Het iPhone-pictogram en afbeeldingen voor het startscherm

Alle iPhone-toepassingen bevatten pictogrammen die in de gebruikersinterface van iTunes en op de iPhone worden weergegeven.

Pictogrammen voor iPhone-toepassingen

U definieert de volgende pictogrammen voor een iPhone-toepassing:

  • Een pictogram van 29 bij 29 pixels: dit pictogram wordt weergegeven in de Spotlight-zoekresultaten op de iPhone en de iPod touch.

  • Een pictogram van 48 bij 48 pixels: dit pictogram wordt weergegeven in de Spotlight-zoekresultaten op de iPad.

  • Een pictogram van 57 bij 57 pixels: dit pictogram wordt weergegeven op de startpagina's van de iPhone en de iPod touch.

  • Een pictogram van 72 bij 72 pixels (optioneel): dit pictogram wordt weergegeven op de startpagina van de iPad.

  • Een pictogram van 512 bij 512 pixels: dit pictogram wordt weergegeven door iTunes. Het PNG-bestand van 512 bij 512 pixels wordt alleen gebruikt om de ontwikkelversies van uw toepassing te testen. Wanneer u de definitieve versie van uw toepassing indient bij Apple App Store, moet u deze afbeelding afzonderlijk meeleveren als JPG-bestand. De afbeelding wordt niet opgenomen in het IPA-bestand.

In Flash Professional CS5 voegt u deze pictogrammen toe op het tabblad Pictogrammen van het dialoogvenster iPhone-instellingen. Zie Eigenschappen voor iPhone-toepassingen instellen in Flash Professional CS5 .

U kunt de locaties van de pictogrammen ook toevoegen aan het descriptorbestand van de toepassing:

<icon> 
        <image29x29>icons/icon29.png</image29x29> 
        <image57x57>icons/icon57.png</image57x57> 
        <image72x72>icons/icon72.png</image72x72> 
        <image512x512>icons/icon512.png</image512x512> 
</icon>

Op de iPhone wordt aan het pictogram een schittereffect toegevoegd. U hoeft dit effect niet in de bronafbeelding op te nemen. Als u dit standaardschittereffect wilt verwijderen, voegt u het volgende toe aan het element InfoAdditions in het descriptorbestand van de toepassing:

<InfoAdditions> 
    <![CDATA[ 
        <key>UIPrerenderedIcon</key> 
        <true/> 
    ]]> 
</InfoAdditions> 

Zie Eigenschappen voor iPhone-toepassingen instellen in het descriptorbestand van de toepassing .

De afbeelding voor het startscherm (Default.png)

In alle iPhone-toepassingen wordt een eerste afbeelding weergegeven terwijl de toepassing op de iPhone wordt geladen. U definieert de eerste afbeelding in een PNG-bestand met de naam Default.png. Maak in de hoofdontwikkelmap een PNG-bestand met de naam Default.png. (Plaats dit bestand niet in een submap. Geef het bestand de naam Default.png met een hoofdletter D.)

Het bestand Default.png is 320 pixels breed en 480 pixels lang, ongeacht de oorspronkelijke oriëntatie van de toepassing en of deze al dan niet het volledige scherm in beslag neemt.

Als uw toepassing standaard liggend georiënteerd is, gebruikt u dezelfde afmetingen als een staande toepassing, namelijk 320 pixels breed en 480 pixels hoog. U dient de illustratie echter 90° linksom te roteren in het PNG-bestand. De linkerzijde van de PNG-illustratie komt overeen met de bovenzijde van het iPhone-scherm in de modus Liggend. (Zie Instellingen voor iPhone-toepassingen voor informatie over het instellen van de beginoriëntatie van de toepassing.)

Toepassingen die niet het hele scherm in beslag nemen, negeren de bovenste 20 pixels van de standaardillustratie. De statusbalk van de iPhone bedekt een rechthoekig gebied van 20 pixels breed boven in de standaardillustratie. In een toepassing met een liggende oriëntatie beslaat dit gebied een rechthoek van 20 pixels breed links in het bestand Default.png (dat bij de liggende oriëntatie boven aan wordt weergegeven). In een toepassing met een staande oriëntatie beslaat dit gebied een rechthoek van 20 pixels breed boven in het bestand Default.png.

Bij de meeste toepassingen moet de afbeelding Default.png overeenkomen met het startscherm van de toepassing. Een schermafbeelding van het startscherm van de toepassing maken:

  1. Open de toepassing op de iPhone. Wanneer het eerste scherm van de gebruikersinterface verschijnt, drukt u op de thuisknop en houdt u deze knop ingedrukt (onder het scherm). Terwijl u de thuisknop houdt ingedrukt, drukt u op de knop voor de sluimerstand boven aan het apparaat. Zo maakt u een schermafbeelding en verzendt u de afbeelding naar het Filmrol-album.

  2. Breng de afbeelding over naar uw ontwikkelcomputer door deze over te brengen van de iPhone of door een andere toepassing voor het overbrengen van foto's te gebruiken. (Op een Mac-computer kunt u hiervoor de toepassing Image Capture gebruiken.)

    U kunt de afbeelding ook via e-mail naar uw ontwikkelcomputer verzenden:

    • Open de toepassing Foto's.

    • Open het Filmrol-album.

    • Open de schermafbeelding die u hebt vastgelegd.

    • Tik op de foto en tik vervolgens op de pijlknop “vooruit” in de linkerbenedenhoek. Klik vervolgens op de knop voor het verzenden van foto's en verzendt de foto naar uzelf.

Opmerking: U kunt elke gewenste afbeelding voor het bestand Default.png gebruiken, zo lang de afbeelding maar de juiste afmetingen heeft. Het is echter vaak het beste als de afbeelding Default.png overeenkomt met de beginstatus van uw toepassing.

Plaats geen tekst in de afbeelding Default.png als de toepassing in meerdere talen wordt vertaald. Default.png is een statisch bestand, dus de tekst zou dan niet overeenkomen met de andere talen.

Vergeet niet om het bestand Default.png in Flash Professional CS5 toe te voegen aan de lijst Opgenomen bestanden in het dialoogvenster met iPhone-instellingen. Zie Eigenschappen voor iPhone-toepassingen instellen in Flash Professional CS5 .

Wanneer u compileert met de PFI-toepassing op de opdrachtregel, moet u een verwijzing naar dit bestand opnemen in de lijst met opgenomen middelen. Zie Een installatiebestand voor een iPhone-toepassing maken vanaf de opdrachtregel .