Pakket | flash.events |
Klasse | public class TouchEvent |
Overerving | TouchEvent Event Object |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Wanneer een gebruiker communiceert met een apparaat, zoals een gsm of een scherm met touchscreen, raakt de gebruiker normaal gezien het scherm aan met zijn of haar vingers of een aanwijsapparaat. Met de TouchEvent-klasse kunt u toepassingen maken die reageren op eenvoudige aanraakgebeurtenissen, zoals een enkele vingertik. Maak gebeurtenislisteners met de gebeurtenistypen die in deze klasse zijn gedefinieerd. Voor gebruikersinteractie met meerdere aanraakpunten (bijvoorbeeld wanneer u met meerdere vingers tegelijk over het scherm schuift) kunt u de verwante GestureEvent-, PressAndTapGestureEvent- en TransformGestureEvent-klassen gebruiken. Gebruik de eigenschappen en methoden van deze klassen om gebeurtenisbedieningen samen te stellen die reageren wanneer de gebruiker het apparaat aanraakt.
Gebruik de Multitouch-klasse om de huidige omgevingsondersteuning voor aanraakinteractie te bepalen en om de ondersteuning van aanraakinteractie te beheren als deze wordt ondersteund door de huidige omgeving.
Opmerking: wanneer objecten op de weergavelijst genest zijn, verwijzen aanraakgebeurtenissen naar het diepst mogelijke geneste object dat zichtbaar is op de weergavelijst. Dit object wordt het doelknooppunt genoemd. Als u wilt dat een ancestor van een doelknooppunt (een object met het doelknooppunt in de weergavelijst) melding ontvangt van een aanraakgebeurtenis, gebruikt u EventDispatcher.addEventListener()
op het ancestorknooppunt met de typeparameter ingesteld op de specifieke aanraakgebeurtenis die u wilt detecteren.
In AIR 3 en hoger kunt u naar proximity-gebeurtenissen luisteren op ondersteunde Android-apparaten met een actieve stylus. Op dergelijke apparaten verschaffen de gebeurtenisobjecten proximityMove
en touchMove
een bytearry met pad- en druksamples die sinds de vorige verplaatsingsgebeurtenis zijn genomen. U kunt deze samples gebruiken om het pad van de stylus tussen aanraakgebeurtenissen samen te stellen. (Aanraakdetectietests voor interactie van de styllusinvoer met de weergavelijst vinden alleen plaats aan het einde van een padsegment.)
Verwante API-elementen
flash.events.GestureEvent
flash.events.TransformGestureEvent
flash.events.PressAndTapGestureEvent
flash.events.MouseEvent
flash.events.EventDispatcher.addEventListener()
Eigenschap | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
altKey : Boolean
Geeft aan of de Alt-toets actief (true) of inactief (false) is. | TouchEvent | ||
bubbles : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of een gebeurtenis een terugkoppelgebeurtenis is. | Event | ||
cancelable : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of het gedrag dat aan deze gebeurtenis is gekoppeld, kan worden voorkomen. | Event | ||
commandKey : Boolean
Geeft aan of de Command-toets is geactiveerd (alleen Macintosh). | TouchEvent | ||
constructor : Object
Verwijzing naar het klasseobject of de constructorfunctie van een bepaalde objectinstantie. | Object | ||
controlKey : Boolean
Hiermee wordt aangegeven of de Control-toets actief is op de Mac en of de Ctrl-toets actief is voor Windows of Linux. | TouchEvent | ||
ctrlKey : Boolean
In Windows of Linux wordt hiermee aangegeven of de Ctrl-toets actief (true) of inactief (false) is. | TouchEvent | ||
currentTarget : Object [alleen-lezen]
Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. | Event | ||
eventPhase : uint [alleen-lezen]
De huidige fase in de gebeurtenisstroom. | Event | ||
isPrimaryTouchPoint : Boolean
Geeft aan of het eerste contactpunt aan muisgebeurtenissen is toegewezen. | TouchEvent | ||
isRelatedObjectInaccessible : Boolean
Als de waarde true wordt geretourneerd, is de eigenschap relatedObject ingesteld op null vanwege redenen die te maken hebben met beveiligingssandboxen. | TouchEvent | ||
isTouchPointCanceled : Boolean
Meldt dat deze aanraakinvoersequentie door het besturingssysteem is geannuleerd. | TouchEvent | ||
localX : Number
De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. | TouchEvent | ||
localY : Number
De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. | TouchEvent | ||
pressure : Number
Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. | TouchEvent | ||
relatedObject : InteractiveObject
Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. | TouchEvent | ||
shiftKey : Boolean
Geeft aan of de Shift-toets actief (true) of inactief (false) is. | TouchEvent | ||
sizeX : Number
Breedte van het contactgebied. | TouchEvent | ||
sizeY : Number
Hoogte van het contactgebied. | TouchEvent | ||
stageX : Number [alleen-lezen]
De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. | TouchEvent | ||
stageY : Number [alleen-lezen]
De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. | TouchEvent | ||
target : Object [alleen-lezen]
Doel van gebeurtenis. | Event | ||
timestamp : Number
Meldt de tijd van de gebeurtenis, uitgedrukt in relatieve milliseconden. | TouchEvent | ||
touchIntent : String
Meldt of de aanraking is gegenereerd door de primaire punt of door het gumuiteinde van een stylus. | TouchEvent | ||
touchPointID : int
Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. | TouchEvent | ||
type : String [alleen-lezen]
Het type gebeurtenis. | Event |
Methode | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
TouchEvent(type:String, bubbles:Boolean = true, cancelable:Boolean = false, touchPointID:int = 0, isPrimaryTouchPoint:Boolean = false, localX:Number = NaN, localY:Number = NaN, sizeX:Number = NaN, sizeY:Number = NaN, pressure:Number = NaN, relatedObject:InteractiveObject = null, ctrlKey:Boolean = false, altKey:Boolean = false, shiftKey:Boolean = false, commandKey:Boolean = false, controlKey:Boolean = false, timestamp:Number = NaN, touchIntent:String, samples:ByteArray = null, isTouchPointCanceled:Boolean = false)
Maakt een Event-object dat informatie bevat over aanraakgebeurtenissen. | TouchEvent | ||
[overschrijven]
Maakt een kopie van het TouchEvent-object en stelt de waarde van elke eigenschap in zodat deze overeenkomt met die van het origineel. | TouchEvent | ||
Een hulpprogrammafunctie voor de implementatie van de methode toString() in aangepaste ActionScript 3.0-Event-klassen. | Event | ||
Werkt het opgegeven ByteArray-object bij met de vaak voorkomende gegevenspunten voor een aanraakgebeurtenis met meerdere punten. | TouchEvent | ||
Geeft aan of voor een object een opgegeven eigenschap is gedefinieerd. | Object | ||
Controleert of de methode preventDefault() is aangeroepen voor de gebeurtenis. | Event | ||
Geeft aan of een instantie van de klasse Object zich in de prototypeketen van het object bevindt dat als parameter is opgegeven. | Object | ||
Meldt dat bij de opgegeven index op de hardwareknop is gedrukt. | TouchEvent | ||
Annuleert het standaardgedrag van een gebeurtenis wanneer dat gedrag kan worden geannuleerd. | Event | ||
Geeft aan of de opgegeven eigenschap bestaat en kan worden opgesomd. | Object | ||
Stelt de beschikbaarheid van een dynamische eigenschap voor lusbewerkingen in. | Object | ||
Voorkomt het verwerken van gebeurtenislisteners in het huidige knooppunt en volgende knooppunten in de gebeurtenisstroom. | Event | ||
Voorkomt het verwerken van gebeurtenislisteners in knooppunten die volgen op het huidige knooppunt in de gebeurtenisstroom. | Event | ||
Geeft de tekenreeksweergave van dit object weer, geformatteerd volgens de locatiespecifieke conventies. | Object | ||
[overschrijven]
Retourneert een tekenreeks die alle eigenschappen van het TouchEvent-object bevat. | TouchEvent | ||
Instrueert Flash Player of Adobe AIR te renderen nadat de verwerking van deze gebeurtenis is voltooid, als het weergaveoverzicht is gewijzigd. | TouchEvent | ||
Retourneert de primitieve waarde van het opgegeven object. | Object |
Constante | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
PROXIMITY_BEGIN : String = "proximityBegin" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_BEGIN-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_END : String = "proximityEnd" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_END-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_MOVE : String = "proximityMove" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_MOVE-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_OUT : String = "proximityOut" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_OUT-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_OVER : String = "proximityOver" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_OVER-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_ROLL_OUT : String = "proximityRollOut" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_ROLL_OUT-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
PROXIMITY_ROLL_OVER : String = "proximityRollOver" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een PROXIMITY_ROLL_OVER-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_BEGIN : String = "touchBegin" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_BEGIN-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_END : String = "touchEnd" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_END-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_MOVE : String = "touchMove" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_MOVE-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_OUT : String = "touchOut" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_OUT-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_OVER : String = "touchOver" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_OVER-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_ROLL_OUT : String = "touchRollOut" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_ROLL_OUT-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_ROLL_OVER : String = "touchRollOver" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_ROLL_OVER-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent | ||
TOUCH_TAP : String = "touchTap" [statisch]
Definieert de waarde van de eigenschap type van een TOUCH_TAP-aanraakgebeurtenisobject. | TouchEvent |
altKey | eigenschap |
altKey:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2 |
Geeft aan of de Alt-toets actief (true
) of inactief (false
) is. Alleen ondersteund voor Windows- en Linux-besturingssystemen.
Implementatie
public function get altKey():Boolean
public function set altKey(value:Boolean):void
commandKey | eigenschap |
commandKey:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2 |
Geeft aan of de Command-toets is geactiveerd (alleen Macintosh).
Onder Mac OS is de waarde van de eigenschap commandKey
dezelfde als die voor de eigenschap ctrlKey
. Deze eigenschap is altijd false op Windows of Linux.
Implementatie
public function get commandKey():Boolean
public function set commandKey(value:Boolean):void
controlKey | eigenschap |
controlKey:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2 |
Hiermee wordt aangegeven of de Control-toets actief is op de Mac en of de Ctrl-toets actief is voor Windows of Linux.
Implementatie
public function get controlKey():Boolean
public function set controlKey(value:Boolean):void
ctrlKey | eigenschap |
ctrlKey:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2 |
In Windows of Linux wordt hiermee aangegeven of de Ctrl-toets actief (true
) of inactief (false
) is. Op de Macintosh wordt aangegeven of de Control- of Command-toets is geactiveerd.
Implementatie
public function get ctrlKey():Boolean
public function set ctrlKey(value:Boolean):void
isPrimaryTouchPoint | eigenschap |
isPrimaryTouchPoint:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Geeft aan of het eerste contactpunt aan muisgebeurtenissen is toegewezen.
Implementatie
public function get isPrimaryTouchPoint():Boolean
public function set isPrimaryTouchPoint(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
isRelatedObjectInaccessible | eigenschap |
isRelatedObjectInaccessible:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Als de waarde true
wordt geretourneerd, is de eigenschap relatedObject
ingesteld op null
vanwege redenen die te maken hebben met beveiligingssandboxen. Als de nominale waarde van relatedObject
een verwijzing is naar een DisplayObject in een andere sandbox, wordt relatedObject
ingesteld op null
, tenzij er toestemming is de grens van deze sandbox in beide richtingen te overschrijden. Deze toestemming kan worden ingesteld door Security.allowDomain()
aan te roepen vanuit een SWF-bestand of door vanaf de server een beleidsbestand beschikbaar te stellen voor een afbeeldingsbestand. In dat geval moet de eigenschap LoaderContext.checkPolicyFile
worden ingesteld tijdens het laden van de afbeelding.
Implementatie
public function get isRelatedObjectInaccessible():Boolean
public function set isRelatedObjectInaccessible(value:Boolean):void
Verwante API-elementen
isTouchPointCanceled | eigenschap |
isTouchPointCanceled:Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Meldt dat deze aanraakinvoersequentie door het besturingssysteem is geannuleerd.
Aanraakgebeurtenissen kunnen om verschillende redenen worden geannuleerd, bijvoorbeeld wanneer een door uw palm van de hand gegenereerde aanraking wordt afgewezen, omdat een penstylus in gebruik is. isTouchPointCanceled
kan alleentrue
zijn in een touchEnd
-gebeurtenis.
Implementatie
public function get isTouchPointCanceled():Boolean
public function set isTouchPointCanceled(value:Boolean):void
localX | eigenschap |
localY | eigenschap |
pressure | eigenschap |
pressure:Number
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Een waarde tussen 0,0
en 1,0
die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0
.
Implementatie
public function get pressure():Number
public function set pressure(value:Number):void
relatedObject | eigenschap |
relatedObject:InteractiveObject
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. Wanneer bijvoorbeeld een gebeurtenis touchOut
plaatsvindt, vertegenwoordigt relatedObject
het weergaveoverzichtobject waar het aanwijsapparaat nu naar wijst. Deze eigenschap is van toepassing op de gebeurtenissen touchOut
, touchOver
, touchRollOut
en touchRollOver
.
De waarde van deze eigenschap kan in twee gevallen null
zijn: als er geen verwant object is, of als er wel sprake is van een verwant object maar dit object zich in een beveiligingssandbox bevindt waartoe u geen toegang hebt. Gebruik de eigenschap isRelatedObjectInaccessible()
om vast te stellen welke van deze redenen van toepassing is.
Implementatie
public function get relatedObject():InteractiveObject
public function set relatedObject(value:InteractiveObject):void
Verwante API-elementen
shiftKey | eigenschap |
sizeX | eigenschap |
sizeY | eigenschap |
stageX | eigenschap |
stageX:Number
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. Deze eigenschap wordt berekend wanneer de eigenschap localX
is ingesteld.
Implementatie
public function get stageX():Number
stageY | eigenschap |
stageY:Number
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. Deze eigenschap wordt berekend wanneer de eigenschap localY
is ingesteld.
Implementatie
public function get stageY():Number
timestamp | eigenschap |
timestamp:Number
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Meldt de tijd van de gebeurtenis, uitgedrukt in relatieve milliseconden.
De gerapporteerde tijden zijn relatief ten opzichte van de tijd waarop de toepassing is gestart. Voor gebeurtenissen die een sequentie van punten in de samplebuffer retourneren, weerspiegelt dit tijdstempel de tijd die is verstreken sinds het laatste sample in de buffer.
Implementatie
public function get timestamp():Number
public function set timestamp(value:Number):void
Verwante API-elementen
touchIntent | eigenschap |
touchIntent:String
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Meldt of de aanraking is gegenereerd door de primaire punt of door het gumuiteinde van een stylus.
Wanneer een aanraakgebeurtenis wordt gegenereerd door een vinger of een andere invoermethode zonder stylus of door een stylus waarvoor vaak voorkomende bewegingstracering niet wordt ondersteund, rapporteert deze eigenschap de waarde TouchEventIntent.UNKNOWN.
De klasse TouchEventIntent definieert constanten voor de mogelijke waarden van deze eigenschap, waaronder:
- TouchEventIntent.ERASER
- TouchEventIntent.PEN
- TouchEventIntent.UNKNOWN
Implementatie
public function get touchIntent():String
public function set touchIntent(value:String):void
Verwante API-elementen
touchPointID | eigenschap |
touchPointID:int
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen.
Implementatie
public function get touchPointID():int
public function set touchPointID(value:int):void
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
touchMoveID
vastgelegd om op de juiste touchPointID
-waarde te testen voordat op een aanraakgebeurtenis wordt gereageerd. Anders wordt de gebeurtenishandler ook door andere aanraakinvoer geactiveerd. Zoals u ziet, bevinden de listeners voor de bewegings- en eindfase zich in het werkgebied, niet in het weergaveobject. Het werkgebied richt zich op de bewegings- en eindfase voor het geval de gebruiker de aanraakbeweging verder doorvoert dan de begrenzing van het weergaveobject.
Multitouch.inputMode = MultitouchInputMode.TOUCH_POINT; var mySprite:Sprite = new Sprite(); mySprite.graphics.beginFill(0x336699); mySprite.graphics.drawRect(0,0,40,40); addChild(mySprite); var myTextField:TextField = new TextField(); addChild(myTextField); myTextField.width = 200; myTextField.height = 20; var touchMoveID:int = 0; mySprite.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_BEGIN, onTouchBegin); function onTouchBegin(event:TouchEvent) { if(touchMoveID != 0) { myTextField.text = "already moving. ignoring new touch"; return; } touchMoveID = event.touchPointID; myTextField.text = "touch begin" + event.touchPointID; stage.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_MOVE, onTouchMove); stage.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_END, onTouchEnd); } function onTouchMove(event:TouchEvent) { if(event.touchPointID != touchMoveID) { myTextField.text = "ignoring unrelated touch"; return; } mySprite.x = event.stageX; mySprite.y = event.stageY; myTextField.text = "touch move" + event.touchPointID; } function onTouchEnd(event:TouchEvent) { if(event.touchPointID != touchMoveID) { myTextField.text = "ignoring unrelated touch end"; return; } touchMoveID = 0; stage.removeEventListener(TouchEvent.TOUCH_MOVE, onTouchMove); stage.removeEventListener(TouchEvent.TOUCH_END, onTouchEnd); myTextField.text = "touch end" + event.touchPointID; }
TouchEvent | () | Constructor |
public function TouchEvent(type:String, bubbles:Boolean = true, cancelable:Boolean = false, touchPointID:int = 0, isPrimaryTouchPoint:Boolean = false, localX:Number = NaN, localY:Number = NaN, sizeX:Number = NaN, sizeY:Number = NaN, pressure:Number = NaN, relatedObject:InteractiveObject = null, ctrlKey:Boolean = false, altKey:Boolean = false, shiftKey:Boolean = false, commandKey:Boolean = false, controlKey:Boolean = false, timestamp:Number = NaN, touchIntent:String, samples:ByteArray = null, isTouchPointCanceled:Boolean = false)
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Maakt een Event-object dat informatie bevat over aanraakgebeurtenissen. Gebeurtenisobjecten worden als parameters aan gebeurtenislisteners doorgegeven.
Parameterstype:String — Het type gebeurtenis. Mogelijke waarden zijn: TouchEvent.PROXIMITY_BEGIN , TouchEvent.PROXIMITY_END , TouchEvent.PROXIMITY_MOVE , TouchEvent.PROXIMITY_OUT , TouchEvent.PROXIMITY_OVER , TouchEvent.PROXIMITY_ROLL_OUT , TouchEvent.PROXIMITY_ROLL_OVER , TouchEvent.TOUCH_BEGIN , TouchEvent.TOUCH_END , TouchEvent.TOUCH_MOVE , TouchEvent.TOUCH_OUT , TouchEvent.TOUCH_OVER , TouchEvent.TOUCH_ROLL_OUT , TouchEvent.TOUCH_ROLL_OVER en TouchEvent.TOUCH_TAP .
| |
bubbles:Boolean (default = true ) — Bepaalt of het Event-object deelneemt aan de terugkoppelfase van de gebeurtenisstroom.
| |
cancelable:Boolean (default = false ) — Bepaalt of het Event-object kan worden geannuleerd.
| |
touchPointID:int (default = 0 ) — Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen.
| |
isPrimaryTouchPoint:Boolean (default = false ) — Geeft aan of het eerste contactpunt aan muisgebeurtenissen is toegewezen.
| |
localX:Number (default = NaN ) — De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite.
| |
localY:Number (default = NaN ) — De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite.
| |
sizeX:Number (default = NaN ) — Breedte van het contactgebied.
| |
sizeY:Number (default = NaN ) — Hoogte van het contactgebied.
| |
pressure:Number (default = NaN ) — Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 .
| |
relatedObject:InteractiveObject (default = null ) — De aanvullende instantie InteractiveObject die door de gebeurtenis wordt beïnvloed. Wanneer bijvoorbeeld een gebeurtenis touchOut plaatsvindt, vertegenwoordigt relatedObject het weergaveoverzichtobject waar het aanwijsapparaat nu naar wijst.
| |
ctrlKey:Boolean (default = false ) — In Windows of Linux wordt aangegeven of de Ctrl-toets is geactiveerd. Op de Macintosh wordt aangegeven of de Ctrl- of Command-toets is geactiveerd.
| |
altKey:Boolean (default = false ) — Geeft aan of de Alt-toets is geactiveerd (alleen Windows of Linux).
| |
shiftKey:Boolean (default = false ) — Geeft aan of de Shift-toets is geactiveerd.
| |
commandKey:Boolean (default = false ) — (Alleen AIR) Geeft aan of de Command-toets is geactiveerd (alleen Macintosh). Deze parameter is alleen voor Adobe AIR; stel deze niet in voor Flash Player-content.
| |
controlKey:Boolean (default = false ) — (Alleen AIR) Geeft aan of de Control- of Ctrl-toets is geactiveerd. Deze parameter is alleen voor Adobe AIR; stel deze niet in voor Flash Player-content.
| |
timestamp:Number (default = NaN ) — (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing.
| |
touchIntent:String (default = NaN ) — (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent.
| |
samples:ByteArray (default = null ) — (alleen AIR) Een ByteArray-object met positie- en druklezingen van elk tussenliggend sample dat is opgenomen sinds de laatste aanraak- of proximity-gebeurtenis in een reeks.
| |
isTouchPointCanceled:Boolean (default = false ) — (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege een afgewezen aanraaktype.
|
clone | () | methode |
override public function clone():Event
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Maakt een kopie van het TouchEvent-object en stelt de waarde van elke eigenschap in zodat deze overeenkomt met die van het origineel.
Geretourneerde waardeEvent — Een nieuw TouchEvent-object met de eigenschapswaarden die overeenkomen met het origineel.
|
getSamples | () | methode |
public function getSamples(buffer:ByteArray, append:Boolean = false):uint
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Werkt het opgegeven ByteArray-object bij met de vaak voorkomende gegevenspunten voor een aanraakgebeurtenis met meerdere punten.
Het ByteArray-object waarnaar de buffer
-parameter verwijst, wordt bijgewerkt met waarden voor de gegevenspunten tussen deze en de vorige aanraakgebeurtenis. Voor elk sample worden drie zwevende-kommawaarden toegevoegd: een x-coördinaat, een y-coördinaat en een drukwaarde. De positiewaarden, uitgedrukt in werkgebiedcoördinaten. De druk wordt gemeld als een waarde tussen 0 en 1. Samples worden bij een regelmatig tijdinterval opgenomen. De exacte frequentie is afhankelijk van de hardware en de stuurprogramma's van de hardware. De meeste samplefrequenties liggen rond de 133 Hz. Aanraakgebeurtenissen worden niet na een exact interval verzonden. De buffer voor vergelijkbare gebeurtenissen kan dus een verschillend aantal samples bevatten. Het laatste sample in de buffer heeft dezelfde gegevens als de eigenschappen stageX
, stageY
en pressure
van dit aanraakgebeurtenisobject.
Een samplebuffer is opgenomen in de gebeurtenisobjecten die worden verzonden voor de gebeurtenissen proximityMove
en touchMove
.
Parameters
buffer:ByteArray — Het ByteArray-object dat de samplegegevens ontvangt.
| |
append:Boolean (default = false ) — In geval van true worden de samples toegevoegd aan de buffer -bytearray, te beginnen met de huidige eigenschap position van de array. In geval van de standaardinstelling false worden de bestaande gegevens in het bufferobject verwijderd voordat de samples worden toegevoegd.
|
uint — uint het aantal samples dat aan de buffer is toegevoegd. Elk sample bestaat uit drie zwevende-kommagetallen.
|
Verwante API-elementen
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
function touchMoveHandler( event:TouchEvent ):void { if( (event.type == TouchEvent.TOUCH_MOVE || event.type == TouchEvent.PROXIMITY_MOVE) && event.touchEventIntent != TouchEventIntent.UNKNOWN ) { var samples:ByteArray = new ByteArray(); event.getSamples( samples, true ); samples.position = 0; // rewind to beginning of array before reading var xCoord:Number, yCoord:Number, pressure:Number; while( samples.bytesAvailable > 0 ) { xCoord = samples.readFloat(); yCoord = samples.readFloat(); pressure = samples.readFloat(); //do something with the sample data } } }
var samples:ByteArray = new ByteArray(); function touchMoveHandler( event:TouchEvent ):void { if( (event.type == TouchEvent.TOUCH_MOVE || event.type == TouchEvent.PROXIMITY_MOVE) && event.touchEventIntent != TouchEventIntent.UNKNOWN ) { var sampleCount:uint = event.getSamples( samples, true ); var xCoord:Number, yCoord:Number, pressure:Number; for( var i:int; i < sampleCount; i++ ) { xCoord = samples.readFloat(); yCoord = samples.readFloat(); pressure = samples.readFloat(); //do something with the sample data } } }
isToolButtonDown | () | methode |
public function isToolButtonDown(index:int):Boolean
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Meldt dat bij de opgegeven index op de hardwareknop is gedrukt.
Parameters
index:int — De op nul gebaseerde index van de knoppen, ondersteund door een invoerapparaat van het type stylus.
|
Boolean |
toString | () | methode |
override public function toString():String
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Retourneert een tekenreeks die alle eigenschappen van het TouchEvent-object bevat. De tekenreeks heeft de volgende indeling:
[TouchEvent type=waarde bubbles=waarde cancelable=waarde ... ]
String — Een tekenreeks die alle eigenschappen van het TouchEvent-object bevat.
|
updateAfterEvent | () | methode |
public function updateAfterEvent():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Instrueert Flash Player of Adobe AIR te renderen nadat de verwerking van deze gebeurtenis is voltooid, als het weergaveoverzicht is gewijzigd.
PROXIMITY_BEGIN | Constante |
public static const PROXIMITY_BEGIN:String = "proximityBegin"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_BEGIN
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_END | Constante |
public static const PROXIMITY_END:String = "proximityEnd"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_END
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_MOVE | Constante |
public static const PROXIMITY_MOVE:String = "proximityMove"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_MOVE
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_OUT | Constante |
public static const PROXIMITY_OUT:String = "proximityOut"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_OUT
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_OVER | Constante |
public static const PROXIMITY_OVER:String = "proximityOver"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_OVER
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_ROLL_OUT | Constante |
public static const PROXIMITY_ROLL_OUT:String = "proximityRollOut"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_ROLL_OUT
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
PROXIMITY_ROLL_OVER | Constante |
public static const PROXIMITY_ROLL_OVER:String = "proximityRollOver"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 3 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een PROXIMITY_ROLL_OVER
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
timestamp | (alleen AIR) Het tijdstempel van de gebeurtenis, uitgedrukt in milliseconden ten opzichte van het starten van de toepassing. |
touchIntent | (alleen AIR) Een waarde van de klasse TouchEventIntent. |
isTouchPointCanceled | (alleen AIR) true als de aanraakgebeurtenis wordt geannuleerd vanwege de apparaatlogica voor het afwijzen van aanrakingen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_BEGIN | Constante |
public static const TOUCH_BEGIN:String = "touchBegin"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_BEGIN
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_END | Constante |
public static const TOUCH_END:String = "touchEnd"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_END
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_MOVE | Constante |
public static const TOUCH_MOVE:String = "touchMove"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_MOVE
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_OUT | Constante |
public static const TOUCH_OUT:String = "touchOut"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_OUT
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_OVER | Constante |
public static const TOUCH_OVER:String = "touchOver"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_OVER
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_ROLL_OUT | Constante |
public static const TOUCH_ROLL_OUT:String = "touchRollOut"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_ROLL_OUT
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_ROLL_OVER | Constante |
public static const TOUCH_ROLL_OVER:String = "touchRollOver"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_ROLL_OVER
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
TOUCH_TAP | Constante |
public static const TOUCH_TAP:String = "touchTap"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | Flash Player 10.1, AIR 2, Flash Lite 4 |
Definieert de waarde van de eigenschap type
van een TOUCH_TAP
-aanraakgebeurtenisobject.
Het TouchEvent-object heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
altKey | true als de Alt-toets actief is (Windows of Linux). |
bubbles | true |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
commandKey | true op de Macintosh als de Command-toets actief is; false als deze inactief is. Altijd false onder Windows. |
controlKey | true wanneer de Ctrl- of Control-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
ctrlKey | true onder Windows of Linux als de Ctrl-toets actief is. true op de Macintosh als de Ctrl-toets of Command-toets actief is. Anders is deze false . |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
eventPhase | De huidige fase in de gebeurtenisstroom. |
isRelatedObjectInaccessible | true als de eigenschap relatedObject is ingesteld op null wegens beveiligingsregels van de sandbox. |
localX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
localY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden ten opzichte van de omvattende sprite. |
pressure | Een waarde tussen 0,0 en 1,0 die de sterkte van het contact met het apparaat aangeeft. Als het apparaat het detecteren van de druk niet ondersteunt, is de waarde 1,0 . |
relatedObject | Een verwijzing naar een weergaveoverzichtobject dat betrekking heeft op de gebeurtenis. |
shiftKey | true wanneer de Shift-toets actief is of false wanneer deze inactief is. |
sizeX | Breedte van het contactgebied. |
sizeY | Hoogte van het contactgebied. |
stageX | De horizontale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
stageY | De verticale coördinaat waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in algemene werkgebiedcoördinaten. |
target | De instantie InteractiveObject onder het aanraakapparaat. Het target is niet altijd het object in het weergaveoverzicht dat in de gebeurtenislistener is geregistreerd. Gebruik de eigenschap currentTarget voor toegang tot het object in het weergaveoverzicht dat momenteel de gebeurtenis verwerkt. |
touchPointID | Een uniek identificatienummer (als een int) dat aan het aanraakpunt is toegewezen. |
Verwante API-elementen
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
Multitouch.inputMode=MultitouchInputMode.TOUCH_POINT; var mySprite:Sprite = new Sprite(); var myTextField:TextField = new TextField(); mySprite.graphics.beginFill(0x336699); mySprite.graphics.drawRect(0,0,40,40); addChild(mySprite); mySprite.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_TAP, taphandler); function taphandler(e:TouchEvent): void { myTextField.text = "I've been tapped"; myTextField.y = 50; addChild(myTextField); }
TOUCH_BEGIN
-, TOUCH_MOVE
- en TOUCH_END
-gebeurtenissen. Terwijl het aanraakpunt over het scherm wordt bewogen (onTouchMove
), wordt de x-coördinaat in verhouding tot het werkgebied naar de uitvoer getraceerd. Voor de Sprite.startTouchDrag
-parameters in de onTouchBegin
-functie, is de waarde voor touchPointID de waarde die aan het gebeurtenisobject is toegewezen. De begrenzingsparameter is de rechthoek waarin de grenzen van het bovenliggende weergaveobject worden gedefinieerd (bg is een weergaveobject waarin MySprite zich bevindt).
Multitouch.inputMode = MultitouchInputMode.TOUCH_POINT; MySprite.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_BEGIN, onTouchBegin); MySprite.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_MOVE, onTouchMove); MySprite.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_END, onTouchEnd); function onTouchBegin(eBegin:TouchEvent) { eBegin.target.startTouchDrag(eBegin.touchPointID, false, bg.getRect(this)); trace("touch begin"); } function onTouchMove(eMove:TouchEvent) { trace(eMove.stageX); } function onTouchEnd(eEnd:TouchEvent) { eEnd.target.stopTouchDrag(eEnd.touchPointID); trace("touch end"); }
Multitouch.maxTouchPoints
en touchPointID
van het aanraakgebeurtenisobject. Dit is een voorbeeld van Christian Cantrell. Meer informatie vind u in zijn introductie over de ondersteuning voor bewegingen en meervoudige aanrakingen op het Flash-platform.
package { import flash.display.Sprite; import flash.events.TouchEvent; import flash.text.AntiAliasType; import flash.text.TextField; import flash.text.TextFormat; import flash.ui.Multitouch; import flash.ui.MultitouchInputMode; [SWF(width=320, height=460, frameRate=24, backgroundColor=0xEB7F00)] public class TouchExample2 extends Sprite { private var dots:Object; private var labels:Object; private var labelFormat:TextFormat; private var dotCount:uint; private var dotsLeft:TextField; private static const LABEL_SPACING:uint = 15; public function TouchExample2() { super(); this.labelFormat = new TextFormat(); labelFormat.color = 0xACF0F2; labelFormat.font = "Helvetica"; labelFormat.size = 11; this.dotCount = 0; this.dotsLeft = new TextField(); this.dotsLeft.width = 300; this.dotsLeft.defaultTextFormat = this.labelFormat; this.dotsLeft.x = 3; this.dotsLeft.y = 0; this.stage.addChild(this.dotsLeft); this.updateDotsLeft(); this.dots = new Object(); this.labels = new Object(); Multitouch.inputMode = MultitouchInputMode.TOUCH_POINT; this.stage.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_BEGIN, onTouchBegin); this.stage.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_MOVE, onTouchMove); this.stage.addEventListener(TouchEvent.TOUCH_END, onTouchEnd); } private function onTouchBegin(e:TouchEvent):void { if (this.dotCount == Multitouch.maxTouchPoints) return; var dot:Sprite = this.getCircle(); dot.x = e.stageX; dot.y = e.stageY; this.stage.addChild(dot); dot.startTouchDrag(e.touchPointID, true); this.dots[e.touchPointID] = dot; ++this.dotCount; var label:TextField = this.getLabel(e.stageX + ", " + e.stageY); label.x = 3; label.y = this.dotCount * LABEL_SPACING; this.stage.addChild(label); this.labels[e.touchPointID] = label; this.updateDotsLeft(); } private function onTouchMove(e:TouchEvent):void { var label:TextField = this.labels[e.touchPointID]; label.text = (e.stageX + ", " + e.stageY); } private function onTouchEnd(e:TouchEvent):void { var dot:Sprite = this.dots[e.touchPointID]; var label:TextField = this.labels[e.touchPointID]; this.stage.removeChild(dot); this.stage.removeChild(label); delete this.dots[e.touchPointID]; delete this.labels[e.touchPointID]; --this.dotCount; this.updateDotsLeft(); } private function getCircle(circumference:uint = 40):Sprite { var circle:Sprite = new Sprite(); circle.graphics.beginFill(0x1695A3); circle.graphics.drawCircle(0, 0, circumference); return circle; } private function getLabel(initialText:String):TextField { var label:TextField = new TextField(); label.defaultTextFormat = this.labelFormat; label.selectable = false; label.antiAliasType = AntiAliasType.ADVANCED; label.text = initialText; return label; } private function updateDotsLeft():void { this.dotsLeft.text = "Touches Remaining: " + (Multitouch.maxTouchPoints - this.dotCount); } } }
Wed Jun 13 2018, 11:42 AM Z