Pakket | air.update |
Klasse | public class ApplicationUpdater |
Overerving | ApplicationUpdater EventDispatcher Object |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Deze klasse is opgenomen in het bestand applicationupdater_ui.swc, dat deel uitmaakt van de SDK van Adobe AIR. Het bestand applicationupdater_ui.swc staat in de directory frameworks/libs/air van de SDK van AIR.
Adobe® Flex™ Builder™ laadt deze klasse automatisch wanneer u een project maakt voor Adobe AIR. Wanneer u de toepassing compileert met de SDK van Adobe® Flex™, moet u het SWC-bestand opnemen.
Het beheren van updates van toepassingen kan ingewikkeld zijn. Het updateframework van AIR bevat API´s waarmee ontwikkelaars goede updatemogelijkheden kunnen bieden in AIR-toepassingen. De functionaliteit in het updateframework van AIR helpt ontwikkelaars bij het volgende:
-
Periodiek controleren op updates op basis van een interval of op verzoek van de gebruiker
-
AIR-bestanden (updates) downloaden vanaf een webbron
-
De gebruiker waarschuwen wanneer de nieuw geïnstalleerde versie voor het eerst wordt uitgevoerd
-
Bevestigen dat de gebruiker wilt controleren op updates
-
Aan de gebruiker informatie weergeven over de nieuwe updateversie
-
De voortgang van het downloaden en informatie over fouten weergeven aan de gebruiker
Met het updateframework van AIR kunt u informatie over de updateversie van een AIR-toepassing opslaan in eenvoudige XML-configuratiebestanden. Voor de meeste toepassingen biedt het instellen van deze configuratiebestanden en het opnemen van enige basiscode goede updatefunctionaliteit voor de eindgebruiker.
Gebruik de klasse AIRUpdater als u uw eigen gebruikersinterface wilt definiëren voor het updateframework van AIR.
Tijdens het updateproces wordt een reeks statussen doorlopen. De eigenschap currentState
van het updaterobject bevat de huidige status van de updater:
Waarde van currentState | Beschrijving |
---|---|
"UNINITIALIZED" | De updater is niet geïnitialiseerd. |
"INITIALIZING" | De updater wordt geïnitialiseerd. |
"READY" | De updater is geïnitialiseerd. |
"BEFORE_CHECKING" | De updater heeft nog niet gecontroleerd of er een updatebeschrijvingsbestand is. |
"CHECKING" | De updater controleert of er een updatebeschrijvingsbestand is. |
"AVAILABLE" | Het updatebeschrijvingsbestand is beschikbaar. |
"DOWNLOADING" | De updater downloadt het AIR-bestand. |
"DOWNLOADED" | De updater heeft het AIR-bestand gedownload. |
"INSTALLING" | De updater installeert het AIR-bestand. |
"PENDING_INSTALLING" | De updater is geïnitialiseerd en er zijn updates in behandeling. |
Wanneer u een toepassing test met de toepassing AIR Debug Launcher (ADL), wordt de uitzondering IllegalOperationError gegenereerd als u probeert de toepassing bij te werken.
Het AIR-updateframework wordt alleen ondersteund in het bureaubladprofiel. Het wordt niet ondersteund voor uitgebreide bureaubladtoepassingen (toepassingen die met een native installatieprogramma zijn geïnstalleerd) en in het gsm-profiel (iPhone-toepassingen die geschreven zijn met ActionScript 3.0). Controleer de eigenschap Updater.isSupported
bij uitvoering om te kijken of het updateframework wordt ondersteund.
Zie het hoofdstuk "AIR-toepassingen bijwerken" in Adobe AIR-toepassingen samenstellen voor informatie over het gebruik van het AIR-updateframework.
Verwante API-elementen
Eigenschap | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
configurationFile : File
De locatie van het configuratiebestand waarin de waarden zijn ingesteld voor de eigenschappen delay en updateURL. | ApplicationUpdater | ||
constructor : Object
Verwijzing naar het klasseobject of de constructorfunctie van een bepaalde objectinstantie. | Object | ||
currentState : String [alleen-lezen]
De interne status van de updater. | ApplicationUpdater | ||
currentVersion : String [alleen-lezen]
De huidige versie van de toepassing. | ApplicationUpdater | ||
delay : Number
Het interval, in dagen, tussen periodieke controles op nieuwe updates. | ApplicationUpdater | ||
isFirstRun : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of dit de eerste uitvoering is na een geslaagde update (true) of niet (false). | ApplicationUpdater | ||
isNewerVersionFunction : Function
Een functie die de updater moet gebruiken om versies te vergelijken. | ApplicationUpdater | ||
previousApplicationStorageDirectory : File [alleen-lezen]
De vorige locatie van de opslagmap van de toepassing, als deze na een update is gewijzigd. | ApplicationUpdater | ||
previousVersion : String [alleen-lezen]
De vorige versie van de toepassing. | ApplicationUpdater | ||
updateDescriptor : XML [alleen-lezen]
De inhoud van het updatebeschrijvingsbestand dat is gedownload uit de update-URL. | ApplicationUpdater | ||
updateURL : String
De locatie van het updatebeschrijvingsbestand. | ApplicationUpdater | ||
wasPendingUpdate : Boolean [alleen-lezen]
Geeft aan of er een uitgestelde update was, ook als de installatie daarvan is mislukt (true); anders is de waarde false. | ApplicationUpdater |
Methode | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
De constructorfunctie. | ApplicationUpdater | ||
addEventListener(type:String, listener:Function, useCapture:Boolean = false, priority:int = 0, useWeakReference:Boolean = false):void
Registreert een gebeurtenislistenerobject bij een object EventDispatcher, zodat de listener een melding van een gebeurtenis ontvangt. | EventDispatcher | ||
Hiermee wordt het updateproces geannuleerd. | ApplicationUpdater | ||
Het updatebeschrijvingsbestand wordt asynchroon gedownload en geïnterpreteerd. | ApplicationUpdater | ||
Het updateproces starten. | ApplicationUpdater | ||
Verzendt een gebeurtenis naar de gebeurtenisstroom. | EventDispatcher | ||
Het updatebestand wordt asynchroon gedownload. | ApplicationUpdater | ||
Controleert of het object EventDispatcher listeners heeft geregistreerd voor een specifiek type gebeurtenis. | EventDispatcher | ||
Geeft aan of voor een object een opgegeven eigenschap is gedefinieerd. | Object | ||
Hiermee wordt de updater geïnitialiseerd. | ApplicationUpdater | ||
Hiermee wordt het updateproces gestart met een lokaal AIR-bestand. | ApplicationUpdater | ||
Hiermee wordt het updatebestand geïnstalleerd. | ApplicationUpdater | ||
Geeft aan of een instantie van de klasse Object zich in de prototypeketen van het object bevindt dat als parameter is opgegeven. | Object | ||
Geeft aan of de opgegeven eigenschap bestaat en kan worden opgesomd. | Object | ||
Verwijdert een listener uit het object EventDispatcher. | EventDispatcher | ||
Stelt de beschikbaarheid van een dynamische eigenschap voor lusbewerkingen in. | Object | ||
Geeft de tekenreeksweergave van dit object weer, geformatteerd volgens de locatiespecifieke conventies. | Object | ||
Retourneert een tekenreeksrepresentatie van het opgegeven object. | Object | ||
Retourneert de primitieve waarde van het opgegeven object. | Object | ||
Controleert of een gebeurtenislistener is geregistreerd bij dit object EventDispatcher of een van de voorouders voor het opgegeven type gebeurtenis. | EventDispatcher |
Gebeurtenis | Overzicht | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|---|
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de besturingssysteemfocus krijgt en actief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden vlak voordat de update wordt geïnstalleerd, nadat de methode installUpdate() is aangeroepen. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden voordat het updateproces begint, vlak voordat de updater het updatebeschrijvingsbestand probeert te downloaden. | ApplicationUpdater | |||
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de systeemfocus verliest en inactief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden wanneer het downloaden van updatebestand is voltooid. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer verbinding wordt gemaakt met het updatebestand of wanneer het wordt gedownload. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden nadat de methode downloadUpdate() is aangeroepen en de verbinding met de server tot stand is gebracht. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden wanneer er een fout is opgetreden tijden de initialisatie of tijdens het updateproces (als er iets onverwachts is gebeurd). | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden wanneer er een fout optreedt tijdens het valideren van het bestand dat is doorgegeven met de parameter airFile in een aanroep van de methode installFromAIRFile(). | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden nadat het bestand in de aanroep van de methode installFromAIRFile() met succes is gevalideerd. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden nadat de initialisatie is voltooid. | ApplicationUpdater | |||
Verzonden tijdens het downloaden van het updatebestand. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer wordt geprobeerd het updatebeschrijvingsbestand te downloaden of te parseren. | ApplicationUpdater | |||
Wordt verzonden nadat het updatebeschrijvingsbestand met succes is gedownload en geïnterpreteerd. | ApplicationUpdater |
configurationFile | eigenschap |
configurationFile:File
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De locatie van het configuratiebestand waarin de waarden zijn ingesteld voor de eigenschappen delay
en updateURL
. Als deze eigenschap naar een niet-bestaand bestand verwijst, treedt er een fout op als de methode initialize()
wordt aangeroepen.
Hier volgt een voorbeeld van een configuratiebestand:
<?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <configuration xmlns="http://ns.adobe.com/air/framework/update/configuration/1.0" > <url>app:/server/update.xml</url> <delay>1</delay> </configuration>
In plaats van een configuratiebestand te laden, kunt u ActionScript-code gebruiken om de eigenschappen delay
en updateURL
in te stellen.
Implementatie
public function get configurationFile():File
public function set configurationFile(value:File):void
Verwante API-elementen
currentState | eigenschap |
currentState:String
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De interne status van de updater. U kunt de volgende waarden instellen voor de eigenschap:
-
"UNINITIALIZED"
— De updater is niet geïnitialiseerd. -
"INITIALIZING"
— De updater wordt geïnitialiseerd. -
"READY"
— De updater is geïnitialiseerd. -
"BEFORE_CHECKING"
— De updater heeft nog niet gecontroleerd of er een updatebeschrijvingsbestand is. -
"CHECKING"
— De updater controleert of er een updatebeschrijvingsbestand is. -
"AVAILABLE"
— Het updatebeschrijvingsbestand is beschikbaar. -
"DOWNLOADING"
— De updater downloadt het AIR-bestand. -
"DOWNLOADED"
— De updater heeft het AIR-bestand gedownload. -
"INSTALLING"
— De updater installeert het AIR-bestand. -
"PENDING_INSTALLING"
— De updater is geïnitialiseerd en er zijn updates in behandeling.
Implementatie
public function get currentState():String
currentVersion | eigenschap |
currentVersion:String
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De huidige versie van de toepassing. Deze eigenschap wordt ingesteld tijdens het aanroepen van de methode initialize()
. De eigenschap wordt ingesteld op de versie uit het toepassingsbeschrijvingsbestand.
Implementatie
public function get currentVersion():String
delay | eigenschap |
delay:Number
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Het interval, in dagen, tussen periodieke controles op nieuwe updates.
De waarde 0 (de standaardwaarde) geeft aan dat de timer niet actief is, zodat er geen periodieke controles worden uitgevoerd. Dit kan worden ingesteld via deze eigenschap of via het configuratiebestand. Wanneer de waarde is ingesteld met beide methoden, wordt de waarde gebruikt die met de eigenschap is ingesteld.
De standaardwaarde is 0.
Implementatie
public function get delay():Number
public function set delay(value:Number):void
isFirstRun | eigenschap |
isFirstRun:Boolean
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Geeft aan of dit de eerste uitvoering is na een geslaagde update (true
) of niet (false
). Deze waarde wordt ingesteld na het aanroepen van de methode initialize()
. De ontwikkelaar moet controleren of isFirstRun
op true
is ingesteld als er gegevens moeten worden gemigreerd van de ene versie naar een andere.
Implementatie
public function get isFirstRun():Boolean
Verwante API-elementen
isNewerVersionFunction | eigenschap |
isNewerVersionFunction:Function
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Een functie die de updater moet gebruiken om versies te vergelijken. Standaard worden versies vergeleken om te bepalen of de versie van de externe site nieuwer is dan de versie van de geïnstalleerde toepassing. Soms komt de standaardvergelijkingsfunctie echter niet overeen met het versieschema van de ontwikkelaar. Stel deze eigenschap in om een nieuwe vergelijkingsfunctie op te geven.
De standaardvergelijkingsfunctie accepteert versies zoals x.y.z, waarbij x, y en z letters en cijfers kunnen bevatten. Er zijn enkele speciale voorwaarden die de standaardvergelijkingsfunctie herkent. Als de testfunctie "alpha"
, "beta"
of "rc"
aantreft in de versietekenreeksen, is de volgorde: alpha
< beta
< rc
.
Implementatie
public function get isNewerVersionFunction():Function
public function set isNewerVersionFunction(value:Function):void
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
customFn
gedefinieerd voor het updaterobject appUpdate
. De voorbeeldfunctie is opzettelijk eenvoudig gehouden. Uw aangepaste functie moet een Booleaanse waarde retourneren die is gebaseerd op de regels van uw versieschema.
appUpdate.isNewerVersionFunction = customFn; function customFn (currentVersion:String, updateVersion:String):Boolean { return updateVersion > currentVersion; }
previousApplicationStorageDirectory | eigenschap |
previousApplicationStorageDirectory:File
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De vorige locatie van de opslagmap van de toepassing, als deze na een update is gewijzigd. De locatie van de opslagmap van de toepassing wordt gewijzigd na een upgrade met een certificaatmigratie. Als er geen certificaatmigratie plaatsvindt, verandert de opslagmap van de toepassing niet wanneer de gebruiker de toepassing bijwerkt. en deze eigenschap wordt ingesteld op null
. Deze eigenschap wordt ingesteld tijdens het aanroepen van de methode initialize()
.
Een nieuwe versie van een AIR-toepassing kan met een nieuw certificaat worden ondertekend als de ontwikkelaar de optie -migrate
gebruikt wanneer het AIR-pakket wordt gemaakt met ADT. Als een nieuwe versie van een AIR-toepassing een nieuw handtekeningcertificaat gebruikt, verandert de lokale opslagmap van de toepassing wanneer de gebruiker de nieuwe versie installeert. Gebruik deze eigenschap om gegevens vanuit de oude opslagmap van de toepassing over te brengen naar de nieuwe opslagmap (File.applicationStorageDirectory
). Raadpleeg 'Een AIR-bestand ondertekenen om het toepassingscertificaat te wijzigen' in het hoofdstuk 'AIR-toepassingen maken met de opdrachtregelprogramma's' van de handleiding voor ontwikkelaars van Adobe AIR voor meer informatie.
Implementatie
public function get previousApplicationStorageDirectory():File
previousVersion | eigenschap |
previousVersion:String
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De vorige versie van de toepassing. Deze eigenschap wordt ingesteld tijdens het aanroepen van de methode initialize()
. Retourneert de vorige versie van de toepassing vóór de upgrade (wordt alleen ingesteld als isfirstRun
true
is); anders is de waarde null
.
Implementatie
public function get previousVersion():String
updateDescriptor | eigenschap |
updateDescriptor:XML
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De inhoud van het updatebeschrijvingsbestand dat is gedownload uit de update-URL. Deze eigenschap is alleen niet null nadat het updaterobject een gebeurtenis updateStatus
heeft verzonden.
Implementatie
public function get updateDescriptor():XML
updateURL | eigenschap |
updateURL:String
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De locatie van het updatebeschrijvingsbestand. Elke locatie die geldig is voor een URLRequest-pad, wordt geaccepteerd. Dit is de enige verplichte instelling voor de updater. U kunt de URL van de update instellen via deze eigenschap of via het configuratiebestand. Waneer de waarde met beide methoden is ingesteld, gebruikt de updater de waarde die met deze eigenschap is ingesteld.
Implementatie
public function get updateURL():String
public function set updateURL(value:String):void
wasPendingUpdate | eigenschap |
wasPendingUpdate:Boolean
[alleen-lezen] Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Geeft aan of er een uitgestelde update was, ook als de installatie daarvan is mislukt (true
); anders is de waarde false
. Deze eigenschap wordt ingesteld tijdens het aanroepen van de methode initialize()
. Gebruik de eigenschappen wasPendingUpdate
en isFirstRun
om te controleren of de installatie van een update is mislukt (in dat geval is wasPendingUpdate
ingesteld op true
en is isFirstRun
ingesteld op false
).
Implementatie
public function get wasPendingUpdate():Boolean
Verwante API-elementen
ApplicationUpdater | () | Constructor |
public function ApplicationUpdater()
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
De constructorfunctie.
cancelUpdate | () | methode |
public function cancelUpdate():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Hiermee wordt het updateproces geannuleerd. Als deze methode wordt aangeroepen, worden alle downloads die in behandeling zijn, geannuleerd, worden alle onvolledig gedownloade bestanden verwijderd en wordt de periodieke controletimer opnieuw gestart.
Het updateproces kan op elk moment worden geannuleerd, behalve wanneer de status "UNINITIALIZED" of "INITIALIZING" is. Er gebeurt niets wanneer de methode wordt aangeroepen als de status "UNINITIALIZED" of "INITIALIZING" is.
checkForUpdate | () | methode |
public function checkForUpdate():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Het updatebeschrijvingsbestand wordt asynchroon gedownload en geïnterpreteerd. Als deze methode wordt aangeroepen, verandert de status van de updater in "CHECKING". Roep deze methode alleen aan als de gebeurtenis checkForUpdate
is geannuleerd.
Deze methode wordt alleen uitgevoerd wanneer de updater de status "BEFORE_CHECKING" heeft.
Gebeurtenissen
updateStatus: — De updater heeft het updatebeschrijvingsbestand gedownload en geïnterpreteerd.
| |
updateError: — Er is een fout opgetreden terwijl werd geprobeerd het updatebeschrijvingsbestand te downloaden of te parseren.
|
checkNow | () | methode |
public function checkNow():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Het updateproces starten. Als deze methode wordt aangeroepen, wordt de periodieke timer niet gestopt. Er wordt echter ontdekt dat er een updateproces wordt uitgevoerd en de huidige iteratie wordt overgeslagen.
Deze methode wordt alleen uitgevoerd als de huidige status "READY" is.
Deze methode kan ertoe leiden dat het updaterobject de volgende gebeurtenis verzendt:
Gebeurtenissen
checkForUpdate: — Wordt verzonden vlak voordat het updateproces begint.
|
downloadUpdate | () | methode |
public function downloadUpdate():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Het updatebestand wordt asynchroon gedownload. Als deze methode wordt aangeroepen, verandert de status in "DOWNLOADING". Deze methode moet alleen worden aangeroepen als de gebeurtenis StatusUpdateEvent.UPDATE_STATUS is geannuleerd toen de eigenschap available van de gebeurtenis waar was.
Deze methode wordt alleen uitgevoerd als de huidige status "AVAILABLE" is.
Gebeurtenissen
downloadStart: — Wordt verzonden nadat de verbinding met de server tot stand is gebracht.
| |
progress: — Wordt verzonden nadat de initialisatie is voltooid.
| |
downloadError: — Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer verbinding wordt gemaakt met het updatebestand of wanneer het wordt gedownload. Wordt ook verzonden voor een ongeldige HTTP-status (zoals 404 - Bestand niet gevonden).
|
initialize | () | methode |
public function initialize():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Hiermee wordt de updater geïnitialiseerd. Als u deze methode aanroept, gebeurt het volgende:
-
Het updateframework wordt geïnitialiseerd en alle updates die in behandeling zijn, worden stil (en synchroon) geïnstalleerd. U moet deze methode tijdens het starten van de toepassing aanroepen, omdat de toepassing mogelijk opnieuw moet worden opgestart.
-
Als er een uitgestelde update aanwezig is, wordt deze geïnstalleerd.
-
Als er iets verkeerd is gegaan tijdens een vorige update, worden het updatebestand en de versiegegevens in het opslaggebied gewist.
-
Als de tijd van de periodieke timer is verstreken, wordt het updateproces gestart; anders wordt de periodieke timer gestart. Wanneer u echter een toepassing test met de toepassing AIR Debug Launcher (ADL), wordt de uitzondering IllegalOperationError gegenereerd als u probeert de toepassing bij te werken.
Gebeurtenissen
initialized: — De initialisatie is voltooid.
| |
error: — Er is een fout opgetreden tijdens de intialisatie.
|
installFromAIRFile | () | methode |
public function installFromAIRFile(file:File):void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Hiermee wordt het updateproces gestart met een lokaal AIR-bestand.
Het aanroepen van deze methode heeft geen effect als er een updateproces wordt uitgevoerd (als de status niet "DOWNLOADED"
is).
Deze functie is nuttig voor een toepassing waarbij het element customUpdateUI
is ingesteld op true
in het toepassingsbeschrijvingsbestand.
Wanneer u een toepassing test met de toepassing AIR Debug Launcher (ADL), leidt het aanroepen van deze methode tot de uitzondering IllegalOperationError.
Parameters
file:File — Het lokale AIR-bestand dat wordt geïnstalleerd.
|
Gebeurtenissen
fileUpdateStatus: — Wordt verzonden nadat het AIR-bestand met succes is gevalideerd.
| |
updateError: — Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer wordt geprobeerd het updatebeschrijvingsbestand te parseren.
|
installUpdate | () | methode |
public function installUpdate():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Hiermee wordt het updatebestand geïnstalleerd. Als deze methode wordt aangeroepen, verandert de status in "INSTALLING" en deze methode moet alleen worden aangeroepen als de gebeurtenis downLoadComplete
is geannuleerd.
Roep deze methode aan wanneer de updater de status "DOWNLOADED" heeft. Als u deze methode bij een andere status aanroep, gebeurt er niets.
Wanneer u een toepassing test met de toepassing AIR Debug Launcher (ADL), leidt het aanroepen van deze methode tot de uitzondering IllegalOperationError.
Gebeurtenissen
beforeInstall: — Wordt verzonden vlak voordat de update wordt geïnstalleerd. Het is soms beter om de installatie van de update op dit moment te verhinderen, omdat de gebruiker al het huidige werk zou kunnen kwijtraken wanneer de runtime de toepassing afsluit om de update te installeren.
|
beforeInstall | Gebeurtenis |
air.update.events.UpdateEvent
eigenschap UpdateEvent.type =
air.update.events.UpdateEvent.BEFORE_INSTALL
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden vlak voordat de update wordt geïnstalleerd, nadat de methode installUpdate()
is aangeroepen. Het is soms beter om de installatie van de update op dit moment te verhinderen, omdat de gebruiker al het huidige werk zou kunnen kwijtraken wanneer de runtime de toepassing afsluit om de update te installeren.
Door de methode preventDefault()
van deze gebeurtenis aan te roepen, wordt de installatie uitgesteld totdat de toepassing opnieuw wordt gestart. Als u de methode preventDefault()
aanroept, kan er geen ander updateproces worden gestart tijdens deze toepassingssessie (via het aanroepen van de methode installUpdate()
of wegens de periodieke controle).
Standaard wordt het updatebeschrijvingsbestand gedownload door de ApplicationUpdater-bibliotheek. U kunt de methode preventDefault()
aanroepen om dit standaardgedrag te annuleren.
UpdateEvent.BEFORE_INSTALL
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis beforeInstall
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het updaterobject. |
checkForUpdate | Gebeurtenis |
air.update.events.UpdateEvent
eigenschap UpdateEvent.type =
air.update.events.UpdateEvent.CHECK_FOR_UPDATE
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden voordat het updateproces begint, vlak voordat de updater het updatebeschrijvingsbestand probeert te downloaden. De updater kan deze gebeurtenis verzenden nadat de methode checkNow()
rechtstreeks is aanroepen of omdat de timer voor periodieke controle is verlopen.
UpdateEvent.CHECK_FOR_UPDATE
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis checkForUpdate
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het updaterobject. |
downloadComplete | Gebeurtenis |
air.update.events.UpdateEvent
eigenschap UpdateEvent.type =
air.update.events.UpdateEvent.DOWNLOAD_COMPLETE
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden wanneer het downloaden van updatebestand is voltooid.
Deze gebeurtenis wordt gewoonlijk gebruikt om een bericht weer te geven waarin wordt gevraagd of de gebruiker wil doorgaan met de installatie van de update.
Standaard wordt de methode installUpdate()
automatisch aangeroepen door de ApplicationUpdater-bibliotheek.
UpdateEvent.DOWNLOAD_COMPLETE
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis downloadComplete
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het updaterobject. |
downloadError | Gebeurtenis |
air.update.events.DownloadErrorEvent
eigenschap DownloadErrorEvent.type =
air.update.events.DownloadErrorEvent.DOWNLOAD_ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer verbinding wordt gemaakt met het updatebestand of wanneer het wordt gedownload. Wordt ook verzonden voor een ongeldige HTTP-status (zoals 404 - Bestand niet gevonden).
Wanneer deze gebeurtenis wordt verzonden, wordt de periodieke timer automatisch opnieuw gestart (als de vertraging groter is dan 0).
De constanteDownloadErrorEvent.DOWNLOAD_ERROR
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis downloadError
.
De eigenschap errorID
van een object DownloadErrorEvent is een geheel getal waarmee informatie over de fout wordt gedefinieerd (zie de volgende tabel). Een extra eigenschap subErrorID
kan meer informatie over de fout bevatten.
errorID-foutcode | Beschrijving |
---|---|
16800 | Treedt op tijdens het valideren van het gedownloade updatebestand. De eigenschap subErrorID kan aanvullende informatie bevatten. |
16801 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (application.xml ontbreekt). |
16802 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (MIME-type ontbreekt). |
16803 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (indeling). |
16804 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (ongeldige vlaggen). |
16805 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (onbekende compressie). |
16806 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (ongeldige bestandsnaam). |
16807 | Ongeldig Adobe AIR-bestand (beschadigd). |
16808 | Configuratiebestand bestaat niet. |
16809 | De eigenschap updateURL is niet ingesteld. |
16810 | Gereserveerd. |
16811 | Ongeldig configuratiebestand (onbekende configuratieversie). |
16812 | Ongeldig configuratiebestand (URL ontbreekt). |
16813 | Ongeldig configuratiebestand (indeling van vertraging). |
16814 | Ongeldig configuratiebestand (ongeldige waarden voor standaardgebruikersinterface). |
16815 | Ongeldige updatebeschrijving (onbekende beschrijvingsversie). |
16816 | Ongeldige updatebeschrijving (updateversie ontbreekt). |
16817 | Ongeldige updatebeschrijving (ongeldige beschrijving). |
16818 | I/O-fout tijdens opslaan van gegevens op schijf. De eigenschap subErrorID kan meer informatie bevatten. |
16819 | Beveiligingsfout tijdens downloaden. De eigenschap subErrorID kan meer informatie bevatten. |
16820 | Ongeldige HTTP-statuscode. De eigenschap subErrorID kan de ongeldige statuscode bevatten. |
16821 | Gereserveerd. |
16822 | I/O-fout tijdens downloaden. De eigenschap subErrorID kan meer informatie bevatten. |
16823 | Bestandseindefout tijdens opslaan van gegevens op schijf. De eigenschap subErrorID kan meer informatie bevatten. |
16824 | Ongeldige updatebeschrijving. De eigenschap subErrorID kan meer informatie bevatten. |
16825 | Het updatebestand bevat een toepassing met een andere toepassings-id. |
16826 | Het updatebestand bevat geen nieuwere versie van de toepassing. |
16827 | De versie in het updatebestand komt niet overeen met de versie in de updatebeschrijving. |
16828 | De toepassing kan niet worden bijgewerkt; gewoonlijk omdat de toepassing wordt uitgevoerd in ADL (AIR Debug Launcher). |
16829 | Updatebestand ontbreekt op moment van installatie. |
downloadStart | Gebeurtenis |
air.update.events.UpdateEvent
eigenschap UpdateEvent.type =
air.update.events.UpdateEvent.DOWNLOAD_START
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden nadat de methode downloadUpdate()
is aangeroepen en de verbinding met de server tot stand is gebracht. Wanneer u de ApplicationUpdater-bibliotheek gebruikt, kunt u met de gebeurtenishandler voor deze gebeurtenis een voortgangsbalk weergeven om de voortgang van het downloaden aan de gebruiker te tonen.
UpdateEvent.DOWNLOAD_START
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis downloadStart
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het updaterobject. |
error | Gebeurtenis |
flash.events.ErrorEvent
eigenschap ErrorEvent.type =
flash.events.ErrorEvent.ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden wanneer er een fout is opgetreden tijden de initialisatie of tijdens het updateproces (als er iets onverwachts is gebeurd).
Definieert de waarde van de eigenschaptype
van een gebeurtenisobject error
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het object ondervindt een fout in een netwerkbewerking. |
text | Tekst die moet worden weergegeven als foutbericht. |
fileUpdateError | Gebeurtenis |
air.update.events.StatusFileUpdateErrorEvent
eigenschap StatusFileUpdateErrorEvent.type =
air.update.events.StatusFileUpdateErrorEvent.FILE_UPDATE_ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden wanneer er een fout optreedt tijdens het valideren van het bestand dat is doorgegeven met de parameter airFile
in een aanroep van de methode installFromAIRFile()
.
StatusUpdateErrorEvent.UPDATE_ERROR
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis statusUpdateError
.
fileUpdateStatus | Gebeurtenis |
air.update.events.StatusFileUpdateEvent
eigenschap StatusFileUpdateEvent.type =
air.update.events.StatusFileUpdateEvent.FILE_UPDATE_STATUS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden nadat het bestand in de aanroep van de methode installFromAIRFile()
met succes is gevalideerd.
StatusUpdateEvent.UPDATE_STATUS
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis updateStatus
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
available | Geeft aan of er een andere versie beschikbaar is dan een versie van de huidige toepassing (true ); false als dat niet zo is (dezelfde versie). |
path | De eigenschap nativePath van het updateobject File dat is opgegeven met de parameter airFile in een aanroep van de methode installFromAIRFile() . |
versie | Geeft de versie van de nieuwe update aan. |
initialized | Gebeurtenis |
air.update.events.UpdateEvent
eigenschap UpdateEvent.type =
air.update.events.UpdateEvent.INITIALIZED
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden nadat de initialisatie is voltooid.
De constanteUpdateEvent.INITIALIZED
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis initialized
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het updaterobject. |
progress | Gebeurtenis |
flash.events.ProgressEvent
eigenschap ProgressEvent.type =
flash.events.ProgressEvent.PROGRESS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Verzonden tijdens het downloaden van het updatebestand.
Definieert de waarde van de eigenschaptype
van een gebeurtenisobject progress
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
bytesLoaded | Het aantal items of bytes dat wordt geladen wanneer de listener de gebeurtenis verwerkt. |
bytesTotal | Het totale aantal items of bytes dat uiteindelijk wordt geladen wanneer het laadproces is voltooid. |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het object dat de voortgang rapporteert. |
updateError | Gebeurtenis |
air.update.events.StatusUpdateErrorEvent
eigenschap StatusUpdateErrorEvent.type =
air.update.events.StatusUpdateErrorEvent.UPDATE_ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden als er een fout optreedt wanneer wordt geprobeerd het updatebeschrijvingsbestand te downloaden of te parseren.
Wanneer deze gebeurtenis door de updater wordt verzonden, wordt de periodieke timer automatisch opnieuw gestart (als de vertraging groter is dan 0). De toepassing zou dialoogvensters met foutmeldingen kunnen verbergen wanneer de updater een nieuwe gebeurtenis checkForUpdate
verzendt.
StatusUpdateErrorEvent.UPDATE_ERROR
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis statusUpdateError
.
updateStatus | Gebeurtenis |
air.update.events.StatusUpdateEvent
eigenschap StatusUpdateEvent.type =
air.update.events.StatusUpdateEvent.UPDATE_STATUS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.5 |
Wordt verzonden nadat het updatebeschrijvingsbestand met succes is gedownload en geïnterpreteerd.
Standaard start het downloaden van de update als de eigenschap available van het object StatusUpdateEvent is ingesteld op true
. Dit standaardgedrag kan alleen worden verhinderd bij gebruik van de klasse ApplicationUpdater, niet bij gebruik van de klasse ApplicationUpdatorUI.
StatusUpdateEvent.UPDATE_STATUS
bevat de waarde van de eigenschap type
van het gebeurtenisobject voor een gebeurtenis updateStatus
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
available | Is op true ingesteld als in het updatebeschrijvingsbestand een andere versie is opgegeven dan de versie van de huidige toepassing; false als dat niet zo is (de versie is hetzelfde). |
versie | De tekenreeks met de nieuwe beschikbare versie. |
details | Een array die de tekenreeks details bevat voor elke taal die wordt ondersteund. Als er geen gelokaliseerde beschrijving is, is het eerste element van deze array een lege tekenreeks ("" ) en bevat het tweede element de tekenreeks details. Als er gelokaliseerde beschrijvingen zijn, is elk element in de array een array dat twee elementen bevat. Het eerste element is de landcode en het tweede is de beschrijving. De volgende array heeft bijvoorbeeld subarrays voor twee talen (V.S. Engels en Frans): ["en-US", "Hello World"], ["fr", "Bonjour monde"] . De talen worden in dezelfde volgorde weergegeven als in de updatebeschrijving. De tekst voor de eigenschap Details wordt opgegeven in het updatebeschrijvingsbestand. |
versionLabel | (AIR 2.5+) Het versielabel van de toepassingsbeschrijving van de update. Het versielabel moet worden weergegeven aan de gebruikers, en niet de versie. Als er geen versielabel is opgegeven, bestaat deze eigenschap uit een lege tekenreeks. |
Wed Jun 13 2018, 11:42 AM Z