Net als bij overige AIR-toepassingen stelt u de basiseigenschappen van de toepassing in het toepassingsdescriptorbestand in. Bij mobiele toepassingen worden enkele desktopspecifieke eigenschappen, zoals venstergrootte en transparantie, genegeerd. Bij mobiele toepassingen kunnen ook de eigen platformspecifieke eigenschappen worden gebruikt. U kunt bijvoorbeeld een element
android
opnemen voor Android-toepassingen en een element
iPhone
voor iOS-toepassingen.
|
|
|