Symbolische operatoren zijn tekens die opgeven hoe u de waarden in een expressie kunt combineren, vergelijken of wijzigen.
bitsgewijs | |||
---|---|---|---|
& | bitwise AND | expression1 en expression2 om in 32-bits gehele getallen zonder teken en voert een Booleaanse bewerking AND uit voor elke bit van de parameters van gehele getallen. | |
<< | bitwise left shift | expression1 en shiftCount om in 32-bits gehele getallen en verplaatst alle bits in expression1 een aantal posities naar links. Dit aantal is het gehele getal dat het resultaat is van de omzetting van shiftCount . | |
~ | bitwise NOT | expression om in een 32-bits geheel getal met teken en past vervolgens een bitsgewijze één-complement-bewerking toe. | |
| | bitwise OR | expression1 en expression2 om in 32-bits gehele getallen zonder teken en plaatst een 1 op elke bitpositie waar de bijbehorende bits van expression1 of expression2 1 zijn. | |
>> | bitwise right shift | expression en shiftCount om in 32-bits gehele getallen en verplaatst alle bits in expression een aantal posities naar rechts. Dit aantal is het gehele getal dat het resultaat is van de omzetting van shiftCount . | |
>>> | bitwise unsigned right shift | >> ), met dit verschil dat deze operator het teken van de oorspronkelijke expressie niet behoudt omdat de bits aan de linkerkant altijd met 0 worden gevuld. | |
^ | bitwise XOR | expression1 en expression2 om in 32-bits gehele getallen zonder teken en plaatst een 1 op elke bitpositie waar de bijbehorende bits in expression1 of expression2 , maar niet beide, 1 zijn. | |
bitsgewijze samengestelde toewijzing | |||
&= | bitwise AND assignment | expression1 de waarde van expression1 & expression2 toe. | |
<<= | bitwise left shift and assignment | <<= (bitsgewijs naar links verplaatsen) uit en slaat de inhoud als resultaat op in expression1 . | |
|= | bitwise OR assignment | expression1 de waarde van expression1 | expression2 toe. | |
>>= | bitwise right shift and assignment | expression . | |
>>>= | bitwise unsigned right shift and assignment | expression . | |
^= | bitwise XOR assignment | expression1 de waarde van expression1 ^ expression2 toe. | |
logisch | |||
&& | logical AND | expression1 als de waarde false is of kan worden omgezet in false , anders expression2 . | |
&&= | logical AND assignment | expression1 de waarde van expression1 && expression2 toe. | |
! | logical NOT | ||
|| | logical OR | expression1 als de waarde true is of kan worden omgezet in true , anders expression2 . | |
||= | logical OR assignment | expression1 de waarde van expression1 || expression2 toe. | |
opmerking | |||
/*..*/ | block comment delimiter | ||
// | line comment delimiter | ||
overige | |||
[] | array access | a0 , enzovoort) of verkrijgt toegang tot elementen in een array. | |
as | |||
, | comma | expression1 , vervolgens expression2 , enzovoort. | |
?: | conditional | expression1 en als de waarde van expression1 true is, is het resultaat de waarde van expression2 ; anders is het resultaat de waarde van expression3 . | |
delete | reference . Het resultaat is true als de eigenschap niet aanwezig is wanneer de bewerking is voltooid; anders is het resultaat false . | ||
. | dot | ||
in | |||
instanceof | function bevat. | ||
is | |||
:: | name qualifier | ||
new | |||
{} | object initializer | name en value . | |
() | parentheses | ||
/ | RegExp delimiter | ||
: | type | ||
typeof | expression en retourneert een tekenreeks die het gegevenstype van de expressie opgeeft. | ||
void | undefined . | ||
rekenkundig | |||
+ | addition | ||
-- | decrement | ||
/ | division | expression1 door expression2 . | |
++ | increment | ||
% | modulo | expression1 gedeeld door expression2 . | |
* | multiplication | ||
- | subtraction | ||
rekenkundige samengestelde toewijzing | |||
+= | addition assignment | expression1 de waarde van expression1 + expression2 toe. | |
/= | division assignment | expression1 de waarde van expression1 / expression2 toe. | |
%= | modulo assignment | expression1 de waarde van expression1 % expression2 toe. | |
*= | multiplication assignment | expression1 de waarde van expression1 * expression2 toe. | |
-= | subtraction assignment | expression1 de waarde van expression1 - expression2 toe. | |
tekenreeks | |||
+ | concatenation | ||
+= | concatenation assignment | expression1 de waarde van expression1 + expression2 toe. | |
" | string delimiter | ||
toewijzing | |||
= | assignment | expression2 (de operand aan de rechterkant) toe aan de variabele, het arrayelement of de eigenschap in expression1 . | |
vergelijking | |||
== | equality | ||
> | greater than | expression1 groter is dan expression2 . Als dat het geval is, is het resultaat true . | |
>= | greater than or equal to | expression1 groter dan of gelijk aan expression2 is (true ) of dat expression1 kleiner dan expression2 is (false ). | |
!= | inequality | == (gelijk aan). | |
< | less than | expression1 kleiner is dan expression2 . Als dat het geval is, is het resultaat true . | |
<= | less than or equal to | expression1 kleiner dan of gelijk aan expression2 is. Als dat het geval is, is het resultaat true . | |
=== | strict equality | ||
!== | strict inequality | === (strikt gelijk aan). | |
XML | |||
@ | attribute identifier | ||
{ } | braces (XML) | ||
[ ] | brackets (XML) | ||
+ | concatenation (XMLList) | ||
+= | concatenation assignment (XMLList) | expression1 , een XMLList-object, de waarde van expression1 + expression2 toe. | |
delete (XML) | reference . | ||
.. | descendant accessor | ||
. | dot (XML) | ||
( ) | parentheses (XML) | ||
< > | XML literal tag delimiter |
+ addition | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Telt numerieke expressies op. Wanneer beide expressies gehele getallen zijn, is de som een geheel getal; wanneer één of beide expressies drijvende-kommagetallen zijn, is de som een drijvende-kommagetal.
Wanneer een van de expressies een tekenreeks is, worden alle andere expressies in tekenreeksen omgezet en samengevoegd in plaats van bij elkaar opgeteld. Als een expressie geen getal is, wordt deze door Flash® Player omgezet in een getal.
Operandenexpression1:Number —
Een op te tellen waarde.
| |
expression2:Number —
Een op te tellen waarde.
|
Number —
Een geheel getal of een drijvende-kommagetal.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Met de volgende instructie worden de gehele getallen 2 en 3 toegevoegd:
trace(2 + 3); // 5
trace(2.5 + 3.25); // 5.75
trace("Number " + 8 + 0); // Number 80
deposit
een invoertekstveld in het werkgebied. Wanneer een gebruiker een stortingsbedrag invoert, probeert het script deposit
aan oldBalance
toe te voegen. Omdat deposit
van het type String is, voegt het script de variabelewaarden samen in plaats van deze bij elkaar op te tellen.
var oldBalance:Number = 1345.23; var currentBalance = deposit_txt.text + oldBalance; trace(currentBalance);
trace()
de waarde 4751345.23 naar het deelvenster Uitvoer. Gebruik de functie Number()
om dit te corrigeren en de tekenreeks in een getal om te zetten, zoals hieronder wordt getoond:
var oldBalance:Number = 1345.23; var currentBalance:Number = Number(deposit_txt.text) + oldBalance; trace(currentBalance);
Verwante API-elementen
+= addition assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 + expression2
toe. De volgende twee instructies hebben bijvoorbeeld hetzelfde resultaat:
x += y; x = x + y;Alle regels van de operator + (optellen) zijn van toepassing op de operator
+=
(optellen en toewijzen).
Operandenexpression1:Number —
Een getal.
| |
expression2:Number —
Een getal.
|
Number —
Het resultaat van de optelling.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
in het volgende voorbeeld wordt een numeriek gebruik van de operator
+=
(optellen en toewijzen) getoond:
var x:Number = 5; var y:Number = 10; x += y; trace(x); // 15
Verwante API-elementen
[] array access | Operator |
|
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Initialiseert een nieuwe array of multidimensionale array met de opgegeven elementen ( a0
, enzovoort) of verkrijgt toegang tot elementen in een array. Met de operator voor arraytoegang kunt u instantienamen, objectnamen en variabelenamen dynamisch instellen en ophalen. Hiermee hebt u ook toegang tot objecteigenschappen.
Gebruik 1: een array is een object waarvan de eigenschappen elementen worden genoemd. Deze elementen worden aangegeven met een getal dat een index wordt genoemd. Wanneer u een array maakt, omringt u de elementen met de operator voor arraytoegang ([]) (of vierkante haakjes). Een array kan elementen van verschillende typen bevatten. De volgende array met de naam employee
bevat bijvoorbeeld drie elementen, het eerste element is een getal en de volgende twee elementen zijn tekenreeksen (binnen aanhalingstekens):
var employee:Array = [15, "Barbara", "Jay"];
ticTacToe
. Deze array bevat drie elementen waarvan elk element ook een array is met drie elementen: var ticTacToe:Array = [[1, 2, 3], [4, 5, 6], [7, 8, 9]]; /* Select Debug > List Variables in test mode to see a list of the array elements.*/
var my_array:Array = new Array(); my_array[0] = 15; my_array[1] = "Hello"; my_array[2] = true;
my_array[3] = "George";
trace()
wordt het derde element (index 2) van de tweede array (index 1) gevonden.
var ticTacToe:Array = [[1, 2, 3], [4, 5, 6], [7, 8, 9]]; trace(ticTacToe[1][2]); // 6
var obj:Object = new Object(); obj.prop1 = "foo"; trace(obj["prop" + 1]); // foo obj.prop2 = "bar"; for (j in obj) { trace(obj[j]); } /* Output of for loop: foo bar */
myArray:Object —
De naam van een array.
| |
a0, a1,...aN:Object —
Elementen in een array. Elk native type of objectinstantie, inclusief geneste arrays.
| |
i:Number —
Een geheel getal groter dan of gelijk aan 0.
| |
myObject:Object —
De naam van een object.
| |
propertyName:String —
Een tekenreeks die een eigenschap van het object benoemt.
|
Object —
Gebruik 1: een verwijzing naar een array. Gebruik 2: een waarde van de array; een native type of een objectinstantie (waaronder een Array-instantie). Gebruik 3: een eigenschap van het object; een native type of een objectinstantie (waaronder een Array-instantie). |
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld worden twee manieren getoond om een nieuw, leeg object Array te maken. De eerste regel gebruikt vierkante haakjes:
var my_array:Array = []; var my_array:Array = new Array();
In het volgende voorbeeld wordt de array employee_array
met drie elementen gemaakt en wordt het derde element in de array gewijzigd.
var employee_array = ["Barbara", "George", "Mary"]; trace(employee_array); // Barbara,George,Mary employee_array[2] = "Sam"; trace(employee_array); // Barbara,George,Sam
obj
moet worden opgehaald:
var obj:Object = new Object(); obj.prop1 = "foo"; obj.prop2 = "bar"; for (var i:int = 1;i < 3;i++) { trace(obj["prop"+i]); } /* Output of for loop: foo bar */
Verwante API-elementen
as | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert of een expressie die door de eerste operand wordt opgegeven, lid is van het gegevenstype dat door de tweede operand wordt opgegeven. Wanneer de eerste operand lid van het gegevenstype is, is het resultaat de eerste operand. Anders is het resultaat de waarde null
.
De expressie die wordt gebruikt voor de tweede operand, moet een gegevenstype opleveren.
Operandenexpression:* —
De waarde die met het opgegeven gegevenstype moet worden vergeleken.
| |
datatype:Class —
Het gegevenstype dat wordt gebruikt om de operand expression te evalueren. Het speciale type * (zonder type) kan niet worden gebruikt.
|
Object —
Het resultaat is expression als expression lid is van het gegevenstype dat in datatype is opgegeven. Anders is het resultaat de waarde null .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een eenvoudige array gemaakt met de naam
myArray
en wordt de operator as
gebruikt bij diverse gegevenstypen.
public var myArray:Array = ["one", "two", "three"]; trace(myArray as Array); // one,two,three trace(myArray as Number); // null trace(myArray as int); // null
Verwante API-elementen
= assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst de waarde van expression2
(de operand aan de rechterkant) toe aan de variabele, het arrayelement of de eigenschap in expression1
. Toewijzen kan via waarde of via verwijzing plaatsvinden. Bij toewijzen via waarde wordt de huidige waarde van expression2
gekopieerd en opgeslagen in expression1
. Toewijzen via waarde wordt gebruikt wanneer expression2
een primitieve waarde is (het gegevenstype is Boolean, Number, int, uint of String). Bij toewijzen via verwijzing wordt een verwijzing naar expression2
in expression1
opgeslagen. Toewijzen via verwijzing wordt vaak toegepast via de operator new
. De operator new
maakt een object in het geheugen en een verwijzing naar die locatie in het geheugen wordt aan een variabele toegewezen.
Opmerking: in ActionScript 3.0 zijn alle waarden (inclusief primitieve waarden) objecten en vinden alle toewijzingen plaats via verwijzing. Primitieve objecten hebben echter speciale operatoren waardoor ze zich kunnen gedragen alsof ze via waarde zijn toegewezen.
Operandenexpression1:* —
Een variabele, element, array of eigenschap van een object.
| |
expression2:* —
Een waarde van een willekeurig type.
|
Object —
De toegewezen waarde, expression2 .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt toewijzen via waarde gebruikt om de waarde 5 aan de variabele
z
toe te wijzen.
var z:Number = 5;
hello
" aan de variabele z
toe te wijzen:
var x:String; x = "hello";
moonsOfJupiter
te maken; deze variabele bevat een verwijzing naar een zojuist gemaakt object Array. Toewijzen via waarde wordt vervolgens gebruikt om de waarde "Callisto" te kopiëren naar het eerste element van de array waarnaar door de variabele moonsOfJupiter
wordt verwezen:
var moonsOfJupiter:Array = new Array(); moonsOfJupiter[0] = "Callisto";
mercury
toe te wijzen. Vervolgens wordt toewijzen via waarde gebruikt om de waarde 3030 aan de eigenschap diameter
van het object mercury
toe te wijzen:
var mercury:Object = new Object(); mercury.diameter = 3030; // in miles trace(mercury.diameter); // 3030
merkur
(het Duitse woord voor mercury) en hieraan wordt de waarde van mercury
toegewezen. Hierdoor worden twee variabelen gemaakt die naar hetzelfde object in het geheugen verwijzen. Dit heeft tot gevolg dat u beide variabelen kunt gebruiken om toegang te krijgen tot de eigenschappen van het object. Vervolgens kan de eigenschap diameter
worden gewijzigd, zodat kilometers in plaats van mijlen worden gebruikt:
var merkur:Object = mercury; merkur.diameter = 4878; // in kilometers trace(mercury.diameter); // 4878
Verwante API-elementen
@ attribute identifier | Operator |
myXML.@attributeName |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Identificeert kenmerken van een object XML of XMLList. myXML.@id
identificeert bijvoorbeeld kenmerken met de naam id
voor het XML-object myXML
. U kunt ook de volgende syntaxis gebruiken om toegang te krijgen tot kenmerken: myXML.attribute("id")
, myXML["@id"]
en myXML.@["id"]
. De syntaxis myXML.@id
wordt aanbevolen. Als u een XMLList-object van alle kenmerknamen wilt retourneren, gebruikt u @*
. Als u een kenmerk wilt retourneren met een naam die overeenkomt met een voor ActionScript gereserveerd woord, gebruikt u de methode attribute()
in plaats van de operator @
.
attributeName:* —
De naam van het kenmerk.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het eerste voorbeeld ziet u hoe u met de operator
@
(apenstaartje) een kenmerk van een element identificeert:
var myXML:XML = <item id = "42"> <catalogName>Presta tube</catalogName> <price>3.99</price> </item>; trace(myXML.@id); // 42
var xml:XML =<example id='123' color='blue'/> var xml2:XMLList = xml.@*; trace(xml2 is XMLList); // true trace(xml2.length()); // 2 for (var i:int = 0; i < xml2.length(); i++) { trace(typeof(xml2[i])); // xml trace(xml2[i].nodeKind()); // attribute trace(xml2[i].name()); // id and color }
xml.@class
niet gebruiken (omdat class
een gereserveerd woord is in ActionScript). U moet de syntaxis xml.attribute("class")
gebruiken:
var xml:XML = <example class='123'/> trace(xml.attribute("class"));
Verwante API-elementen
& bitwise AND | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression1
en expression2
om in 32-bits gehele getallen zonder teken en voert een Booleaanse bewerking AND uit voor elke bit van de parameters van gehele getallen. Drijvende-kommagetallen worden in gehele getallen omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Het resultaat is een nieuw 32-bits geheel getal.
Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Operandenexpression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een bitsgewijze AND van 13 (binair 1101) en van 11 (binair 1011) uitgevoerd door de bitrepresentaties van de getallen te vergelijken. Het resulterende gehele getal bestaat uit een reeks bits die elk alleen op 1 worden gezet wanneer de bits van beide operanden op dezelfde positie 1 zijn.
var insert:Number = 13; var update:Number = 11; trace(insert & update); // 9 (or 1001 binary)
1101 & 1011 ---- 1001
In de volgende voorbeelden wordt de werking van de omzetting van een geretourneerde waarde getoond:
trace(0xFFFFFFFF); // 4294967295 trace(0xFFFFFFFF & 0xFFFFFFFF); // -1 trace(0xFFFFFFFF & -1); // -1 trace(4294967295 & -1); // -1 trace(4294967295 & 4294967295); // -1
Verwante API-elementen
&= bitwise AND assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1
& expression2
toe. De volgende twee expressies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x &= y; x = x & y;Operanden
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
int —
De waarde van expression1 & expression2 .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de waarde 9 aan
x
toegewezen:
var x:Number = 15; var y:Number = 9; trace(x &= y); // 9
Verwante API-elementen
<< bitwise left shift | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression1
en shiftCount
om in 32-bits gehele getallen en verplaatst alle bits in expression1
een aantal posities naar links. Dit aantal is het gehele getal dat het resultaat is van de omzetting van shiftCount
. De bitposities die bij deze bewerking leeg worden gemaakt, worden gevuld met 0 en bits die verder worden verplaatst dan het linkereinde, worden verwijderd. Wanneer u een waarde één positie naar links verplaatst, staat dit gelijk aan vermenigvuldigen met 2.
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Wanneer het resultaat een negatief geheel getal is, wordt een fout bij uitvoering gegenereerd wanneer u probeert het resultaat aan een variabele van het type uint
toe te wijzen. ActionScript heeft geen operator 'bitsgewijs zonder teken naar links verplaatsen', maar u bereikt hetzelfde effect, en voorkomt de fout bij uitvoering, als u uint(expression1 << shiftCount)
gebruikt:
var num1:uint = 0xFF; var num2:uint = uint(num1 << 24); // uint() prevents runtime error
expression1:Number —
Een getal of expressie dat/die naar links moet worden verplaatst.
| |
shiftCount:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt het gehele getal 1 10 bits naar links verplaatst:
x = 1 << 10
00000000001 binary << 10 decimal -------------- 10000000000 binary equals 1024 decimal
In het volgende voorbeeld wordt het gehele getal 7 8 bits naar links verplaatst:
x = 7 << 8
00000000111 binary << 8 decimal -------------- 11100000000 binary equals 1792 decimal
Met de volgende instructie trace
wordt getoond dat de bits drie posities naar rechts zijn verplaatst:
// 1 binary == 0001 // 8 binary == 1000 trace(1 << 3); // 8
Verwante API-elementen
<<= bitwise left shift and assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Voert de bewerking <<=
(bitsgewijs naar links verplaatsen) uit en slaat de inhoud als resultaat op in expression1
. De volgende twee expressies zijn gelijkwaardig:
A <<= B A = (A << B)Operanden
expression1:Number —
Een getal of expressie dat/die naar links moet worden verplaatst.
| |
expression2:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator <<= (bitsgewijs naar links verplaatsen en toewijzen) gebruikt om alle bits één positie naar links te verplaatsen:
var x:Number = 4; // Shift all bits one slot to the left. x <<= 1; trace(x); // 8 // 4 decimal = 0100 binary // 8 decimal = 1000 binary
Verwante API-elementen
~ bitwise NOT | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression
om in een 32-bits geheel getal met teken en past vervolgens een bitsgewijze één-complement-bewerking toe. Dit betekent dat elke bit met waarde 0 in het resultaat op 1 wordt ingesteld en dat elke bit met waarde 1 in het resultaat op 0 wordt ingesteld. Het resultaat is een 32-bits geheel getal met teken. Deze operator wordt ook één-complement-operator of bitsgewijze complement-operator genoemd.
De hexadecimale waarde 0x7777 wordt bijvoorbeeld als het volgende binaire getal weergegeven:
0111011101110111
De bitsgewijze negatie van die hexadecimale waarde, ~0x7777, is het volgende binaire getal:
1000100010001000
Hexadecimaal is dit 0x8888. Daarom is ~0x7777 gelijk aan 0x8888.
Bitsgewijze operatoren worden vooral gebruikt voor het weergeven van markeringsbits (Booleaanse waarden die elk door 1 bit worden vertegenwoordigd).
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Operandenexpression:Number —
Een getal dat moet worden omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt het gebruik van de operator
~
(bitsgewijze NOT) met markeringsbits getoond:
var ReadOnlyFlag:int = 0x0001; // defines bit 0 as the read-only flag var flags:int = 0; trace(flags); /* To set the read-only flag in the flags variable, the following code uses the bitwise OR: */ flags |= ReadOnlyFlag; trace(flags); /* To clear the read-only flag in the flags variable, first construct a mask by using bitwise NOT on ReadOnlyFlag. In the mask, every bit is a 1 except for the read-only flag. Then, use bitwise AND with the mask to clear the read-only flag. The following code constructs the mask and performs the bitwise AND: */ flags &= ~ReadOnlyFlag; trace(flags); // 0 1 0
Verwante API-elementen
| bitwise OR | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression1
en expression2
om in 32-bits gehele getallen zonder teken en plaatst een 1 op elke bitpositie waar de bijbehorende bits van expression1
of expression2
1 zijn.
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Operandenexpression1:Number —
Een getal.
| |
expression2:Number —
Een getal.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Hieronder ziet u een voorbeeld van een bitsgewijze OR-bewerking (
|
): // 15 decimal = 1111 binary var a:Number = 15; // 9 decimal = 1001 binary var b:Number = 9; // 1111 | 1001 = 1111 trace(a | b); // returns 15 decimal (1111 binary)
|
(bitsgewijze OR) moet niet worden verward met ||
(logische OR).
Verwante API-elementen
|= bitwise OR assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 | expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x |= y; x = x | y;Operanden
expression1:Number —
Een getal dat moet worden omgezet.
| |
expression2:Number —
Een getal dat moet worden omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator voor bitsgewijs OR en toewijzen (
|=
) gebruikt: // 15 decimal = 1111 binary var a:Number = 15; // 9 decimal = 1001 binary var b:Number = 9; // 1111 |= 1001 = 1111 trace(a |= b); // returns 15 decimal (1111 binary)
Verwante API-elementen
>> bitwise right shift | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression
en shiftCount
om in 32-bits gehele getallen en verplaatst alle bits in expression
een aantal posities naar rechts. Dit aantal is het gehele getal dat het resultaat is van de omzetting van shiftCount
. Bits die voorbij het rechtereinde worden verplaatst, worden verwijderd. Het teken van de oorspronkelijke expressie blijft behouden doordat de bits aan de linkerkant met 0 worden gevuld wanneer de meest significante bit (de meest linkse bit) van expression
0 is. De bits worden met 1 gevuld wanneer de meest significante bit 1 is. Wanneer u een waarde één positie naar rechts verplaatst, komt dit overeen met delen door 2 en de rest verwijderen.
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Operandenexpression:Number —
Een getal of expressie dat/die naar rechts moet worden verplaatst.
| |
shiftCount:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt 65535 in een 32-bits geheel getal omgezet en wordt de waarde 8 bits naar rechts verplaatst, resulterend in de decimale waarde 255:
var a:Number = 65535 >> 8; trace(a); // 255
00000000000000001111111111111111 binary (65535 decimal) >> 8 decimal -------------------- 00000000000000000000000011111111 binary (255 decimal)In het volgende voorbeeld wordt -8 in een 32-bits geheel getal omgezet en wordt de waarde 1 bit naar rechts verplaatst, resulterend in de decimale waarde -4:
var a:Number = -8 >> 1; trace(a); // -4
11111111111111111111111111111000 binary (-8 decimal) >> 1 decimal -------------------- 11111111111111111111111111111100 binary (-4 decimal)
Verwante API-elementen
>>= bitwise right shift and assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Voert een bitsgewijze verplaatsing naar rechts uit en slaat het resultaat op in expression
.
De volgende twee instructies zijn gelijkwaardig:
A >>= B; A = (A >> B);Operanden
expression:Number —
Een getal of expressie dat/die naar rechts moet worden verplaatst.
| |
shiftCount:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In de volgende code wordt de operator
>>=
(bitsgewijs naar rechts verplaatsen en toewijzen) gebruikt:
function convertToBinary(numberToConvert:Number):String { var result:String = ""; for (var i = 0; i < 32; i++) { // Extract least significant bit using bitwise AND. var lsb:Number = numberToConvert & 1; // Add this bit to the result. result = (lsb ? "1" : "0")+result; // Shift numberToConvert right by one bit, to see next bit. numberToConvert >>= 1; } return result; } trace(convertToBinary(479)); // Returns the string 00000000000000000000000111011111. // This string is the binary representation of the decimal number 479.
Verwante API-elementen
>>> bitwise unsigned right shift | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Dezelfde operator als de operator voor bitsgewijs naar rechts verplaatsen (>>
), met dit verschil dat deze operator het teken van de oorspronkelijke expressie niet behoudt omdat de bits aan de linkerkant altijd met 0 worden gevuld.
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits geheel getal zonder teken. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik 0 tot en met 4294967295.
Opmerking: ActionScript heeft geen aanvullende operator 'bitsgewijs zonder teken naar links verplaatsen', maar u bereikt hetzelfde effect als u uint(expression << shiftCount)
gebruikt.
expression:Number —
Een getal of expressie dat/die naar rechts moet worden verplaatst.
| |
shiftCount:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
uint —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt -1 in een 32-bits geheel getal omgezet en wordt de waarde hiervan 1 bit naar rechts verplaatst:
var a:Number = -1 >>> 1; trace(a); // 2147483647
Verwante API-elementen
>>>= bitwise unsigned right shift and assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Voert een bitsgewijze verplaatsing naar rechts zonder teken uit en slaat het resultaat op in expression
. De volgende twee instructies zijn gelijkwaardig:
A >>>= B; A = (A >>> B);Operanden
expression:Number —
Een getal of expressie dat/die naar rechts moet worden verplaatst.
| |
shiftCount:Number —
Een getal of expressie dat/die in een geheel getal tussen 0 en 31 wordt omgezet.
|
uint —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt -1 in een 32-bits geheel getal omgezet en wordt de waarde hiervan 1 bit naar rechts verplaatst:
var a:Number = -1; a >>>= 1; trace(a); // 2147483647
Verwante API-elementen
^ bitwise XOR | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Zet expression1
en expression2
om in 32-bits gehele getallen zonder teken en plaatst een 1 op elke bitpositie waar de bijbehorende bits in expression1
of expression2
, maar niet beide, 1 zijn.
Een drijvende-kommagetal wordt in een geheel getal omgezet door de cijfers na het decimaalteken te verwijderen. Een positief geheel getal wordt in een hexadecimale waarde zonder teken omgezet met een maximumwaarde van 4294967295 of 0xFFFFFFFF. Wanneer het getal groter is dan de maximumwaarde, worden de meest significante cijfers genegeerd tijdens het omzetten zodat de waarde 32-bits blijft. Een negatief getal wordt met de twee-complement-notatie omgezet in een hexadecimale waarde zonder teken met een minimumwaarde van -2147483648 of 0x800000000. Wanneer het getal kleiner is dan de minimumwaarde, wordt het met grotere precisie met de twee-complement-notatie omgezet en worden vervolgens de meest significante cijfers genegeerd.
Het resultaat wordt geïnterpreteerd als een 32-bits twee-complement-getal. Dit betekent dat het resultaat een geheel getal is in het bereik van -2147483648 tot en met 2147483647.
Operandenexpression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de bitsgewijze operator XOR gebruikt voor de decimalen 15 en 9 en wordt het resultaat aan de variabele
a
toegewezen:
// 15 decimal = 1111 binary // 9 decimal = 1001 binary var a:Number = 15 ^ 9; trace(a); // 1111 ^ 1001 = 0110 // returns 6 decimal (0110 binary)
Verwante API-elementen
^= bitwise XOR assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 ^ expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x ^= y x = x ^ yOperanden
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
int —
Het resultaat van de bitsgewijze bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een bitsgewijze toewijzingsbewerking (^=) XOR getoond:
// 15 decimal = 1111 binary var a:Number = 15; // 9 decimal = 1001 binary var b:Number = 9; trace(a ^= b); // returns 6 decimal (0110 binary)
Verwante API-elementen
/*..*/ block comment delimiter | Operator |
/* comment */ /* comment comment */ |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Scheidt een of meer regels scriptopmerkingen. Tekens tussen het openingsscheidingsteken (/*
) en het sluitingsscheidingsteken (*/
) worden beschouwd als opmerking en door de ActionScript-compiler genegeerd. Gebruik deze scheidingstekens om opmerkingen op meerdere, opeenvolgende regels te identificeren. Gebruik voor opmerkingen op één regel het scheidingsteken //
.
Er wordt een foutmelding gegenereerd wanneer u het sluitingsscheidingsteken voor opmerkingenblok ( */
) weglaat of opmerkingen nest. Nadat een openingsscheidingsteken (/*
) is gebruikt, eindigt het eerste sluitingsscheidingsteken (*/
) de opmerking, ongeacht het aantal voorafgaande openingsscheidingstekens.
comment:* —
Willekeurige tekens.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende script wordt aan het begin van het script scheidingstekens voor opmerkingenblok gebruikt:
/* records the X and Y positions of the ball and bat movie clips */ var ballX:Number = ball_mc._x; var ballY:Number = ball_mc._y; var batX:Number = bat_mc._x; var batY:Number = bat_mc._y;
/* This is an attempt to nest comments. /* But the first closing tag will be paired with the first opening tag */ and this text will not be interpreted as a comment */
Verwante API-elementen
{ } braces (XML) | Operator |
myXML = <{tagName} {attributeName} = {attributeValue}>{content}{tagName}> |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert een expressie die wordt gebruikt in een XML- of XMLList-initialiseerder. Een XML- of XMLList-initialiseerder is een letterlijke waarde die is toegewezen aan een variabele van het type XML of XMLList. Een expressie die wordt gescheiden door de XML-operatoren {
en }
kan in een XML- of XMLList-initialiseerder worden gebruikt in plaats van letterlijke namen of waarden. Een expressie kan worden gebruikt in plaats van tagName
, attributeName
, attributeValue
en content
.
myXML:* —
Een object XML of XMLList.
| |
tagName:* —
Een expressie die de naam van een XML-tag oplevert.
| |
attributeName:* —
Een expressie die de naam van een XML-kenmerk oplevert.
| |
attributeValue:* —
Een expressie die de waarde van een XML-kenmerk oplevert.
| |
content:* —
Een expressie die de inhoud van een XML-tag oplevert.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u de operatoren { en } kunt gebruiken bij het definiëren van een letterlijke XML:
var tagname:String = "item"; var attributename:String = "id"; var attributevalue:String = "5"; var content:String = "Chicken"; var x:XML = <{tagname} {attributename}={attributevalue}>{content}</{tagname}>; trace(x.toXMLString()); // <item id="5">Chicken</item>
Verwante API-elementen
[ ] brackets (XML) | Operator |
myXML[expression] |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Hiermee wordt toegang tot een eigenschap of kenmerk van een object XML of XMLList verkregen. Met de vierkante-haakjesoperator kunt u eigenschapnamen benaderen die niet toegankelijk zijn met de puntoperator ( .
).
myXML:* —
Een object XML of XMLList.
| |
expression:* —
Een expressie die de naam van een XML-tag of -kenmerk oplevert.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld ziet u hoe u met de operatoren
[
en ]
toegang krijgt tot een XML-eigenschap die niet toegankelijk is met de puntoperator vanwege het koppelteken in de tagnaam:
var myXML:XML = <a><foo-bar>44</foo-bar></a>; trace(myXML["foo-bar"]);
Verwante API-elementen
, comma | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert expression1
, vervolgens expression2
, enzovoort. Deze operator wordt vooral gebruikt met de lusinstructie for
en wordt vaak gebruikt met de haakjesoperator ()
.
expression1:* —
Een expressie die moet worden geëvalueerd.
| |
expression2:* —
Een expressie die moet worden geëvalueerd.
| |
expressionN:* —
Willekeurig aantal aanvullende expressies dat moet worden geëvalueerd.
|
Object —
De waarden van de geëvalueerde expressies.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de kommaoperator (
,
) in de lus for
gebruikt:
for (i = 0, j = 0; i < 3 && j < 3; i++, j+=2) { trace("i = " + i + ", j = " + j); } // output: // i = 0, j = 0 // i = 1, j = 2
=
):
var v:Number = 0; v = 4, 5, 6; trace(v); // 4
var v:Number = 0; v = (4, 5, 6); trace(v); // 6
v + 4
, wordt aan de variabele v
toegewezen omdat de toewijzingsoperator (=) een hogere prioriteit heeft dan de kommaoperator. De tweede expressie, z++
, wordt geëvalueerd en z
wordt met één verhoogd.
var v:Number = 0; var z:Number = 0; v = v + 4 , z++, v + 6; trace(v); // 4 trace(z); // 1
=
) wordt geëvalueerd:
var v:Number = 0; var z:Number = 0; v = (v + 4, z++, v + 6); trace(v); // 6 trace(z); // 1
Verwante API-elementen
+ concatenation | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Voegt tekenreeksen samen (combineren). Wanneer een van de expressies een tekenreeks is, worden de andere expressies omgezet in tekenreeksen en samengevoegd.
Wanneer beide expressies getallen zijn, functioneert deze operator als een operator voor optellen.
Operandenexpression1:String —
Een tekenreeks die moet worden samengevoegd.
| |
expression2:String —
Een tekenreeks die moet worden samengevoegd.
|
String —
De samengevoegde tekenreeks.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld worden twee tekenreeksen samengevoegd.
var lastName:String = "Cola"; var instrument:String = "Drums"; trace(lastName + " plays " + instrument); // Cola plays Drums
trace("Number " + 8 + 0); // Number 80
var a:String = 3 + 10 + "asdf"; trace(a); // 13asdf var b:String = "asdf" + 3 + 10; trace(b); // asdf310
Verwante API-elementen
+ concatenation (XMLList) | Operator |
expression1 + expression2 |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
voegt XML- of XMLList-waarden samen (combineren) tot een object XMLList. Het resultaat is alleen een object XMLList wanneer beide operanden XML- of XMLList-waarden zijn.
Operandenexpression1:* —
Een XML- of XMLList-waarde.
| |
expression2:* —
Een XML- of XMLList-waarde.
|
XMLList —
Het samengevoegde object XMLList.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u de XMLList-operator
+
(samenvoegen) gebruikt:
var x1:XML = <employee id = "42"> <firstName>Joe</firstName> <lastName>Smith</lastName> </employee>; var x2:XML = <employee id = "43"> <firstName>Susan</firstName> <lastName>Jones</lastName> </employee>; var myXMLList:XMLList = x1 + x2; trace(myXMLList.toXMLString());
Met de instructie trace
wordt de volgende uitvoer geproduceerd:
<employee id = "42">
<firstName>Joe</firstName>
<lastName>Smith</lastName>
</employee>
<employee id = "43">
<firstName>Susan</firstName>
<lastName>Jones</lastName>
</employee>
Verwante API-elementen
+= concatenation assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 + expression2
toe. De volgende twee instructies hebben bijvoorbeeld hetzelfde resultaat:
x += y; x = x + y;Alle regels van de operator
+
(samenvoegen) zijn van toepassing op de operator +=
(samenvoegen en toewijzen). Het gebruik van samenvoegen en toewijzen voor de eigenschap text
van een TextField
(someTextField.text += moreText
), is veel minder efficiënt dan TextField.appendText()
, met name bij een TextField
dat een aanzienlijke hoeveelheid inhoud bevat.
Operandenexpression1:String —
Een tekenreeks.
| |
expression2:String —
Een tekenreeks.
|
Number —
Het resultaat van de samenvoeging.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In dit voorbeeld wordt de operator
+=
gebruikt met een tekenreeksexpressie:
var x1:String = "My name is "; x1 += "Gilbert"; trace(x1); // My name is Gilbert
Verwante API-elementen
+= concatenation assignment (XMLList) | Operator |
expression1 += expression2 |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
, een XMLList-object, de waarde van expression1 + expression2
toe. De volgende twee instructies hebben bijvoorbeeld hetzelfde resultaat:
x += y; x = x + y;Alle regels van de XMLList-operator
+
(samenvoegen) zijn van toepassing op de XMLList-operator +=
(samenvoegen en toewijzen).
Operandenexpression1:XMLList —
Het object XMLList waaraan u een nieuwe waarde wilt toevoegen.
| |
expression2:* —
Een XML- of XMLList-waarde.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u de XMLList-operator
+=
(samenvoegen en toewijzen) gebruikt:
var x1:XML = <location>Athens</location>; var x2:XML = <location>Paris</location>; myXMLList = x1 + x2; var x3:XML = <location>Springfield</location>; myXMLList += x3; trace(myXMLList.toXMLString());
Met de instructie trace
wordt de volgende uitvoer geproduceerd:
<location>Athens</location>
<location>Paris</location>
<location>Springfield</location>
Verwante API-elementen
?: conditional | Operator |
expression1 ? expression2 : expression3 |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert expression1
en als de waarde van expression1
true
is, is het resultaat de waarde van expression2
; anders is het resultaat de waarde van expression3
.
expression1:Boolean —
Een expressie die een Booleaanse waarde oplevert. Dit is meestal een vergelijkende expressie, zoals x < 5 .
| |
expression2:* —
Een waarde van een willekeurig type.
| |
expression3:* —
Een waarde van een willekeurig type.
|
* —
De waarde van expression2 of expression3 .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De volgende instructie wijst de waarde van variabele
x
toe aan variabele z
omdat de eerste expressie de waarde true
oplevert:
var x:Number = 5; var y:Number = 10; var z = (x < 6) ? x: y; trace(z); // returns 5
var timecode:String = (new Date().getHours() < 11) ? "AM" : "PM"; trace(timecode);
if (new Date().getHours() < 11) { var timecode:String = "AM"; } else { var timecode:String = "PM"; } trace(timecode);
-- decrement | Operator |
--expression expression-- |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Verlaagt de operand met 1. De operand kan een variabele, element in een array of eigenschap van een object zijn. De vooraf verlagende vorm van de operator (--expression
) verlaagt expression
met 1 en retourneert het resultaat. De achteraf verlagende vorm van de operator (expression--
) verlaagt expression
met 1 en retourneert de beginwaarde van expression
(de waarde vóór de verlaging).
expression:Number —
Een getal of een variabele die een getal oplevert.
|
Number —
Het resultaat van de verlaagde waarde.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De vooraf verlagende vorm van de operator verlaagt
x
naar 2 (x
- 1 = 2
) en retourneert het resultaat als y
.
var x:Number = 3; var y:Number = --x; // y is equal to 2
x
naar 2 ( x
- 1 = 2
) en retourneert de oorspronkelijke waarde van x
als het resultaat y
:
var x:Number = 3; var y:Number = x--; // y is equal to 3
i
met 1:
for (var i = 10; i > 0; i--) { trace(i); }
delete | Operator |
delete reference |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Verwijdert de objecteigenschap die is opgegeven met reference
. Het resultaat is true
als de eigenschap niet aanwezig is wanneer de bewerking is voltooid; anders is het resultaat false
. De operator delete
retourneert true
als deze wordt aangeroepen voor een niet-bestaande eigenschap of een dynamische eigenschap die niet in een klasse is gedefinieerd.
De operator delete
kan mislukken en false
retourneren als de parameter reference
niet kan worden verwijderd. U kunt geen vaste eigenschappen of variabelen verwijderen die met de instructie var
zijn gedeclareerd. Een vaste eigenschap is een variabele of methode die in een klassedefinitie is gedefinieerd.
U kunt niet de operator delete
gebruiken om een eigenschap of een klasse te verwijderen, tenzij die klasse een dynamische klasse is die bij uitvoering is toegevoegd. Eigenschappen van verzegelde klassen kunnen niet met delete
worden verwijderd. Stel de eigenschap in plaats daarvan in op null
.
Opmerking: u kunt een object niet verwijderen, maar u kunt wel zorgen dat het in aanmerking komt voor opschoning. Dit doet u door alle verwijzingen naar het object te verwijderen. De meest gebruikte verwijzing naar een object is een variabele die ernaar verwijst. U kunt een dergelijke verwijzing verwijderen door de variabele in te stellen op null
. Bij opschonen wordt elk object zonder verwijzingen verwijderd.
reference:* —
De naam van de eigenschap die moet worden verwijderd.
|
Boolean —
De waarde true als het verwijderen gelukt is en false als het niet gelukt is.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
in het volgende voorbeeld wordt een eigenschap van een object verwijderd:
// create the new object "account" var account:Object = new Object(); // assign property name to the account account.name = "Jon"; // delete the property delete account.name; trace(account.name); // undefined // delete a nonexistent property var fooDeleted:Boolean = delete account.foo; trace(fooDeleted); // true
In het volgende voorbeeld wordt de waarde van een arrayelement verwijderd, maar blijft de waarde van de eigenschap length
ongewijzigd:
var my_array:Array = new Array(); my_array[0] = "abc"; // my_array.length == 1 my_array[1] = "def"; // my_array.length == 2 my_array[2] = "ghi"; // my_array.length == 3 // my_array[2] is deleted, but Array.length is not changed delete my_array[2]; trace(my_array.length); // 3 trace(my_array); // abc,def,
in het volgende voorbeeld wordt getoond hoe de geretourneerde Booleaanse waarde uit delete
als voorwaarde voor toekomstige code-uitvoering kan worden gebruikt. Als voor een item dat al is verwijderd nogmaals delete
wordt aangeroepen, wordt false
geretourneerd.
var my_array:Array = [ "abc", "def", "ghi" ]; var deleteWasSuccessful:Boolean deleteWasSuccessful = delete my_array[0]; if(deleteWasSuccessful) delete my_array[1]; deleteWasSuccessful = delete my_array[0]; if(deleteWasSuccessful) delete my_array[2]; trace(my_array) // outputs: undefined,undefined,ghi
Verwante API-elementen
delete (XML) | Operator |
delete reference |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Verwijdert de XML-elementen of -kenmerken die zijn opgegeven door reference
.
reference:XMLList —
Elk object XMLList dat de te verwijderen XML-elementen of -kenmerken opgeeft.
|
Boolean —
Retourneert altijd de waarde true . Het resultaat is altijd true omdat de XMLList-operand altijd naar een geldig (maar mogelijk leeg) XMLList-object verwijst.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u een kenmerk verwijdert, daarna een enkel element en vervolgens meerdere elementen:
var x1:XML = <x1> <a id = "52">AYY</a> <a>AYY 2 </a> <b>BEE</b> <c>CEE</c> </x1>; trace(x1.toXMLString()); trace("___________"); delete x1.a.@id; trace(x1.toXMLString()); trace("___________"); delete x1.b; trace(x1.toXMLString()); trace("___________"); delete x1.a; trace(x1.toXMLString());
De uitvoer is als volgt:
<x1>
<a id="52">AYY</a>
<a>AYY 2</a>
<b>BEE</b>
<c>CEE</c>
</x1>
___________
<x1>
<a>AYY</a>
<a>AYY 2</a>
<b>BEE</b>
<c>CEE</c>
</x1>
___________
<x1>
<a>AYY</a>
<a>AYY 2</a>
<c>CEE</c>
</x1>
___________
<x1>
<c>CEE</c>
</x1>
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u alle inhoud van een element kunt verwijderen, inclusief kenmerken en onderliggende elementen, zonder het element zelf te verwijderen:
var xml:XML = <order> <item id="121">hamburger</item> <item id="122">fries</item> <item id="123">chocolate shake</item> </order>; delete xml.item[1].*; delete xml.item[1].@*; trace(xml);
De uitvoer van dit voorbeeld is als volgt:
<order>
<tem id="121">hamburger</item>
<item/>
<item id="123">chocolate shake</item>
</order>
.. descendant accessor | Operator |
myXML..childElement1..@attributeName |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Navigeert naar afstammende elementen van een object XML of XMLList of (in combinatie met de operator @) zoekt naar overeenkomende kenmerken of afstammingen. De overeenkomende elementen of kenmerken hoeven geen direct onderliggende items van het object XML of XMLList te zijn. Ze kunnen zich lager in de structuur bevinden (bijvoorbeeld kleinkinderen). Het resultaat is een XMLList-object omdat meer dan één onderliggend element of kenmerk van toepassing kan zijn.
De volgorde van nodes in het object XMLList dat wordt geretourneerd, is het resultaat van een bewerking waarbij de structuur eerst op diepte wordt doorlopen. Overweeg bijvoorbeeld het volgende:
var myXML:XML = <a> <b>one <c> <b>two</b> </c> </b> <b>three</b> </a>; trace(myXML..b[0].toXMLString()); trace("______________"); trace(myXML..b[1].toXMLString()); trace("______________"); trace(myXML..b[2].toXMLString());
Dit zou resulteren in de volgende uitvoer:
<b>
one
<c>
<b>two</b>
</c>
</b>
______________
<b>two</b>
______________
<b>three</b>
U kunt de methode XML.descendants()
gebruiken in plaats van de afstammingsoperator (..) om afstammingen te retourneren met namen die overeenkomen met woorden die zijn gereserveerd voor ActionScript, zoals in het volgende voorbeeld wordt weergegeven:
var xml:XML = <enrollees> <student id="239"> <class name="Algebra" /> <class name="Spanish 2"/> </student> <student id="206"> <class name="Trigonometry" /> <class name="Spanish 2" /> </student> </enrollees>; trace(xml.descendants("class"));
myXML:Object —
Het object XML of XMLList.
| |
childElement1_or_attributeName —
De naam van een XML-eigenschap of de naam van een kenmerk.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u de afstammingsoperator (..) kunt gebruiken om afstammende elementen van een XML-object te retourneren en een kenmerk van een element te retourneren:
var myXML:XML = <employees> <employee id = "42"> <firstName>Billy</firstName> <lastName>Einstein</lastName> </employee> <employee id = "43"> <firstName>Sally</firstName> <lastName>Shostakovich</lastName> </employee> </employees> trace(myXML..firstName); // <firstName>Billy</firstName> // <firstName>Sally</firstName> trace(myXML..@id); //4243
Verwante API-elementen
/ division | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Deelt expression1
door expression2
. Het resultaat van de operator voor delen is een drijvende-kommagetal met dubbele precisie.
expression:Number —
Een getal of een variabele die een getal oplevert.
|
Number —
Het drijvende-kommaresultaat van de bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond dat de resultaten van delen door 0 verschillen wanneer het deeltal positief, negatief of 0 is.
trace(3/0); // Infinity trace(-3/0); // -Infinity trace(0/0); // NaN
Verwante API-elementen
/= division assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 / expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x /= y; x = x / y;Operanden
expression1:Number —
Een getal of een variabele die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een variabele die een getal oplevert.
|
Number —
Een getal.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De volgende code toont het gebruik van de operator
/=
(delen en toewijzen) met variabelen en getallen:
var a:Number = 10; var b:Number = 2; a /= b; trace(a); // 5
Verwante API-elementen
. dot | Operator |
object.property_or_method |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Benadert klassevariabelen en -methoden, haalt objecteigenschappen op en stelt deze in, en scheidt geïmporteerde pakketten of klassen.
Operandenobject:Object —
Een instantie van een klasse. Het object kan een instantie zijn van alle ingebouwde ActionScript-klassen of een klasse die u definieert. Deze operand bevindt zich altijd aan de linkerkant van de puntoperator (.).
| |
property_or_method:* —
De naam van een eigenschap of methode die aan een object is gekoppeld. Alle geldige methoden en eigenschappen voor ingebouwde klassen zijn vermeld in de overzichttabellen van methoden en eigenschappen voor die klasse. Deze operand bevindt zich altijd aan de rechterkant van de puntoperator (.).
|
* —
De variabele, methode of eigenschap vermeld aan de rechterkant van de punt.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de puntoperator gebruikt als een scheidingsteken bij het importeren van de klasse Timer.
import flash.utils.Timer;
var obj:Object = new Object(); obj.propertyA = "hello"; trace(obj.propertyA); // hello
Verwante API-elementen
. dot (XML) | Operator |
myXML.childElement myXML.@attributeName |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Navigeert naar onderliggende elementen van een object XML of XMLList of retourneert kenmerken (in combinatie met de operator @) van een object XML of XMLList. Het object retourneert een XMLList omdat meer dan één onderliggend element of kenmerk van toepassing kan zijn.
Om elementen te retourneren met namen die overeenkomen met voor ActionScript gereserveerde woorden, gebruikt u de methode XML.elements()
of XML.descendants()
in plaats van de XML-operator punt (.), zoals in het volgende voorbeeld te zien is:
var xml:XML = <student id="206"> <class name="Trigonometry" /> <class name="Spanish 2" /> </student>; trace(xml.elements("class")); trace(xml.descendants("class"));
myXML:Object —
Het object XML of XMLList.
| |
childElement:* —
De naam van een XML-eigenschap.
| |
attributeName:* —
De naam van een kenmerk.
|
XMLList —
De opgegeven XMLList.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u de puntoperator (.) kunt gebruiken om een onderliggend element van een XML-object te retourneren en een kenmerk van een element te retourneren:
var myXML:XML = <employee id = "42"> <firstName>Billy</firstName> <lastName>Einstein</lastName> </employee>; trace(myXML.firstName); // Billy trace(myXML.@id); // 42
Verwante API-elementen
== equality | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Test twee expressies op gelijkheid. Wanneer de expressies gelijk zijn, is het resultaat true
.
Wanneer de gegevenstypen van de twee operanden overeenkomen, hangt de definitie van gelijkheid af van het gegevenstype van de operanden:
- Waarden van het type int, uint en Boolean worden als gelijk beschouwd wanneer de waarden overeenkomen.
- Getallen met overeenkomende waarden worden als gelijk beschouwd, tenzij beide
NaN
zijn. - Als de waarde van beide operanden
null
ofundefined
is, worden ze als gelijk beschouwd. - Tekenreeksexpressies zijn gelijk wanneer deze hetzelfde aantal tekens bevatten en de tekens identiek zijn.
- Bij XML-objecten:
- Wanneer de ene operand een tekst- of kenmerknode is en de andere eenvoudige inhoud bevat, worden beide operanden met de methode
toString()
omgezet in tekenreeksen en worden als gelijk beschouwd wanneer de resulterende tekenreeksen overeenkomen. - Anders worden objecten alleen als gelijk beschouwd wanneer de gekwalificeerde naam, kenmerken en onderliggende eigenschappen voor beide objecten overeenkomen.
- Wanneer de ene operand een tekst- of kenmerknode is en de andere eenvoudige inhoud bevat, worden beide operanden met de methode
- Objecten XMLList worden als gelijk beschouwd wanneer ze hetzelfde aantal eigenschappen hebben en zowel de volgorde als de waarden van de eigenschappen overeenkomen.
- Bij objecten Namespace worden waarden als gelijk beschouwd wanneer de eigenschappen
uri
van beide objecten overeenkomen. - Bij QName-objecten worden waarden als gelijk beschouwd als beide objecten dezelfde
uri
-eigenschap en dezelfdelocalName
-eigenschap hebben. - Variabelen die objecten, arrays en functies vertegenwoordigen, worden via verwijzing vergeleken. Twee van dergelijke variabelen zijn gelijk wanneer deze naar hetzelfde object, dezelfde array of dezelfde functie verwijzen. Twee afzonderlijke arrays worden nooit als gelijk beschouwd, ook niet wanneer deze hetzelfde aantal elementen bevatten.
false
behalve in de volgende omstandigheden:
- De waarden van de operanden zijn
undefined
ennull
; in dat geval is het resultaattrue
. - Bij automatische omzetting van gegevenstypen worden de gegevenstypen van waarden String, Boolean, int, uint en Number omgezet in compatibele typen en zijn de omgezette waarden gelijk. In dat geval worden de operanden als gelijk beschouwd.
- Eén operand is van het type XML met eenvoudige inhoud (
hasSimpleContent() == true
) en nadat beide operanden met de methodetoString()
in tekenreeksen zijn omgezet, komen de resulterende tekenreeksen overeen. - Eén operand is van het type XMLList en een van de volgende voorwaarden is van toepassing:
- De eigenschap
length
van het object XMLList is 0 en het andere object isundefined
. - De eigenschap
length
van het object XMLList is 1 en één element van het object XMLList komt overeen met de andere operand.
- De eigenschap
expression1:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of expressie.
| |
expression2:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of expressie.
|
Boolean —
De waarde true als de expressies gelijk zijn, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator
==
(gelijk aan) gebruikt met de instructie if
:
var a:String = "David" var b:String = "David"; if (a == b) { trace("David is David"); }
var a:Number = 5; var b:String = "5"; trace(a == b); // true
true
wordt omgezet in 1 en false
in 0:
var c:Number = 1; var d:Boolean = true; trace(c == d); // true var e:Number = 0; var f:Boolean = false; trace(e == f); // true
false
wordt geretourneerd:
var g:String = "true"; var h:Boolean = true; trace(g == h); // false
false
voor deze twee arrays. Hoewel de arrays gelijk lijken te zijn, is het voor vergelijking via verwijzing vereist dat zowel firstArray
als secondArray
naar dezelfde array verwijzen. In het tweede voorbeeld wordt de variabele thirdArray
gemaakt, die naar dezelfde array verwijst als firstArray
. De gelijkheidsoperator retourneert true voor deze twee arrays omdat de twee variabelen naar dezelfde array verwijzen.
var firstArray:Array = new Array("one", "two", "three"); var secondArray:Array = new Array("one", "two", "three"); trace(firstArray == secondArray); // false /* Arrays are only considered equal if the variables refer to the same array. */ var thirdArray:Array = firstArray; trace(firstArray == thirdArray); // true
Verwante API-elementen
> greater than | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Vergelijkt twee expressies en bepaalt of expression1
groter is dan expression2
. Als dat het geval is, is het resultaat true
. Als expression1
kleiner dan of gelijk aan expression2
is, is het resultaat false
.
Wanneer beide operanden van het type String zijn, worden ze vergeleken op alfabetische volgorde: alle hoofdletters komen voor kleine letters. Anders worden operanden eerst in getallen omgezet en vervolgens vergeleken.
Operandenexpression1:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
| |
expression2:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
|
Boolean —
De waarde true als expression1 groter is dan expression2 , anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond dat tekenreeksen alfabetisch worden vergeleken, waarbij hoofdletters voor kleine letters komen.
var a:String = "first"; var b:String = "First"; trace(a > b); // true
var c:Number = 5; var d:String = "4"; trace(c > d); // true var e: Number = 2; var f:Boolean = true; trace(e > f); // true
>= greater than or equal to | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Vergelijkt twee expressies en bepaalt of expression1
groter dan of gelijk aan expression2
is (true
) of dat expression1
kleiner dan expression2
is (false
).
expression1:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
| |
expression2:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
|
Boolean —
De waarde true als expression1 groter dan of gelijk aan expression2 is, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator >= (groter dan of gelijk aan) gebruikt om te bepalen of de huidige tijd groter dan of gelijk is aan 12:
if (new Date().getHours() >= 12) { trace("good afternoon"); } else { trace("good morning"); }
Verwante API-elementen
in | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert of een eigenschap deel is van een specifiek object. Als u de operator in
wilt gebruiken, geeft u een eigenschapnaam op als de eerste operand en een object als de tweede operand. Als het opgegeven object een dergelijke eigenschap bevat, is het resultaat true
; anders is het resultaat false
.
Wanneer het opgegeven object een object Array is, kunt u de operator in
gebruiken om te controleren of een bepaald indexnummer geldig is. Als u een geheel getal doorgeeft als eerste operand, is het resultaat true
als de index binnen het geldige bereik van indexnummers valt, anders is het resultaat false
.
Boolean —
De waarde true als expression1 een eigenschap is van het object dat wordt vertegenwoordigd door expression2 , anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator
in
gebruikt om te laten zien dat PI
een eigenschap is van het object Math, maar dat myProperty
dat niet is.
trace("PI" in Math); // true trace("myProperty" in Math); // false
In het volgende voorbeeld wordt de operator in
gebruikt om te laten zien dat de getallen 0, 1 en 2 geldige indexnummers zijn in het object myArray
, maar dat nummer 3 dat niet is.
public var myArray:Array = ["zero", "one", "two"]; trace(0 in myArray); // true trace(1 in myArray); // true trace(2 in myArray); // true trace(3 in myArray); // false
Verwante API-elementen
++ increment | Operator |
++expression expression++ |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Verhoogt een expressie met 1. De expressie kan een variabele, element in een array of eigenschap van een object zijn. De vooraf verhogende vorm van de operator (++expression
) verhoogt expression
met 1 en retourneert het resultaat. De achteraf verhogende vorm van de operator (expression++
) verhoogt expression
met 1 en retourneert de beginwaarde van expression
(de waarde vóór de verhoging).
expression:Number —
Een getal of een variabele die een getal oplevert.
|
Number —
Het resultaat van de verhoging.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt ++ als een vooraf verhogende operator gebruikt in de lus
while
om te tonen dat de waarde die aan de array wordt toegevoegd de waarde is die is verhoogd:
var preInc:Array = new Array(); var i:int = 0; while (i < 10) { preInc.push(++i); } trace(preInc); // 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10
while
om te tonen dat de waarde die aan de array wordt toegevoegd de oorspronkelijke waarde is:
var postInc:Array = new Array(); var i:int = 0; while (i < 10) { postInc.push(i++); } trace(postInc); // 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
while
vijf keer uit te voeren:
var i:int = 0; while (i++ < 5) { trace("this is execution " + i); } /* output: this is execution 1 this is execution 2 this is execution 3 this is execution 4 this is execution 5 */
!= inequality | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Test op het tegenovergestelde van de operator ==
(gelijk aan). Als expression1
gelijk is aan expression2
, is het resultaat false
. Net als bij de operator ==
(gelijk aan), hangt de definitie van gelijkheid af van de gegevenstypen die worden vergeleken.
Wanneer de gegevenstypen van de twee operanden overeenkomen, hangt de definitie van gelijkheid af van het gegevenstype van de operanden:
- Waarden van het type int, uint en Boolean worden als gelijk beschouwd wanneer de waarden overeenkomen.
- Getallen met overeenkomende waarden worden als gelijk beschouwd, tenzij beide
NaN
zijn. - Als de waarde van beide operanden
null
ofundefined
is, worden ze als gelijk beschouwd. - Tekenreeksexpressies zijn gelijk wanneer deze hetzelfde aantal tekens bevatten en de tekens identiek zijn.
- Bij XML-objecten:
- Wanneer de ene operand een tekst- of kenmerknode is en de andere eenvoudige inhoud bevat, worden beide operanden met de methode
toString()
omgezet in tekenreeksen en worden als gelijk beschouwd wanneer de resulterende tekenreeksen overeenkomen. - Anders worden objecten alleen als gelijk beschouwd wanneer de gekwalificeerde naam, kenmerken en onderliggende eigenschappen voor beide objecten overeenkomen.
- Wanneer de ene operand een tekst- of kenmerknode is en de andere eenvoudige inhoud bevat, worden beide operanden met de methode
- Objecten XMLList worden als gelijk beschouwd wanneer ze hetzelfde aantal eigenschappen hebben en zowel de volgorde als de waarden van de eigenschappen overeenkomen.
- Bij objecten Namespace worden waarden als gelijk beschouwd wanneer de eigenschappen
uri
van beide objecten overeenkomen. - Bij QName-objecten worden waarden als gelijk beschouwd als beide objecten dezelfde
uri
-eigenschap en dezelfdelocalName
-eigenschap hebben. - Variabelen die objecten, arrays en functies vertegenwoordigen, worden via verwijzing vergeleken. Twee van dergelijke variabelen zijn gelijk wanneer deze naar hetzelfde object, dezelfde array of dezelfde functie verwijzen. Twee afzonderlijke arrays worden nooit als gelijk beschouwd, ook niet wanneer deze hetzelfde aantal elementen bevatten.
!=
(ongelijk aan) true
, behalve onder de volgende omstandigheden:
- De waarden van de operanden zijn
undefined
ennull
; in dat geval is het resultaattrue
. - Bij automatische omzetting van gegevenstypen worden de gegevenstypen van waarden String, Boolean, int, uint en Number omgezet in compatibele typen en zijn de omgezette waarden gelijk. In dat geval worden de operanden als gelijk beschouwd.
- Eén operand is van het type XML met eenvoudige inhoud (
hasSimpleContent() == true
) en nadat beide operanden met de methodetoString()
in tekenreeksen zijn omgezet, komen de resulterende tekenreeksen overeen. - Eén operand is van het type XMLList en een van de volgende voorwaarden is van toepassing:
- De eigenschap
length
van het object XMLList is 0 en het andere object isundefined
. - De eigenschap
length
van het object XMLList is 1 en één element van het object XMLList komt overeen met de andere operand.
- De eigenschap
expression1:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
| |
expression2:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
|
Boolean —
De waarde true als de expressies niet gelijk zijn, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt het resultaat van de operator
!=
(niet gelijk aan) getoond:
trace(5 != 8); // true trace(5 != 5); // false
!=
(niet gelijk aan) in een if
-instructie gebruikt:
var a:String = "David"; var b:String = "Fool"; if (a != b) { trace("David is not a fool"); }
var a:Function = function() { trace("foo"); }; var b:Function = function() { trace("foo"); }; a(); // foo b(); // foo trace(a != b); // true a = b; a(); // foo b(); // foo trace(a != b); // false
var a:Array = [ 1, 2, 3 ]; var b:Array = [ 1, 2, 3 ]; trace(a); // 1,2,3 trace(b); // 1,2,3 trace(a != b); // true a = b; trace(a); // 1,2,3 trace(b); // 1,2,3 trace(a != b); // false
Verwante API-elementen
instanceof | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert of de prototypeketen van een expressie het prototype voor function
bevat. De operator instanceof
is opgenomen voor achterwaartse compatibiliteit met ECMAScript, 3rd Edition en kan nuttig zijn voor geavanceerde programmeurs die ervoor kiezen prototypegebaseerde overerving te gebruiken met constructorfuncties in plaats van klassen.
Gebruik de operator is
om te controleren of een object lid is van een specifiek gegevenstype.
Als de operator instanceof
wordt gebruikt bij klassen, is deze gelijk aan de operator is
omdat de prototypeketen van een klasse alle bijbehorende superklassen bevat. Interfaces worden echter niet opgenomen in prototypeketens. De operator instanceof
resulteert dus altijd in false
als deze bij interfaces wordt gebruikt, terwijl de operator is
intrue
resulteert als een object tot een klasse behoort die de opgegeven interface implementeert.
Opmerking: de ActionScript-operator is
is het equivalent van de Java-operator instanceof
.
expression:Object —
Het object dat de prototypeketen bevat die moet worden geëvalueerd.
| |
function:Object —
Een functieobject (of klasse)
|
Boolean —
Retourneert true als de prototypeketen van expression het prototypeobject voor function bevat, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een instantie gemaakt van de klasse Sprite met de naam
mySprite
en wordt met de operator instanceof
getest of de prototypeketen van mySprite
de prototypeobjecten van de klassen Sprite en DisplayObject bevat. Het resultaat is true
bij de klassen Sprite en DisplayObject omdat de prototypeobjecten voor Sprite en DisplayObject in de prototypeketen van mySprite
staan.
var mySprite:Sprite = new Sprite(); trace(mySprite instanceof Sprite); // true trace(mySprite instanceof DisplayObject); // true
instanceof
niet werkt met interfaces. De operator is
resulteert in true
omdat de klasse DisplayObject, een superklasse van de klasse Sprite, de interface IBitmapDrawable implementeert.
var mySprite:Sprite = new Sprite(); trace(mySprite instanceof IBitmapDrawable); // false trace(mySprite is IBitmapDrawable); // true
Verwante API-elementen
is | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert of een object compatibel is met een specifiek gegevenstype, specifieke klasse of specifieke interface. Gebruik de operator is
in plaats van de operator instanceof
voor typevergelijking. U kunt ook de operator is
gebruiken om te controleren of een object een interface implementeert.
Boolean —
De waarde true als expression1 compatible is met het gegevenstype, de klasse of de interface die in expression2 is opgegeven, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een instantie gemaakt van de klasse Sprite met de naam
mySprite
en wordt met de operator is
getest of mySprite
een instantie is van de klassen Sprite en DisplayObject en of implementatie van de interface IEventDispatcher plaatsvindt.
import flash.display.*; import flash.events.IEventDispatcher; var mySprite:Sprite = new Sprite(); trace(mySprite is Sprite); // true trace(mySprite is DisplayObject); // true trace(mySprite is IEventDispatcher); // true
Verwante API-elementen
< less than | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Vergelijkt twee expressies en bepaalt of expression1
kleiner is dan expression2
. Als dat het geval is, is het resultaat true
. Als expression1
groter dan of gelijk aan expression2
is, is het resultaat false
.
Wanneer beide operanden van het type String zijn, worden ze vergeleken op alfabetische volgorde: alle hoofdletters komen voor kleine letters. Anders worden operanden eerst in getallen omgezet en vervolgens vergeleken.
Operandenexpression1:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
| |
expression2:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
|
Boolean —
De waarde true als expression1 kleiner is dan expression2 , anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De volgende voorbeelden tonen de resultaten
true
en false
voor numerieke vergelijkingen en tekenreeksvergelijkingen:
trace(5 < 10); // true trace(2 < 2); // false trace(10 < 3); // false trace("Allen" < "Jack"); // true trace("Jack" < "Allen"); // false trace("11" < "3"); // true trace("11" < 3); // false (numeric comparison) trace("C" < "abc"); // true trace("A" < "a"); // true
<= less than or equal to | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Vergelijkt twee expressies en bepaalt of expression1
kleiner dan of gelijk aan expression2
is. Als dat het geval is, is het resultaat true
. Als expression1
groter is dan expression2
, is het resultaat false
.
Wanneer beide operanden van het type String zijn, worden ze vergeleken op alfabetische volgorde: alle hoofdletters komen voor kleine letters. Anders worden operanden eerst in getallen omgezet en vervolgens vergeleken.
Operandenexpression1:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
| |
expression2:Object —
Een tekenreeks, geheel getal of drijvende-kommagetal.
|
Boolean —
De waarde true als expression1 kleiner dan of gelijk aan expression2 is, anders false .
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De volgende voorbeelden tonen de resultaten
true
en false
voor numerieke vergelijkingen en tekenreeksvergelijkingen:
trace(5 <= 10); // true trace(2 <= 2); // true trace(10 <= 3); // false trace("Allen" <= "Jack"); // true trace("Jack" <= "Allen"); // false trace("11" <= "3"); // true trace("11" <= 3); // false (numeric comparison) trace("C" <= "abc"); // true trace("A" <= "a"); // true
// line comment delimiter | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Geeft het begin van een scriptopmerking aan. Tekens tussen het scheidingsteken voor opmerkingen ( //
) en het teken voor regeleinde wordt als een opmerking beschouwd en wordt genegeerd. Gebruik dit scheidingsteken voor opmerkingen op één regel. Gebruik de scheidingstekens /*
en */
voor opmerkingen op meerdere, opeenvolgende regels.
comment:* —
Willekeurige tekens.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een opmerking van een enkele regel getoond:
// Any text following a line comment delimiter is ignored during compilation
Verwante API-elementen
&& logical AND | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Retourneert expression1
als de waarde false
is of kan worden omgezet in false
, anders expression2
. Voorbeelden van waarden die kunnen worden omgezet in false
zijn 0, NaN
, null
en undefined
. Als u een functieaanroep als expression2
gebruikt, wordt de functie niet aangeroepen als expression1
false oplevert.
Als beide operanden van het type Boolean zijn, is het resultaat alleen true
als beide operanden true
zijn, zoals in de volgende tabel te zien is:
Expressie | Resultaat |
---|---|
|
|
|
|
|
|
|
|
expression1:* —
Een waarde of expressie van een willekeurig type.
| |
expression2:* —
Een waarde of expressie van een willekeurig type.
|
* —
Een Booleaanse waarde wanneer beide operanden van het type Boolean zijn. Anders is het resultaat de waarde van een van de expressies.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de logische operator AND (
&&
) gebruikt om een test uit te voeren om te bepalen of een speler de game heeft gewonnen. De variabelen turns
en score
worden bijgewerkt wanneer een speler in het spel aan de beurt is of punten scoort. Het script toont 'U wint!' wanneer de score van de speler in drie beurten of minder 75 of hoger is.
var turns:Number = 2; var score:Number = 77; if ((turns <= 3) && (score >= 75)) { trace("You Win the Game!"); } else { trace("Try Again!"); }
Verwante API-elementen
&&= logical AND assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 && expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x &&= y; x = x && y;Operanden
expression1:* —
Een waarde van een willekeurig type.
| |
expression2:* —
Een waarde van een willekeurig type.
|
* —
Een Booleaanse waarde wanneer beide operanden leden van het gegevenstype Boolean zijn. Anders is het resultaat de waarde van een van de twee expressies.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de variabele
myVar
gewijzigd in een XML-tag, behalve als myVar
null is. In het voorbeeld wordt de variabele myVar
gewijzigd op voorwaarde dat de variabele niet resulteert in false
. Deze techniek maakt gebruik van het feit dat de logische operator AND (&&
) de waarde van expression1
retourneert als expression1
de waarde false
oplevert; anders wordt de waarde van expression2
geretourneerd. Als myVar
al een waarde bevat die true
oplevert, wordt myVar
gewijzigd zodat deze op een XML-tag lijkt. Als myVar
echter een waarde bevat die false
oplevert, zoals de waarden null
, ""
(lege tekenreeks) en undefined
, blijft myVar
ongewijzigd.
var myVar:String = 'tag'; myVar &&= "<" + myVar + "/>"; trace (myVar); // output: <tag/>
if
, zoals in het volgende voorbeeld wordt getoond:
var myVar:String = 'tag'; if (myVar != '') { myVar = "<" + myVar + "/>"; } trace (myVar); // output: <tag/>
if
gebruikt, heeft dat als voordeel dat de code gemakkelijker te lezen is. Als u de operator voor toewijzing van de logische AND (&&=
) gebruikt, heeft dat als voordeel dat u de exacte standaardwaarde voor een bepaald gegevenstype niet hoeft op te geven.
Verwante API-elementen
! logical NOT | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Keert de Booleaanse waarde van een variabele of expressie om. Als expression
een variabele is met de absolute of omgezette waarde true
, is de waarde van !expression
false
. Als de expressie x && y
de waarde false
oplevert, levert de expressie !(x && y)
de waarde true
op.
De volgende expressies tonen het resultaat van het gebruik van de logische operator NOT (!):
!true
retourneertfalse
.!false
retourneerttrue
.
expression:Boolean —
Een expressie of variabele die een Booleaanse waarde oplevert.
|
Boolean —
Het Booleaanse resultaat van de logische bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de variabele
happy
ingesteld op false
. De voorwaarde if
evalueert de voorwaarde !happy
. Als de voorwaarde true
is, verzendt de instructie trace()
een tekenreeks.
var happy:Boolean = false; if (!happy) { trace("don't worry, be happy"); // don't worry, be happy }
trace
wordt uitgevoerd omdat !false
gelijk is aan true
.
Verwante API-elementen
|| logical OR | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Retourneert expression1
als de waarde true
is of kan worden omgezet in true
, anders expression2
. Als u een functieaanroep als expression2
gebruikt, wordt de functie niet aangeroepen als expression1
true oplevert.
Als beide operanden van het type Boolean zijn, is het resultaat true
als een of beide expressies true
zijn. Het resultaat is alleen false
als beide expressies false
zijn, zoals in de volgende tabel te zien is:
Expressie | Resultaat |
---|---|
|
|
|
|
|
|
|
|
expression1:* —
Een waarde van een willekeurig type.
| |
expression2:* —
Een waarde van een willekeurig type.
|
* —
Een Booleaanse waarde wanneer beide operanden leden van het gegevenstype Boolean zijn. Anders is het resultaat de waarde van een van de twee expressies.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de logische operator OR (
||
) gebruikt in de instructie if
: De tweede expressie levert true
op, dus is het uiteindelijke resultaat true
:
var a:Number = 10; var b:Number = 250; var start:Boolean = false; if ((a > 25) || (b > 200) || (start)) { trace("the logical OR test passed"); // the logical OR test passed }
if
true is (b > 200
).
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe het gebruik van een functieaanroep als de tweede operand tot onverwachte resultaten kan leiden. Als de expressie aan de linkerkant van de operator de waarde true
oplevert, wordt dat resultaat geretourneerd zonder dat de expressie aan de rechterkant wordt geëvalueerd (de functie fx2()
wordt niet aangeroepen).
function fx1():Boolean { trace("fx1 called"); return true; } function fx2():Boolean { trace("fx2 called"); return true; } if (fx1() || fx2()) { trace("IF statement entered"); }
Verwante API-elementen
||= logical OR assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 || expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x ||= y; x = x || y;Operanden
expression1:* —
Een waarde van een willekeurig type.
| |
expression2:* —
Een waarde van een willekeurig type.
|
* —
Een Booleaanse waarde wanneer beide operanden leden van het gegevenstype Boolean zijn. Anders is het resultaat de waarde van een van de twee expressies.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt een standaardwaarde toegewezen aan een eerder gedeclareerde variabele met de naam
myVar
. Deze techniek maakt gebruik van het feit dat de logische operator OR (||
) de waarde van expression1
retourneert als expression1
de waarde true
oplevert; anders wordt de waarde van expression2
geretourneerd. Als myVar
al een waarde bevat die true
oplevert, blijft myVar
ongewijzigd. Als myVar
echter een waarde bevat die false
oplevert, zoals de waarden null
, ""
(lege tekenreeks) en undefined
, wordt aan myVar
de waarde "default"
toegewezen.
myVar ||= "default";
Verwante API-elementen
% modulo | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Berekent de rest van expression1
gedeeld door expression2
. Wanneer een van de operanden niet-numeriek is, probeert de operator %
(restbepaling bij deling) deze om te zetten in een getal.
Het teken van het resultaat van de bewerking restbepaling bij deling komt overeen met het teken van het deeltal (het eerste getal). -4 % 3
en -4 % -3
leveren bijvoorbeeld allebei -1
op.
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert. Een tekenreeks die alleen numerieke tekens bevat, levert een getal op.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert. Een tekenreeks die alleen numerieke tekens bevat, levert een getal op.
|
Number —
Het resultaat van de rekenkundige bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende numerieke voorbeeld wordt de operator
%
(restbepaling bij deling) gebruikt:
trace(12 % 5); // 2 trace(4.3 % 2.1); // 0.0999999999999996 trace(4 % 4); // 0
%
(restbepaling bij deling) alleen de rest retourneert. De tweede trace retourneert 0,0999999999999996 in plaats van de verwachte 0,1, omdat de nauwkeurigheid bij binaire drijvende-kommaberekeningen beperkt is.
Verwante API-elementen
%= modulo assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 % expression2
toe. De volgende twee instructies zijn gelijkwaardig:
x %= y; x = x % y;Operanden
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
Number —
Het resultaat van de rekenkundige bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
in het volgende voorbeeld wordt de waarde 4 aan de variabele
a
toegewezen:
var a:Number = 14; var b:Number = 5; a %= b; trace(a); // 4
Verwante API-elementen
* multiplication | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Vermenigvuldigt twee numerieke expressies. Wanneer beide expressies gehele getallen zijn, is het product een geheel getal. Wanneer één of beide expressies drijvende-kommagetallen zijn, is het product een drijvende-kommagetal.
Operandenexpression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
Number —
Een geheel getal of een drijvende-kommagetal.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Met de volgende instructie worden de gehele getallen 2 en 3 vermenigvuldigd, resulterend in het gehele getal 6:
trace(2*3); // 6
trace(2.0 * 3.1416); // 6.2832
*= multiplication assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 * expression2
toe. De volgende twee expressies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x *= y x = x * yOperanden
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
Number —
De waarde van expression1 * expression2 . Wanneer een expressie niet in een numerieke waarde kan worden omgezet, retourneert deze NaN (geen getal).
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
in het volgende voorbeeld wordt de waarde 50 aan de variabele
a
toegewezen:
var a:Number = 5; var b:Number = 10; trace(a *= b); // 50
c
en d
:
var i:Number = 5; var c:Number = 4 - 6; var d:Number = i + 2; trace(c *= d); // -14
Verwante API-elementen
:: name qualifier | Operator |
namespace::property namespace::method() namespace::xmlObject.property namespace::xmlObject.@attribute |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Identificeert de naamruimte van een eigenschap, methode, XML-eigenschap of XML-kenmerk.
Operandennamespace:Object —
De identificerende naamruimte.
| |
propertyName:Object —
De eigenschap, de methode, de XML-eigenschap of het XML-kenmerk dat moet worden geïdentificeerd.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator
::
gebruikt om twee methoden te identificeren met dezelfde naam in twee verschillende naamruimten:
public class NamespaceExample extends Sprite { public namespace French; public namespace Hawaiian; public function NamespaceExample() { trace(Hawaiian::hello()); // aloha trace(French::hello()); // bonjour } Hawaiian function hello():String { return "aloha"; } French function hello():String { return "bonjour"; } }
::
gebruikt om XML-eigenschappen met opgegeven naamruimten te identificeren:
var soap:Namespace = new Namespace("http://schemas.xmlsoap.org/wsdl/soap/"); var w:Namespace = new Namespace("http://weather.example.org/forecast"); var myXML:XML = <soap:Envelope xmlns:soap="http://schemas.xmlsoap.org/wsdl/soap/"> <soap:Body> <w:forecast xmlns:w="http://weather.example.org/forecast"> <w:city>Quito</w:city> <w:country>Ecuador</w:country> <date>2006-01-14</date> </w:forecast> </soap:Body> </soap:Envelope>; trace(myXML.soap::Body.w::forecast.w::city); // Quito
Verwante API-elementen
new | Operator |
|
Runtimeversies: | Flash Player 5 |
Instantieert een klasse-instantie. De operator new
kan worden gebruikt met een klasse of een variabele van het type Class om een instantie van een klasse te maken. De operator new
wordt meestal gebruikt met een klasseobject om een instantie van een klasse te maken. Met de instructie new Sprite()
wordt bijvoorbeeld een instantie van de klasse Sprite gemaakt.
U kunt de operator new
ook gebruiken om een klasse te koppelen aan een ingesloten element (een extern object zoals een afbeelding, geluid of lettertype dat in een SWF-bestand is gecompileerd). Elk ingesloten element wordt vertegenwoordigd door een uniek ingesloten klasse-element. U kunt een ingesloten element benaderen door met de operator new
de gekoppelde klasse te instantiëren. Vervolgens kunt u de juiste methoden en eigenschappen van de ingesloten elementklasse aanroepen om het ingesloten element te manipuleren.
Als u liever klassen definieert met Function-objecten in plaats van met het trefwoord class
, kunt u met de operator new
objecten maken op basis van constructorfuncties. Haal constructorfuncties en constructormethoden van een klasse niet door elkaar. Een constructorfunctie is een object Function dat met het gereserveerde woord function
is gedefinieerd maar geen deel uitmaakt van een klassedefinitie. Wanneer u constructorfuncties gebruikt om objecten te maken, moet u prototypeovererving gebruiken in plaats van klasseovererving.
constructor:* —
Een klasse, functie of variabele met een waarde van het type Class.
| |
parameters:* —
Een of meer parameters, gescheiden door komma's.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de klasse
Book
gemaakt en wordt de operator new
gebruikt om de objecten book1
en book2
te maken.
class Book { var bName:String; var bPrice:Number; public function Book(nameParam:String, priceParam:Number){ bName = nameParam; bPrice = priceParam; } } var book1:Book = new Book("Confederacy of Dunces", 19.95); var book2:Book = new Book("The Floating Opera", 10.95); trace(book1); // [object Book]
new
gebruikt om een instantie van de klasse Array met 18 elementen te maken:
var golfCourse:Array = new Array(18);
Verwante API-elementen
{} object initializer | Operator |
object = {name1 : value1, name2 : value2,... nameN : valueN} |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Maakt een nieuw object en initialiseert dit met de opgegeven eigenschapparen name
en value
. Wanneer u deze operator gebruikt, is dit hetzelfde als wanneer u de syntaxis new Object
gebruikt en de eigenschapparen met de toewijzingsoperator vult. Het prototype van het zojuist gemaakte object wordt normaliter het object Object genoemd.
Deze operator wordt ook gebruikt om blokken opeenvolgende code te markeren voor instructies (for
, while
, if
, else
, switch
) en functies voor verloopbeheer.
object:Object —
Het object dat moet worden gemaakt.
| |
name1,2,...N:Object —
De namen van de eigenschappen.
| |
value1,2,...N:Object —
De overeenkomende waarde voor elke eigenschap name .
|
Object —
Een object Object.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De eerste regel van de volgende code maakt een leeg object met gebruik van de operator {} (objectinitialisatie) en de tweede regel maakt een nieuw object met gebruik van de constructorfunctie:
var object:Object = {}; var object:Object = new Object();
account
gemaakt en worden de eigenschappen name
, address
, city
, state
, zip
en balance
met bijbehorende waarden geïnitialiseerd:
var account:Object = {name:"Adobe Systems, Inc.", address:"601 Townsend Street", city:"San Francisco", state:"California", zip:"94103", balance:"1000"}; for (i in account) { trace("account."+i+" = "+account[i]); }
var person:Object = {name:"Gina Vechio", children:["Ruby", "Chickie", "Puppa"]};
var person:Object = new Object(); person.name = "Gina Vechio"; person.children = new Array(); person.children[0] = "Ruby"; person.children[1] = "Chickie"; person.children[2] = "Puppa";
Verwante API-elementen
() parentheses | Operator |
(expression1[, expression2]) (expression1, expression2) function(parameter1,..., parameterN) |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Voert een groeperende bewerking uit voor een of meer parameters, voert opeenvolgende evaluatie van expressies uit of omringt een of meer parameters en geeft ze als argumenten door aan een functie die aan de ronde haakjes voorafgaat.
Gebruik 1: bepaalt de volgorde waarin de operatoren worden uitgevoerd. Ronde haakjes overschrijven de normale prioriteitsvolgorde en zorgen dat de expressies binnen de ronde haakjes eerst worden geëvalueerd. Wanneer de ronde haakjes zijn genest, wordt eerst de inhoud van de binnenste ronde haakjes geëvalueerd en daarna de inhoud van de ronde haakjes daaromheen.
Gebruik 2: evalueert opeenvolgend een reeks door komma's gescheiden expressies en retourneert het resultaat van de laatste expressie.
Gebruik 3: omringt één of meer parameters en geeft ze door aan de functie die aan de haakjes voorafgaat.
Operandenexpression1:Object —
Een expressie die getallen, tekenreeksen, variabelen of tekst kan bevatten.
| |
expression2:Object —
Een expressie die getallen, tekenreeksen, variabelen of tekst kan bevatten.
| |
function:Function —
De functie die op de inhoud tussen de ronde haakjes moet worden uitgevoerd.
| |
parameter1...parameterN:Object —
Een reeks uit te voeren parameters voordat de resultaten als argumenten aan de functie buiten de ronde haakjes worden doorgegeven.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Gebruik 1: in de volgende instructies ziet u hoe haakjes worden gebruikt om de volgorde te bepalen waarin expressies worden uitgevoerd:
trace((2 + 3) * (4 + 5)); // 45 trace(2 + (3 * (4 + 5))); // 29 trace(2 + (3 * 4) + 5); // 19 trace(2 + (3 * 4) + 5); // 19
foo()
geëvalueerd en vervolgens de functie bar()
, waarna het resultaat van de expressie a + b
wordt geretourneerd:
var a:Number = 1; var b:Number = 2; function foo() { a += b; } function bar() { b *= 10; } trace((foo(), bar(), a + b)); // 23
var today:Date = new Date(); trace(today.getFullYear()); // outputs current year function traceParameter(param):void { trace(param); } traceParameter(2 * 2); // 4
Verwante API-elementen
( ) parentheses (XML) | Operator |
myXML.(expression) |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert een expressie in een construct ECMAScript for XML (E4X). myXML.(lastName == "Smith")
identificeert bijvoorbeeld XML-elementen met de naam lastName
en de waarde "Smith"
. Het resultaat is een object XMLList.
myXML:* —
Een object XML of XMLList.
| |
expression:* —
De expressie die de overeenkomende elementen definieert.
|
XMLList —
De XMLList die door de ronde haakjes wordt opgegeven.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt getoond hoe u ronde haakjes kunt gebruiken om elementen en kenmerken te identificeren.
var myXML:XML = <employees> <employee id = "42"> <firstName>Joe</firstName> <lastName>Smith</lastName> </employee> <employee id = "43"> <firstName>Susan</firstName> <lastName>Jones</lastName> </employee> <employee id = "44"> <firstName>Anne</firstName> <lastName>Smith</lastName> </employee> </employees>; trace(myXML.employee.(lastName == "Smith").@id.toXMLString()); // 42 // 44 trace(myXML.employee.(Number(@id) > 42).@id.toXMLString()); // 43 // 44
Verwante API-elementen
/ RegExp delimiter | Operator |
/pattern/flags |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Bij gebruik vóór en na tekens wordt aangegeven dat de tekens een letterlijke waarde hebben en als een reguliere expressie (RegExp) worden beschouwd, niet als een variabele, tekenreeks of ander ActionScript-element. De twee slash-tekens ( //
) geven het begin van een opmerking aan.
pattern:String —
Een reeks van een of meer tekens die het patroon van de reguliere expressie definiëren.
| |
flags:String —
Een reeks van nul of meer van de volgende tekens: g (voor de markering global ), i (voor de markering ignoreCase ), s (voor de markering dotall ), x (voor de markering extended ).
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld worden slash-tekens (/) gebruikt om de waarde van een variabele of type RegExp in te stellen (de markering
i
is ingesteld om geen verschil te maken tussen hoofd- en kleine letters te negeren bij het zoeken naar overeenkomsten):
var myRegExp:RegExp = /foo-\d+/i; trace(myRegExp.exec("ABC Foo-32 def.")); // Foo-32
Verwante API-elementen
=== strict equality | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Test twee expressies op gelijkheid maar voert geen automatische gegevensomzetting uit. Het resultaat is true
wanneer beide expressies, inclusief hun gegevenstypen, gelijk zijn.
De operator ===
(strikt gelijk aan) is op drie vlakken gelijk aan de operator ==
(gelijk aan):
- Getallen en Booleaanse waarden worden via hun waarde vergeleken en worden als gelijk beschouwd wanneer de waarden overeenkomen.
- Tekenreeksexpressies zijn gelijk wanneer deze hetzelfde aantal tekens bevatten en de tekens identiek zijn.
- Variabelen die objecten, arrays en functies vertegenwoordigen, worden via verwijzing vergeleken. Twee van dergelijke variabelen zijn gelijk wanneer deze naar hetzelfde object, dezelfde array of dezelfde functie verwijzen. Twee afzonderlijke arrays worden nooit als gelijk beschouwd, ook niet wanneer deze hetzelfde aantal elementen bevatten.
===
(strikt gelijk aan) verschilt op twee vlakken van de operator ==
(gelijk aan):
- De operator voor strikte gelijkheid voert alleen automatische gegevensomzetting uit voor de typen Number, int en uint, terwijl de operator voor ongelijk aan automatische gegevensomzetting uitvoert voor alle primitieve gegevenstypen.
- Bij vergelijking van
null
enundefined
retourneert de operator voor strikte gelijkheidfalse
.
var x:Number = 1
) met primitieve objecten (bijvoorbeeld var x:Number = new Number(1)
) zijn betrokken. In ActionScript 3.0 wordt namelijk geen onderscheid gemaakt tussen primitieve waarden en primitieve omvattende objecten.
Het eerste verschil is dat vergelijkingen tussen primitieve waarden en primitieve objecten die dezelfde waarde bevatten, true
retourneren in ActionScript 3.0, maar false
in eerdere versies. In lagere versies is het gegevenstype van een primitieve waarde Boolean, Number of String, terwijl het gegevenstype van een primitief object altijd Object is en niet Boolean, Number of String. In de praktijk heeft dit verschil tot gevolg dat in eerdere versies van ActionScript de volgende code resulteert in false
omdat de gegevenstypen van de operanden niet overeenkomen. In ActionScript 3.0 is het resultaat echter true
omdat primitieve waarden als Boolean, Number, int, uint of String worden getypeerd, of ze zich nu in een omvattend object bevinden of niet.
var num1:Number = 1; var num2:Number = new Number(1); trace(num1 === num2); // true in ActionScript 3.0, false in ActionScript 2.0
true
in ActionScript 3.0, maar in false
in eerdere versies.
var num1:Number = new Number(1); var num2:Number = new Number(1); trace(num1 == num2); // true in ActionScript 3.0, false in ActionScript 2.0 trace(num1 === num2); // true in ActionScript 3.0, false in ActionScript 2.0
false
is voor zowel de gelijkheids- als strikte-gelijkheidsbewerking. In ActionScript 3.0 behoren beide variabelen echter tot het gegevenstype Number, zodat ze worden vergeleken op waarde en het resultaat true
is voor zowel de gelijkheids- als strikte-gelijkheidsbewerking.
Operandenexpression1:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
| |
expression2:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
|
Boolean —
De Booleaanse waarde die het resultaat is van de vergelijking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld ziet u dat strikte gelijkheid
===
) hetzelfde is als gelijkheid (==
) wanneer zowel de waarde als de gegevenstypen overeenkomen:
var string1:String = "5"; var string2:String = "5"; trace(string1 == string2); // true trace(string1 === string2); // true
==
) dat wel doet:
// The equality (==) operator converts 5 to "5", but the strict equality operator does not var string1:String = "5"; var num:Number = 5; trace(string1 == num); // true trace(string1 === num); // false
var num:Number = 1; var bool:Boolean = true; trace(num == bool); // true trace(num === bool); // false
var num1:Number = 1; var num2:int = 1; var num3:uint = 1; trace(num1 === num2); // true trace(num1 === num3); // true
null
en undefined
als ongelijk beschouwd, terwijl de operator voor gelijkheid ze als gelijk beschouwd:
trace(null == undefined); // true trace(null === undefined); // false
Verwante API-elementen
!== strict inequality | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Test op het tegenovergestelde van de operator ===
(strikt gelijk aan). De operator voor strikte ongelijkheid voert dezelfde bewerkingen uit als de operator voor ongelijkheid, behalve dat alleen de gegevenstypen int en uint worden omgezet.
Als expression1
gelijk is aan expression2
en hun gegevenstypen gelijk zijn, is het resultaat false
.
De operator !==
(strikt ongelijk aan) is op drie vlakken gelijk aan de operator !=
(ongelijk aan):
- Getallen en Booleaanse waarden worden via hun waarde vergeleken en worden als gelijk beschouwd wanneer de waarden overeenkomen.
- Tekenreeksexpressies zijn gelijk wanneer deze hetzelfde aantal tekens bevatten en de tekens identiek zijn.
- Variabelen die objecten, arrays en functies vertegenwoordigen, worden via verwijzing vergeleken. Twee van dergelijke variabelen zijn gelijk wanneer deze naar hetzelfde object, dezelfde array of dezelfde functie verwijzen. Twee afzonderlijke arrays worden nooit als gelijk beschouwd, ook niet wanneer deze hetzelfde aantal elementen bevatten.
!=
(niet gelijk aan):
- De operator
!==
(strikt ongelijk aan) voert alleen automatische gegevensomzetting uit voor de typen Number, int en uint, terwijl de operator!=
(ongelijk aan) automatische gegevensomzetting uitvoert voor alle primitieve gegevenstypen. - Bij vergelijking van
null
enundefined
, retourneert de operator!==
(strikt ongelijk aan)true
.
expression1:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
| |
expression2:Object —
Een getal, tekenreeks, Booleaanse waarde, variabele, object, array of functie.
|
Boolean —
De Booleaanse waarde die het resultaat is van de vergelijking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
De opmerkingen in de volgende code tonen de geretourneerde waarde van bewerkingen met de operator
==
(gelijk aan), de operator ===
(strikt gelijk aan) en de operator !==
(strikt ongelijk aan):
var s1:String = "5"; var s2:String = "5"; var s3:String = "Hello"; var n:Number = 5; var b:Boolean = true; trace(s1 == s2); // true trace(s1 == s3); // false trace(s1 == n); // true trace(s1 == b); // false trace(s1 === s2); // true trace(s1 === s3); // false trace(s1 === n); // false trace(s1 === b); // false trace(s1 !== s2); // false trace(s1 !== s3); // true trace(s1 !== n); // true trace(s1 !== b); // true
Verwante API-elementen
" string delimiter | Operator |
"text" |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Bij gebruik vóór en na tekens wordt aangegeven dat de tekens een letterlijke waarde hebben en als een tekenreeks worden beschouwd, niet als een variabele, een numerieke waarde of een ander ActionScript-element.
Operandentext:String —
Een reeks met nul of meer tekens.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld worden aanhalingstekens (") gebruikt om aan te geven dat de waarde van de variabele
yourGuess
de letterlijke tekenreeks "Prince Edward Island"
is en niet de naam van een variabele.
var yourGuess:String = "Prince Edward Island"; submit_btn.onRelease = function() { trace(yourGuess); }; // Prince Edward Island
Verwante API-elementen
- subtraction | Operator |
|
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wordt gebruikt voor negatie of aftrekken.
Gebruik 1: als de operator wordt gebruikt voor negatie, keert deze het teken van een numerieke expressie om.
Gebruik 2: als de operator wordt gebruikt voor aftrekken, voert deze een rekenkundige aftrekking uit op twee numerieke expressies, waarbij expression 2
wordt afgetrokken van expression1
. Wanneer beide expressies gehele getallen zijn, is het verschil een geheel getal. Wanneer één of beide expressies drijvende-kommagetallen zijn, is het verschil een drijvende-kommagetal.
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
Number —
Een geheel getal of een drijvende-kommagetal.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Gebruik 1: de volgende instructie keert het teken van expressie 2 + 3 om:
trace(-(2 + 3)); // -5
trace(5 - 2); // 3
de volgende instructie trekt het drijvende-kommagetal 1,5 van het drijvende-kommagetal 3,25 af:
trace(3.25 - 1.5); // 1.75
-= subtraction assignment | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wijst aan expression1
de waarde van expression1 - expression2
toe. De volgende twee instructies zijn bijvoorbeeld gelijk:
x -= y ; x = x - y;
Tekenreeksexpressies moeten in getallen worden omgezet, anders is het resultaat NaN
(Not a Number (geen getal)).
expression1:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
| |
expression2:Number —
Een getal of een expressie die een getal oplevert.
|
Number —
Het resultaat van de rekenkundige bewerking.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt de operator
-=
(aftrekken en toewijzen) gebruikt om 10 van 5 af te trekken en het resultaat aan de variabele x
toe te wijzen:
var x:Number = 5; var y:Number = 10; x -= y; trace(x); // -5
var x:String = "5"; var y:String = "10"; x -= y; trace(x); // -5
Verwante API-elementen
: type | Operator |
[modifiers] var variableName:type function functionName():type { ... } function functionName(parameter1:type, ..., parameterN:type) [:type]{ ... } |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Wordt gebruikt voor het toewijzen van een gegevenstype. Deze operator geeft het type van een variabele, het type van de geretourneerde waarde van de functie of het type van een parameter van de functie op. Wanneer de operator in een variabeledeclaratie of toewijzing wordt gebruikt, geeft deze het type van de variabele op. Wanneer de operator in een functiedeclaratie of definitie wordt gebruikt, geeft deze het type van de geretourneerde waarde van de functie op. Wanneer de operator met een functieparameter in een functiedefinitie wordt gebruikt, geeft deze het verwachte variabeletype op voor die parameter.
Controle van het type vindt plaats bij uitvoering. Wanneer de compiler is ingesteld op de strikte modus, worden alle typen echter bij compilatie gecontroleerd en worden fouten gegenereerd wanneer typen niet overeenkomen. Afwijkingen kunnen voorkomen tijdens toewijzingsbewerkingen, functieaanroepen en het oplossen van klasselidverwijzingen via de puntoperator ( .
).
Typen die u kunt gebruiken, zijn alle native objecttypen, klassen en interfaces die u definieert en void
. Erkende native typen zijn Boolean, Number, int, uint en String. Alle ingebouwde klassen worden ook als native typen ondersteund.
Wanneer u geen gegevenstype toewijst, wordt de variabele, geretourneerde waarde van de functie of functieparameter als zonder type beschouwd, zodat de waarde van elk gegevenstype kan zijn. Wanneer u duidelijk wilt maken dat u opzettelijk een waarde zonder type gebruikt, kunt u het sterretje (*) gebruiken als typeannotatie. Wanneer het sterretje als typeannotatie wordt gebruikt, staat dit gelijk aan het weglaten van het type voor een variabele, de geretourneerde waarde van een functie of een functieparameter.
OperandenvariableName:* —
Een id voor een variabele.
| |
type:* —
Een native gegevenstype, door u gedefinieerde klassenaam of interfacenaam.
| |
functionName:Function —
Een id voor een functie.
| |
parameter:* —
Een id voor een functieparameter.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
Gebruik 1: in het volgende voorbeeld wordt een public-variabele met de naam
userName
van het type String gedeclareerd en wordt hieraan een lege tekenreeks toegewezen:
var userName:String = "";
randomInt()
te definiëren die het retourneringstype opgeeft als int:
function randomInt(integer:int):int { return Math.round(Math.random()*integer); } trace(randomInt(8));
squareRoot()
gedefinieerd die een parameter met de naam val
van het type Number gebruikt en de vierkantswortel van val
, ook een Number-type, retourneert:
function squareRoot(val:Number):Number { return Math.sqrt(val); } trace(squareRoot(121));
Verwante API-elementen
typeof | Operator |
|
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert expression
en retourneert een tekenreeks die het gegevenstype van de expressie opgeeft. Het resultaat is beperkt tot zes mogelijke tekenreekswaarden: boolean
, function
, number
, object
, string
en xml
. Wanneer u deze operator toepast op een instantie van een door de gebruiker gedefinieerde klasse, is het resultaat de tekenreeks object
. De operator typeof
is opgenomen voor achterwaartse compatibiliteit. Gebruik de operator is
om te controleren op typecompatibiliteit.
expression:Object —
Een object dat moet worden geëvalueerd.
|
String —
Een tekenreeksrepresentatie van het type van expression . De volgende tabel toont de resultaten van de operator typeof voor elk type van de expressie.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld wordt het resultaat van het gebruik van
typeof
op diverse objecten en waarden getoond.
trace(typeof Array); // object trace(typeof Date); // object trace(typeof 3); // number
new
gebruikt om een object te maken. Dit verschilt van eerdere versies van ActionScript, waarin de typeof
-operator object
retourneert voor variabele b
:
var a:String = "sample"; var b:String = new String("sample"); trace(typeof a); // string trace(typeof b); // string
Verwante API-elementen
void | Operator |
|
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Evalueert een expressie, negeert de waarde ervan en retourneert undefined
. De operator void
wordt vaak gebruikt bij vergelijkingen die de operator ==
gebruiken om op ongedefinieerde waarden te testen.
expression:Object —
Een expressie die moet worden geëvalueerd.
|
* —
De waarde undefined .
|
< > XML literal tag delimiter | Operator |
myXML= <{tagName} {attributeName} = {attributeValue}>{content}{tagName}> |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 9 |
Definieert een XML-tag in een letterlijke XML. Gebruik het slash-teken (/) om de afsluitingstag te definiëren.
OperandenmyXML:* —
Een object XML of XMLList.
| |
tagName:* —
Een expressie die de naam van een XML-tag oplevert.
| |
attributeName:* —
Een expressie die de naam van een XML-kenmerk oplevert.
| |
attributeValue:* —
Een expressie die de waarde van een XML-kenmerk oplevert.
| |
content:* —
Een expressie die de inhoud van een XML-tag oplevert.
|
Voorbeeld
Hoe dit voorbeeld te gebruiken
In het volgende voorbeeld ziet u hoe u de operatoren
<
en >
gebruikt bij het definiëren van een letterlijke XML:
var x:XML = <item id= "324">cola</item>;
Verwante API-elementen
Wed Jun 13 2018, 12:00 PM Z