De snelste en eenvoudigste manier om de meeste functies van mobiele toepassingen te testen en er een foutopsporing voor uit te voeren, is om uw toepassing op uw computer uit te voeren met het hulpprogramma Adobe Debug Launcher (ADL). ADL maakt gebruik van het element
supportedProfiles
in het descriptorbestand van de toepassing om te bepalen welk profiel moet worden gebruikt. Als er meer dan één profiel wordt weergegeven, wordt het eerste in de lijst door ADL gebruikt. U kunt ook de ADL-parameter
-profile
gebruiken om een van de andere profielen in de lijst
supportedProfiles
te selecteren. (Als u geen element
supportedProfiles
opneemt in de toepassingsdescriptor, kunnen alle profielen worden opgegeven voor het argument
-profile
.) U kunt bijvoorbeeld de volgende opdracht gebruiken om een toepassing te starten voor het simuleren van het profiel van het mobiele apparaat:
adl -profile mobileDevice myApp-app.xml
Wanneer het mobiele profiel op deze wijze op de desktop wordt gesimuleerd, wordt de toepassing uitgevoerd in een omgeving die zeer veel overeenkomt met een mobiel doelapparaat. ActionScript-API's die geen deel uitmaken van het mobiele profiel, zijn niet beschikbaar. ADL maakt echter geen onderscheid tussen de capaciteit van verschillende mobiele apparaten. U kunt bijvoorbeeld het gesimuleerd op schermoetsen drukken naar uw toepassing verzenden, zelfs wanneer uw werkelijke doelapparaat geen schermtoetsen gebruikt.
ADL ondersteunt simulaties van richtingswijzigingen van apparaten en schermtoetsinvoer via menuopdrachten. Wanneer u ADL in het profiel van het mobiele apparaat uitvoert, geeft ADL een menu weer (in het toepassingsvenster of de desktopmenubalk) waarmee u het draaien van het apparaat of schermtoetsinvoer kunt opgeven.
Schermtoetsinvoer
ADL simuleert de schermtoetsen voor Terug, Menu en Zoeken op een mobiel apparaat. U kunt deze toetsen naar het gesimuleerde apparaat verzenden met het menu dat wordt weergegeven wanneer ADL wordt gestart met het mobiele profiel.
Het apparaat draaien
Met ADL wordt het draaien van het apparaat via het weergegeven menu gesimuleerd wanneer ADL wordt gestart met het mobiele profiel. U kunt het gesimuleerde apparaat naar rechts of naar links draaien.
De simulatie van het draaien heeft alleen betrekking op een toepassing waarbij het automatisch bepalen van richting is ingeschakeld. U kunt deze functie inschakelen door in de toepassingsdescriptor het element
autoOrients
in te stellen op
true
.
Schermgrootte
U kunt uw toepassing in verschillende schermgroottes testen door de ADL-parameter
-screensize
in te stellen. U kunt de code voor een van de vooraf gedefinieerde schermtypen opgeven of een tekenreeks met de vier waarden die de afmetingen van de normale en gemaximaliseerde schermen in pixels weergeven.
Geef altijd de pixeldimensies op voor een staande afdrukstand. Dit houdt in dat de breedte een kleinere waarde heeft dan de hoogte. Met de volgende opdracht kunt u ADL openen om het scherm te simuleren dat wordt gebruikt bij Motorola Droid:
adl -screensize 480x816:480x854 myApp-app.xml
Zie voor een lijst met de vooraf gedefinieerde schermtypen
Gebruik van ADL
.
Beperkingen
Enkele API's die niet op het desktopprofiel worden ondersteund, kunnen niet door ADL worden gesimuleerd. De niet-ondersteunde API's zijn onder meer:
Als deze klassen door uw toepassing worden gebruikt, moet u de functies op een echt apparaat of emulator testen.
Er zijn ook API's die functioneren onder ADL op het bureaublad, maar die niet op alle typen mobiele apparatuur functioneren. Deze zijn onder meer:
Vergeet niet de toepassingen die gebruikmaken van deze functies te testen op de doelapparaten, aangezien ADL niet de volledige uitvoeromgeving dupliceert.