

De servertekenreeks is V.

import flash.events.*;
import flash.display.*;
import flash.system.Capabilities;
import flash.text.TextField;

var screenInfoTxt:TextField = new TextField();
screenInfoTxt.x = 30;
screenInfoTxt.y = 50;
screenInfoTxt.width = 300;
screenInfoTxt.height = 100;
screenInfoTxt.border = true;

addChild(screenInfoTxt);

addEventListener(MouseEvent.CLICK, getScreenNVersion);

function getScreenNVersion(e:MouseEvent):void{
    screenInfoTxt.text= "flash.system.Capabilities.screenResolutionX is : " + String(flash.system.Capabilities.screenResolutionX) + "\n" +
    "flash.system.Capabilities.screenResolutionY is : " + String(flash.system.Capabilities.screenResolutionY) + "\n" +
    "flash.system.Capabilities.version is : " + flash.system.Capabilities.version;
}

Geeft aan of het systeem multikanaals audio van een bepaald type ondersteunt. De klasse flash.media.AudioDecoder somt de mogelijke typen op.

AIR-profielondersteuning: multikanaalsaudio wordt alleen ondersteund op AIR for TV-apparaten. Op alle andere apparaten retourneert deze methode false. Zie AIR-profielondersteuning voor meer informatie over API-ondersteuning voor meerdere profielen.

Opmerking: Bij gebruik van een van de DTS-audio-codecs bestaan scenario's waarin true wordt geretourneerd door hasMultiChannelAudio() maar geen DTS-geluid wordt afgespeeld. Neem bijvoorbeeld een Blu-ray-speler met een S/PDIF-uitgang, die is aangesloten op een oude versterker. DTS wordt niet ondersteund door de oude versterker, maar S/PDIF heeft geen protocol om de Blu-ray-speler te informeren. Als de Blu-ray-speler de DTS-stream naar de oude versterker verzendt, hoort de gebruiker niets. Daarom kunt u bij het gebruik van DTS het beste een gebruikersinterface verschaffen, zodat de gebruiker het kan melden als er geen geluid wordt afgespeeld. In dat geval kan uw toepassing een andere codec gebruiken.

In de volgende tabel wordt de servertekenreeks vermeld voor elk multikanaals audiotype.

Parameters

Verwante API-elementen

    trace(Capabilities.hasMultiChannelAudio(flash.media.AudioDecoder.DOLBY_DIGITAL);