Microphone  - AS3

De hoeveelheid geluid die de microfoon detecteert. Waarden liggen tussen 0 (geen geluid wordt gedetecteerd) en 100 (zeer luid geluid wordt gedetecteerd). Met de waarde van deze eigenschap kunt u bepalen welke waarde u het beste kunt doorgeven aan de methode Microphone.setSilenceLevel().

Als de eigenschap muted van de microfoon is ingesteld op true, is de waarde van deze eigenschap altijd -1.

Verwante API-elementen

De codec die moet worden gebruikt om audio te comprimeren. Beschikbare codecs zijn Nellymoser (standaard) en Speex. De opsommingsklasse SoundCodec bevat de verschillende waarden die mogelijk zijn voor de eigenschap codec.

Als u de Nellymoser-codec gebruikt, kunt u de samplefrequentie instellen met Microphone.rate(). Bij de Speex-codec is de frequentie ingesteld op 16 kHz.

Speex bevat VAD-functionaliteit (Voice Activity Detection) en vermindert automatisch de bandbreedte als er geen stem wordt gehoord. Wanneer u de Speex-codec gebruikt, wordt door Adobe aanbevolen dat u het stilteniveau instelt op 0. Gebruik hiervoor de methode Microphone.setSilenceLevel().

Verwante API-elementen

Schakel de spraakactiviteitdetectie Speex in.

De gecodeerde spraakkwaliteit wanneer de Speex-codec wordt gebruikt. Toegestane waarden lopen van 0 tot en met 10. De standaardwaarde is 6. Hogere getallen betekenen hogere kwaliteit, maar vereisen meer bandbreedte (zie de volgende tabel). De vermelde bitratewaarden zijn nettosnelheden en bevatten geen pakketoverheads.

Verwante API-elementen

Hiermee beheert u de verbeterde microfoonopties. Zie de klasse MicrophoneEnhancedOptions voor meer informatie. Deze eigenschap wordt genegeerd voor niet-verbeterde Microphone-instanties.

Verwante API-elementen

Het aantal Speex-spraakframes dat in een pakket wordt verzonden (bericht). Elk frame is 20 ms lang. De standaardwaarde is twee frames per pakket.

Hoe meer Speex-frames in een bericht, des te minder bandbreedte er nodig is maar des te langer de vertraging bij het verzenden van het bericht. Hoe minder Speex-frames, des te meer bandbreedte er nodig is maar des te korter de vertraging.

De hoeveelheid waarmee de microfoon het signaal versterkt. Geldige waarden zijn 0 tot en met 100. De standaardwaarde is 50.

Verwante API-elementen

De index van de microfoon, zoals wordt weerspiegeld in de array die door Microphone.names wordt geretourneerd.

Verwante API-elementen

De eigenschap isSupported wordt ingesteld op true als de Camera-klasse op het huidige platform wordt ondersteund. Als dit niet het geval is, wordt de eigenschap ingesteld op false.

Geeft op of de gebruiker toegang tot de microfoon heeft geweigerd (true) of toegestaan (false). Wanneer deze waarde verandert, wordt een gebeurtenis status verzonden. Zie Microphone.getMicrophone() voor meer informatie.

Verwante API-elementen

De naam van het huidige geluidsopnameapparaat, zoals door de geluidsopnamehardware wordt geretourneerd.

Verwante API-elementen

Een array van tekenreeksen die de namen van alle beschikbare geluidsopnameapparaten bevat. De namen worden geretourneerd zonder dat het deelvenster Privacy van Flash Player Settings aan de gebruiker wordt weergegeven. Deze array biedt de op nul gebaseerde index van elk geluidsopnameapparaat en het aantal geluidsopnameapparaten in het systeem, via de eigenschap Microphone.names.length. Zie de klasse Array voor meer informatie.

Het aanroepen van Microphone.names vereist een uitgebreid onderzoek van de hardware waardoor het enkele seconden kan duren voordat de array wordt gemaakt. In de meeste gevallen kunt u de standaardmicrofoon gebruiken.

Opmerking: gebruik de eigenschap name om de naam van de huidige microfoon te bepalen.

Verwante API-elementen

Maximale afname van de ruis in dB (negatief getal) dat voor de Speex-codeermodule wordt gebruikt. Indien ingeschakeld, wordt ruisonderdrukking toegepast op geluid dat wordt vastgelegd via de microfoon voordat Speex-compressie plaatsvindt. Stel de waarde in op nul om de ruisonderdrukking uit te schakelen. De ruisonderdrukking is standaard ingeschakeld met een maximale resultaat van -30 dB. Genegeerd wanneer de Nellymoser-codec is geselecteerd.

Hiermee bepaalt u of toestemming is verleend aan de toepassing om de microfoon te gebruiken.

Verwante API-elementen

De frequentie waarop de microfoon geluid vastlegt, in kHz. Acceptabele waarden zijn 5, 8, 11, 22 en 44. De standaardwaarde is 8 kHz wanneer uw geluidsopnameapparaat deze waarde ondersteunt. Anders is de standaardwaarde het eerstvolgende beschikbare vastleggingsniveau boven 8 kHz dat uw geluidsopnameapparaat ondersteunt; dit is doorgaans 11 kHz.

Opmerking: de werkelijke frequentie varieert van de waarde rate, zoals aangegeven in de volgende tabel:

Verwante API-elementen

De hoeveelheid geluid die is vereist om de microfoon te activeren en de gebeurtenis activity te verzenden. De standaardwaarde is 10.

Verwante API-elementen

Het aantal milliseconden tussen het moment dat de microfoon stopt met het detecteren van geluid en het moment dat de gebeurtenis activity wordt verzonden. De standaardwaarde is 2000 (2 seconden).

Gebruik de methode Microphone.setSilenceLevel() om deze waarde in te stellen.

Verwante API-elementen

Beheert het geluid van dit object Microphone wanneer de loopback-modus is ingeschakeld.

Ingesteld op true wanneer echo-onderdrukking is ingeschakeld; anders false. De standaardwaarde is false tenzij de gebruiker Reduce Echo heeft geselecteerd in het deelvenster Microphone van Flash Player Settings.

Verwante API-elementen

Retourneert een referentie naar een verbeterd Microphone-object waarmee een akoestische echo-opheffing kan worden uitgevoerd. Met akoestische echo-opheffing kunt u audio- en videochattoepassingen maken waarvoor geen hoofdtelefoon is vereist.

De parameter index voor de methode Microphone.getEnhancedMicrophone() en de methode Microphone.getMicrophone() werken op dezelfde manier.

Als u deze methode wilt toepassen op Android-apparaten, moet u de machtiging MODIFY_AUDIO_SETTINGS toevoegen onder de Android-manifesttoevoegingen in het descriptorbestand van de app.

Belangrijk: Er is op elk moment maar één enkele instantie van een verbeterd microfoonapparaat beschikbaar. Alle overige Microphone-instanties stoppen met het leveren van audiogegevens en krijgen een StatusEvent met de code-eigenschap Microphone.Unavailable. Wanneer de verbeterde audio niet kan worden geïnitialiseerd, retourneert deze methode de waarde null. Het instellen van een waarde voor Microphone.enhancedOptions heeft geen effect en alle bestaande Microphone-instanties functioneren als voorheen.

Als u een verbeterd Microphone-object wilt configureren, moet u de eigenschap Microphone.enhancedOptions instellen. De volgende code gebruikt een verbeterd Microphone-object en full-duplex akoestische echo-opheffing bij een lokale test:

	     var mic:Microphone = Microphone.getEnhancedMicrophone();
	     var options:MicrophoneEnhancedOptions = new MicrophoneEnhancedOptions();
	     options.mode = MicrophoneEnhancedMode.FULL_DUPLEX;
	     mic.enhancedOptions = options;
	     mic.setLoopBack(true);
	 

De methode setUseEchoSuppression() wordt genegeerd wanneer de akoestische echo-opheffing wordt gebruikt.

Wanneer een SWF-bestand de microfoon probeert te gebruiken die wordt geretourneerd door de methode Microphone.getEnhancedMicrophone() (bijvoorbeeld wanneer u NetStream.attachAudio() aanroept), geeft Flash Player een dialoogvenster Privacy weer waarin de gebruiker de toegang tot de microfoon kan toestaan of weigeren. (Zorg dat de grootte van het werkgebied tenminste 215 x 138 pixels is. Dit is de minimale grootte die Flash Player nodig heeft om het dialoogvenster weer te geven.)

Parameters

Verwante API-elementen

Retourneert een verwijzing naar een object Microphone voor het vastleggen van audio. Als u wilt beginnen met het vastleggen van audio, koppelt u het object Microphone aan een object NetStream (zie NetStream.attachAudio()).

Meerdere aanroepen van Microphone.getMicrophone() verwijzen naar dezelfde microfoon. Dus als uw code de regels mic1 = Microphone.getMicrophone() en mic2 = Microphone.getMicrophone() bevat, verwijzen zowel mic1 als mic2 naar dezelfde (standaard)microfoon.

In het algemeen moet u geen waarde voor index doorgeven. U kunt eenvoudigweg air.Microphone.getMicrophone() aanroepen om een verwijzing naar de standaardmicrofoon te retourneren. In de sectie met microfooninstellingen in het deelvenster met Flash Player-instellingen kan de gebruiker de standaardmicrofoon voor de toepassing opgeven. (Het deelvenster met Flash Player-instellingen wordt geopend als de gebruiker rechtsklikt op Flash Player-inhoud in een webbrowser.) Wanneer u een waarde voor index doorgeeft, kunt u naar een andere microfoon verwijzen dan de microfoon die door de gebruiker is gekozen. Onder bepaalde omstandigheden kunt u index gebruiken, bijvoorbeeld wanneer de toepassing audio vastlegt van twee microfoons tegelijk. De inhoud die in Adobe AIR wordt uitgevoerd maakt ook gebruik van de Flash Player-instelling voor de standaardmicrofoon.

Gebruik de eigenschap Microphone.index om de indexwaarde van het huidige object Microphone op te halen. U kunt deze waarde vervolgens doorgeven aan andere methoden van de klasse Microphone.

Wanneer een SWF-bestand de microfoon probeert te gebruiken die wordt geretourneerd door de methode Microphone.getMicrophone() (bijvoorbeeld wanneer u NetStream.attachAudio() aanroept), geeft Flash Player een dialoogvenster Privacy weer waarin de gebruiker de toegang tot de microfoon kan toestaan of weigeren. (Zorg dat de grootte van het werkgebied tenminste 215 x 138 pixels is. Dit is de minimale grootte die Flash Player nodig heeft om het dialoogvenster weer te geven.)

Wanneer de gebruiker op dit dialoogvenster reageert, wordt een gebeurtenis status geretourneerd die het antwoord van de gebruiker aangeeft. U kunt ook de eigenschap Microphone.muted controleren om te bepalen of de gebruiker toegang tot de microfoon heeft toegestaan of geweigerd.

Wanneer Microphone.getMicrophone() null retourneert, wordt de microfoon door een andere toepassing gebruikt of zijn er geen microfoons op het systeem geïnstalleerd. Gebruik Microphones.names.length om te bepalen of er microfoons zijn geïnstalleerd. Gebruik System.showSettings() om het deelvenster Microphone van Flash Player Settings weer te geven. In dit deelvenster kan de gebruiker de microfoon kiezen waarnaar wordt verwezen door Microphone.getMicrophone().

Parameters

Verwante API-elementen

var mic:Microphone = Microphone.getMicrophone();
mic.setLoopBack();
mic.addEventListener(StatusEvent.STATUS, mic_status);
 
var tf:TextField = new TextField();
tf.autoSize = TextFieldAutoSize.LEFT;
tf.text = "Detecting microphone...";
addChild(tf);
 
function mic_status(evt:StatusEvent):void {
    tf.text = "Microphone is muted?: " + mic.muted;
    switch (evt.code) {
        case "Microphone.Unmuted":
            tf.appendText("\n" + "Microphone access was allowed.");
            break;
        case "Microphone.Muted":
            tf.appendText("\n" + "Microphone access was denied.");
            break;
    }
}

Hiermee wordt door de toepassing toestemming gevraagd voor de microfoon.

Geleidt audio die door een microfoon wordt vastgelegd naar de lokale luidsprekers.

Parameters

Stelt het minimale invoerniveau in dat als geluid moet worden beschouwd en (optioneel) de duur van de stiltetijd die aangeeft dat stilte is begonnen.

• Als u wilt voorkomen dat de microfoon geluid detecteert, geeft u de waarde 100 door voor silenceLevel; hierdoor wordt de gebeurtenis activity nooit verzonden.
• Gebruik de eigenschap Microphone.activityLevel om de hoeveelheid geluid te bepalen die de microfoon momenteel detecteert.

Speex bevat VAD-functionaliteit (Voice Activity Detection) en vermindert automatisch de bandbreedte als er geen stem wordt gehoord. Wanneer u de Speex-codec gebruikt, wordt door Adobe aanbevolen dat u het stilteniveau instelt op 0.

Activiteitsdetectie is de mogelijkheid te detecteren wanneer audioniveaus suggereren dat een persoon praat. Wanneer iemand niet praat, kan bandbreedte worden bespaard omdat de bijbehorende audiostream niet hoeft te worden verzonden. Deze informatie kan ook worden gebruikt voor visuele feedback, zodat de gebruikers weten dat zij (of anderen) stil zijn.

Stiltewaarden komen direct overeen met activiteitwaarden. Volledige stilte komt overeen met de activiteitwaarde 0. Constant luid geluid (zo luid als kan worden geregistreerd op basis van de huidige versterkingsinstelling) komt overeen met een activiteitwaarde van 100. Nadat de versterking is aangepast, is uw activiteitwaarde lager dan uw stiltewaarde wanneer u niet praat. Wanneer u praat, is uw activiteitwaarde hoger dan uw stiltewaarde.

Deze methode lijkt op Camera.setMotionLevel(); beide methoden worden gebruikt om op te geven wanneer de gebeurtenis activity wordt verzonden. Deze methoden hebben echter een ander effect op het publiceren van streams:

• Camera.setMotionLevel() is ontworpen om beweging te detecteren en heeft geen effect op het bandbreedtegebruik. Zelfs wanneer een videostream geen beweging detecteert, wordt video verzonden.
• Microphone.setSilenceLevel() is ontworpen om de bandbreedte te optimaliseren. Wanneer een audiostream als stil wordt beschouwd, worden geen audiogegevens verzonden. Er wordt in plaats daarvan één bericht verzonden dat aangeeft dat een stilte is gestart.

Parameters

Verwante API-elementen

Hiermee wordt opgegeven of het kenmerk voor echo-onderdrukking van de audio-codec wordt gebruikt. De standaardwaarde is false tenzij de gebruiker Reduce Echo heeft geselecteerd in het deelvenster Microphone van Flash Player Settings.

Echo-onderdrukking probeert de effecten van audiofeedback te verminderen. Feedback wordt veroorzaakt wanneer geluid van de luidspreker wordt opgevangen door een microfoon op dezelfde systeem. (Dit verschilt van het opheffen van de akoestische echo, waarmee de feedback volledig wordt verwijderd. De methode setUseEchoSuppression() wordt genegeerd wanneer u de methode getEnhancedMicrophone() aanroept om akoestische echo-opheffing te gebruiken.)

Het is doorgaans raadzaam de echo te onderdrukken wanneer het geluid dat wordt vastgelegd, wordt afgespeeld via luidsprekers in plaats van via een koptelefoon. Wanneer uw SWF-bestand gebruikers toestaat het geluidsuitvoerapparaat op te geven, wilt u mogelijk Microphone.setUseEchoSuppression(true) aanroepen wanneer de gebruikers aangeven dat zij luidsprekers gebruiken en ook de microfoon zullen gebruiken.

Gebruikers kunnen deze instellingen ook zelf aanpassen in het deelvenster Microphone van Flash Player Settings.

Parameters

Verwante API-elementen

Twee listeners luisteren naar gebeurtenissen activity enstatus. De gebeurtenis activity wordt verzonden aan het begin en het einde (indien van toepassing) van de sessie en wordt vastgelegd door de methode activityHandler() die informatie over de gebeurtenis traceert. De gebeurtenis status wordt verzonden wanneer het object voor de aangesloten microfoon statusinformatie meldt; de gebeurtenis wordt vastgelegd en getraceerd via de methode statusHandler().

Opmerking: dit voorbeeld werkt alleen correct wanneer een microfoon op uw computer is aangesloten.

package {
    import flash.display.Sprite;
    import flash.events.*;
    import flash.media.Microphone;
    import flash.system.Security;

    public class MicrophoneExample extends Sprite {
        public function MicrophoneExample() {
            var mic:Microphone = Microphone.getMicrophone();
            Security.showSettings("2");
            mic.setLoopBack(true);
                    
            if (mic != null) {
                mic.setUseEchoSuppression(true);
                mic.addEventListener(ActivityEvent.ACTIVITY, activityHandler);
                mic.addEventListener(StatusEvent.STATUS, statusHandler);
            }
        }

        private function activityHandler(event:ActivityEvent):void {
            trace("activityHandler: " + event);
        }

        private function statusHandler(event:StatusEvent):void {
            trace("statusHandler: " + event);
        }
    }
}