Om te beginnen moet u de SDK's van AIR en Flex hebben geïnstalleerd. In deze zelfstudie worden de
AMXMLC
-compiler uit de SDK en
AIR Debug Launcher
(ADL), en de
AIR Developer Tool
(ADT) van de SDK van AIR gebruikt. Zie
De SDK van Flex instellen
U moet ook de SDK van Android downloaden van de Android-website en installeren, zoals beschreven in:
Android Developers: Installing the SDK
.
Het descriptorbestand van de AIR-toepassing maken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de toepassingsdescriptor maakt. Dit XML-bestand heeft de volgende structuur:
<application xmlns="...">
<id>...</id>
<versionNumber>...</versionNumber>
<filename>…</filename>
<initialWindow>
<content>…</content>
</initialWindow>
<supportedProfiles>...</supportedProfiles>
</application>
-
Maak een XML-bestand genaamd
HelloWorld-app.xml
en sla het bestand op in de projectmap.
-
Voeg het element
<application>
toe, inclusief het naamruimte-attribuut voor AIR:
<application xmlns="http://ns.adobe.com/air/application/2.7">
Het laatste segment van de naamruimte, '2.7', geeft aan welke versie van de runtime voor de toepassing is vereist.
-
Voeg het element
<id>
toe:
<id>samples.flex.HelloWorld</id>
De toepassings-id vormt tezamen met de uitgevers-id een unieke identificatie van de toepassing (de uitgevers-id wordt door AIR afgeleid van het certificaat waarmee het toepassingspakket wordt ondertekend). De aanbevolen indeling bestaat uit een omgekeerde DNS-tekenreeks met een punt als scheidingsteken, zoals
"com.company.AppName"
.
-
Voeg het element
<versionNumber>
toe:
<versionNumber>0.0.1</versionNumber>
Hiermee kunnen gebruikers bepalen welke versie van de toepassing wordt geïnstalleerd.
-
Voeg het element
<filename>
toe:
<filename>HelloWorld</filename>
De naam die wordt gebruikt voor het uitvoerbare bestand en de installatiemap van de toepassing, en voor andere verwijzingen in het besturingssysteem.
-
Voeg het element
<initialWindow>
toe met daarin de volgende onderliggende elementen om de eigenschappen voor het eerste toepassingsvenster te definiëren:
<content>HelloWorld.swf</content>
Hiermee wordt het basisbestand met HTML-inhoud gedefinieerd dat in AIR wordt geladen.
-
Voeg het element
<supportedProfiles>
toe.
<supportedProfiles>mobileDevice</supportedProfiles>
Geeft op dat de toepassing alleen wordt uitgevoerd als in het mobiele profiel.
-
Sla het bestand op. Het volledige descriptorbestand van de toepassing ziet er als volgt uit:
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<application xmlns="http://ns.adobe.com/air/application/2.7">
<id>samples.android.HelloWorld</id>
<versionNumber>0.0.1</versionNumber>
<filename>HelloWorld</filename>
<initialWindow>
<content>HelloWorld.swf</content>
</initialWindow>
<supportedProfiles>mobileDevice</supportedProfiles>
</application>
In dit voorbeeld wordt slechts een aantal van de mogelijke toepassingseigenschappen ingesteld. Er zijn andere instellingen die u kunt gebruiken in het toepassingsdescriptorbestand. U kunt bijvoorbeeld <fullScreen>true</fullScreen> toevoegen aan het element initialWindow om een toepassing voor volledig scherm te maken. Als u foutopsporing op afstand en functies met toegangsbeheer op Android wilt inschakelen, moet u ook Android-machtigingen toevoegen aan de toepassingsdescriptor. Er zijn geen machtigingen nodig voor deze eenvoudige toepassing, dus deze hoeft u nu niet toe te voegen.
Zie
Eigenschappen van mobiele toepassingen instellen
voor meer informatie.
De toepassingscode schrijven
Maak een bestand met de naam HelloWorld.as en voeg met behulp van een teksteditor de volgende code toe:
package
{
import flash.display.Sprite;
import flash.text.TextField;
public class HelloWorld extends Sprite
{
public function HelloWorld()
{
var textField:TextField = new TextField();
textField.text = "Hello, World!";
stage.addChild( textField );
}
}
}
De toepassing compileren
Voordat u de toepassing kunt uitvoeren en de foutopsporing starten, moet u de MXML-code naar een SWF-bestand compileren met de amxmlc-compiler. De amxmlc-compiler staat in de map
bin
van de SDK van Flex. Indien gewenst kunt u de map bin van de Flex-SDK opnemen in de padomgeving van uw computer. Als u het pad instelt, kunt u de opdrachtregelprogramma's gemakkelijker uitvoeren.
-
Open een opdrachtshell of een terminal en ga naar de projectmap van uw AIR-toepassing.
-
Voer de volgende opdracht in:
amxmlc HelloWorld.as
Het uitvoeren van
amxmlc
produceert het bestand
HelloWorld.swf
met daarin de gecompileerde code van de toepassing.
Opmerking:
als de toepassing niet compileert, controleert u op fouten in de syntaxis of spelling. Fouten en waarschuwingen worden weergegeven in het consolevenster waarmee de amxmlc-compiler wordt uitgevoerd.
Zie
MXML- en ActionScript-bronbestanden voor AIR compileren
voor meer informatie.
De toepassing testen
Als u de toepassing wilt uitvoeren en testen vanaf de opdrachtregel, gebruikt u ADL (AIR Debug Launcher) om de toepassing te starten met behulp van het descriptorbestand van de toepassing. (ADL staat in de map bin van de SDK's van AIR en Flex.)
Typ de volgende opdracht bij de opdrachtregelprompt:
adl HelloWorld-app.xml
Zie voor meer informatie
Apparaatsimulatie met ADL
.
Het APK-pakketbestand maken
Wanneer de toepassing goed uitgevoerd kan worden, kunt u het met hulpprogramma ADT de toepassing in een AIR-installatiebestand verpakken. Een APK-pakketbestand is de native bestandsindeling van de Android-toepassing die u onder uw gebruikers kunt distribueren.
Alle Android-toepassingen moeten worden ondertekend. In tegenstelling tot AIR-bestanden is het gebruikelijk om Android-toepassingen te ondertekenen met een zelfondertekend certificaat. Het Android-besturingssysteem doet geen poging de identiteit van de ontwikkelaar van de toepassing te achterhalen. U kunt een door ADT gegenereerd certificaat gebruiken om Android-pakketten te ondertekenen. Certificaten voor toepassingen die worden ingediend bij de Android Market, moeten een geldigheidsperiode van ten minste 25 jaar hebben.
Een zelfondertekend certificaat en sleutelpaar genereren
Typ de volgende opdracht op de opdrachtregel (het uitvoerbare ADT-bestand staat in de map
bin
van de Flex-SDK):
adt -certificate -validityPeriod 25 -cn SelfSigned 1024-RSA sampleCert.pfx samplePassword
In dit voorbeeld wordt het kleinste aantal kenmerken gebruikt dat voor een certificaat kan worden ingesteld. Het sleuteltype moet ofwel
1024-RSA
of
2048-RSA
zijn (zie
ADT-opdracht voor het certificaat
).
Het AIR-pakket maken
Voer de volgende opdracht (één regel) vanaf de opdrachtregel in:
adt -package -target apk -storetype pkcs12 -keystore sampleCert.p12 HelloWorld.apk HelloWorld-app.xml HelloWorld.swf
Er wordt gevraagd om een wachtwoord voor het keystore-bestand. Typ het wachtwoord en druk op Enter.
Zie
Een mobiele AIR-toepassing verpakken
voor meer informatie.
De AIR-runtime installeren
U kunt de laatste versie van de AIR-runtime van de Android Market op uw apparaat installeren. U kunt ook de runtime in uw SDK installeren op een apparaat of een Android-emulator.
Voer de volgende opdracht (één regel) vanaf de opdrachtregel in:
adt -installRuntime -platform android -platformsdk
Stel de markering
-platformsdk
in op uw Android SDK-map (geef de bovenliggende map van de map voor hulpmiddelen op).
ADT installeert de Runtime.apk die in de SDK is opgenomen.
Zie
De AIR-runtime en -toepassingen installeren voor ontwikkeling
voor meer informatie.
De AIR-toepassing installeren
Voer de volgende opdracht (één regel) vanaf de opdrachtregel in:
adt -installApp -platform android -platformsdk path-to-android-sdk -package path-to-app
Stel de markering
-platformsdk
in op uw Android SDK-map (geef de bovenliggende map van de map voor hulpmiddelen op).
Zie voor meer informatie
De AIR-runtime en -toepassingen installeren voor ontwikkeling
.
U kunt uw toepassing starten door op het pictogram voor de toepassing te tikken op het scherm van het apparaat of de emulator.
|
|
|