ActionScript 3.0-codevoorbeelden kunnen worden uitgevoerd op mobiele apparaten die ondersteuning bieden voor Flash Player 10.1. Codevoorbeelden worden doorgaans echter uitgevoerd omdat men wil weten hoe bepaalde klassen en methoden werken. Als dit het geval is, voert u het voorbeeld uit op een niet-mobiel apparaat zoals een desktopcomputer. Op een desktopcomputer kunt u gebruik maken van trace-instructies en andere hulpmiddelen voor foutopsporing in Flash Professional of Flash Builder, die u kunnen helpen het codevoorbeeld beter te begrijpen.
Als u het voorbeeld op een mobiel apparaat wilt uitvoeren, kopieert u de bestanden naar het apparaat of naar een webserver. Doe het volgende om bestanden naar het apparaat te kopiëren en het voorbeeld in de browser uit te voeren:
-
Maak het SWF-bestand door de instructies in
ActionScript 3.0-voorbeelden uitvoeren in Flash Professional
of in
ActionScript 3.0-voorbeelden uitvoeren in Flash Builder
op te volgen. In Flash Professional maakt u het SWF-bestand door Controleren > Film testen te selecteren. In Flash Builder maakt u het SWF-bestand door uw Flash Builder-project uit te voeren of samen te stellen of door hierin fouten op te sporen.
-
Kopieer het SWF-bestand naar een map op het mobiele apparaat. Gebruik de met het apparaat meegeleverde software om het bestand te kopiëren.
-
In de adresbalk van de browser op het mobiele apparaat typt u file:// en vervolgens de URL van het SWF-bestand. Typ bijvoorbeeld
file:://applications/myExample.swf
.
Doe het volgende om bestanden naar een webserver te kopiëren en het voorbeeld in de browser van het apparaat uit te voeren:
-
Maak een SWF-bestand en een HTML-bestand. Volg eerst de instructies in
ActionScript 3.0-voorbeelden uitvoeren in Flash Professional
of in
ActionScript 3.0-voorbeelden uitvoeren in Flash Builder
op. In Flash Professional wordt door het selecteren van Controleren > Film testen alleen het SWF-bestand gemaakt. Om beide bestanden te maken, selecteert u in het dialoogvenster Publicatie-instellingen op het tabblad Indelingen zowel Flash als HTML. Selecteer vervolgens Bestand > Publiceren om zowel het HTML-bestand als het SWF-bestand te maken. In Flash Builder maakt u zowel het SWF-bestand als het HTML-bestand door uw Flash Builder-project uit te voeren of samen te stellen of door hierin fouten op te sporen.
-
Kopieer het SWF-bestand het HTML-bestand naar een map op de webserver.
-
In de adresbalk van de browser op het mobiele apparaat typt u het HTTP-adres van het HTML-bestand. Typ bijvoorbeeld
http://www.myWebServer/examples/myExample.html
.
Denk na over de volgende kwesties, voordat u een voorbeeld op een mobiel apparaat uitvoert.
Grootte van het werkgebied
Als u een voorbeeld uitvoert op een mobiel apparaat is het werkgebied veel kleiner dan bij een niet-mobiel apparaat. Bij veel voorbeelden hoeft het werkgebied niet een bepaalde grootte te hebben. Geef bij het maken van het SWF-bestand een werkgebiedgrootte op die geschikt is voor uw apparaat. Geef bijvoorbeeld 176 x 208 pixels op.
Het doel van de praktische voorbeelden in de ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids is de verschillende ActionScript 3.0-concepten en -klassen te illustreren. De gebruikersinterfaces hiervan zijn dusdanig ontworpen dat ze er mooi uit zien en goed werken op een desktop- of een laptopcomputer. Hoewel de voorbeelden werken op mobiele apparaten, zijn het werkgebied en het ontwerp van de interface niet geschikt voor een klein scherm. Adobe raadt u aan de praktische voorbeelden op een computer uit te voeren om zo meer te leren over ActionScript. Vervolgens kunt u de relevante codefragmenten in uw mobiele toepassingen uitvoeren.
Tekstvelden in plaats van trace-instructies
Wanneer u een voorbeeld uitvoert op een mobiel apparaat, kunt u de uitvoer van de trace-instructies van het voorbeeld niet zien. Als u de uitvoer wilt zien, maakt u een instantie van de klasse TextField. Voeg vervolgens de tekst van de trace-instructies toe aan de eigenschap
text
van het tekstveld.
U kunt de volgende functie gebruiken om een tekstveld voor tracering in te stellen:
function createTracingTextField(x:Number, y:Number,
width:Number, height:Number):TextField {
var tracingTF:TextField = new TextField();
tracingTF.x = x;
tracingTF.y = y;
tracingTF.width = width;
tracingTF.height = height;
// A border lets you more easily see the area the text field covers.
tracingTF.border = true;
// Left justifying means that the right side of the text field is automatically
// resized if a line of text is wider than the width of the text field.
// The bottom is also automatically resized if the number of lines of text
// exceed the length of the text field.
tracingTF.autoSize = TextFieldAutoSize.LEFT;
// Use a text size that works well on the device.
var myFormat:TextFormat = new TextFormat();
myFormat.size = 18;
tracingTF.defaultTextFormat = myFormat;
addChild(tracingTF);
return tracingTF;
}
Voeg deze functie bijvoorbeeld toe aan de documentklasse als een functie van het type private. Traceer vervolgens in andere methoden van de documentklasse gegevens met soortgelijke code zoals hier staat weergegeven:
var traceField:TextField = createTracingTextField(10, 10, 150, 150);
// Use the newline character "\n" to force the text to the next line.
traceField.appendText("data to trace\n");
traceField.appendText("more data to trace\n");
// Use the following line to clear the text field.
traceField.appendText("");
De methode
appendText()
accepteert slechts één waarde als parameter. Deze waarde moet een tekenreeks zijn (een String-instantie of een letterlijke tekenreeks). Wanneer u de waarde wilt afdrukken van een variabele die geen tekenreeks is, moet u de waarde eerst omzetten in een tekenreeks. De eenvoudigste manier om dit te bereiken is het aanroepen van de methode
toString()
van het object:
var albumYear:int = 1999;
traceField.appendText("albumYear = ");
traceField.appendText(albumYear.toString());
Tekengrootte
In veel voorbeelden worden tekstvelden gebruikt om te helpen bij het illustreren van een concept. In sommige gevallen wordt de leesbaarheid op een mobiel apparaat verbeterd als de tekengrootte in het tekstveld wordt aangepast. Als in een voorbeeld een tekstveldinstantie genaamd
myTextField
wordt gebruikt, kan de tekengrootte hiervan aan de hand van de volgende code worden aangepast:
// Use a text size that works well on the device.
var myFormat:TextFormat = new TextFormat();
myFormat.size = 18;
myTextField.defaultTextFormat = myFormat
Gebruikersinvoer vastleggen
Het mobiele besturingssysteem en de mobiele browser leggen een aantal gebeurtenissen aangaande gebruikersinvoer vast, die niet worden ontvangen door de SWF-inhoud. Specifiek gedrag is afhankelijk van het besturingssysteem en de browser, maar kan resulteren in onverwacht gedrag wanneer u de voorbeelden op een mobiel apparaat uitvoert. Zie
Hogere prioriteit KeyboardEvent
voor meer informatie.
Ook zijn de gebruikersinterfaces van veel voorbeelden ontworpen voor een desktop- of een laptopcomputer. Zo zijn de meeste praktische voorbeelden in de ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids bij uitstek geschikt voor weergave op een desktopcomputer. Daarom wordt niet altijd het hele werkgebied weergegeven op het scherm van het mobiele apparaat. De mogelijkheid om door de inhoud van de browser te pannen is afhankelijk van de browser. Bovendien zijn de voorbeelden niet ontworpen voor het afvangen en afhandelen van schuif- of bladergebeurtenissen. Daarom zijn de gebruikersinterfaces van sommige voorbeelden niet geschikt om op een klein scherm te worden uitgevoerd. Adobe raadt u aan de voorbeelden op een computer uit te voeren om zo meer te leren over ActionScript. Vervolgens kunt u de relevante codefragmenten in uw mobiele toepassingen uitvoeren.
Zie
Weergaveobjecten pannen en schuiven
voor meer informatie.
Afhandeling van focus
Bij sommige voorbeelden moet u zorgen dat een veld de focus krijgt. Als een veld de focus heeft, kunt u bijvoorbeeld tekst invoeren of een knop selecteren. Gebruik het aanwijsapparaat van het mobiele apparaat, bijvoorbeeld de stylus, of uw vinger om een veld de focus te geven. U kunt hiervoor ook de navigatietoetsen van het mobiele apparaat gebruiken. Gebruik de selectietoets van het mobiele apparaat, net zoals u Enter op een computer gebruikt, voor het selecteren van een knop die de focus heeft. Op sommige apparaten kunt u een knop selecteren door er tweemaal op te tikken.
Zie
Focus beheren
voor meer informatie.
Afhandeling van muisgebeurtenissen
Veel voorbeelden luisteren of er muisgebeurtenissen plaatsvinden. Op een computer doen muisgebeurtenissen zich bijvoorbeeld voor als een gebruiker met de muisaanwijzer over een weergaveobject gaat of met de muisknop op een weergaveobject klikt. Op mobiele apparaten worden gebeurtenissen die het resultaat zijn van het gebruik van een aanwijsapparaat, zoals een stylus, of het gebruik van een vinger, aanraakgebeurtenissen genoemd. In Flash Player 10.1 worden aanraakgebeurtenissen aan muisgebeurtenissen toegewezen. Deze toewijzing zorgt ervoor dat SWF-inhoud die is ontwikkeld voor een oudere versie van Flash Player 10.1, blijft werken. Voorbeelden werken derhalve wanneer een aanwijsapparaat wordt gebruikt bij het selecteren of slepen van een weergaveobject.
Prestaties
Mobiele apparaten zijn minder krachtig dan desktopapparaten. Sommige voorbeelden die de CPU zwaar belasten, werken mogelijk langzaam op een mobiel apparaat. Zo maakt het voorbeeld in
Voorbeeld van de API voor tekenen: Algorithmic Visual Generator
bij het invoeren van elk frame uitgebreide berekeningen en tekenbewerkingen. Als u dit voorbeeld op een computer uitvoert, worden er verschillende API's voor tekenen gedemonstreerd. Dit voorbeeld is echter niet geschikt voor sommige mobiele apparaten vanwege de prestatiebeperkingen van deze apparaten.
Op
De prestaties voor het Flash-platform optimaliseren
vindt u meer informatie over de prestaties op mobiele apparatuur.
Tips en trucs
Bij de voorbeelden is geen rekening gehouden met de speciale die het ontwikkelen van toepassingen voor mobiele apparaten met zich meebrengt. Deze speciale vereisten zijn het gevolg van de beperkingen van het geheugen en het vermogen van de CPU van mobiele apparaten. Daar komt nog bij dat een gebruikersinterface voor een klein scherm aan andere eisen moet voldoen dan een gebruikersinterface voor een desktopcomputer. Op
http://www.adobe.com/go/learn_optimizing_fp_nl
vindt u meer informatie over het ontwikkelen van toepassingen voor mobiele apparatuur.