Foutopsporing op afstand met FDB via een netwerkverbinding

Als u met behulp van de opdrachtregel Flash Debugger (FDB) fouten wilt opsporen in een toepassing die wordt uitgevoerd op een apparaat, moet u het foutopsporingsprogramma eerst op uw ontwikkelingscomputer uitvoeren en vervolgens de toepassing op het apparaat starten. De procedure hieronder maakt gebruik van de hulpprogramma's AMXMLC, FDB en ADT voor het compileren, verpakken en het uitvoeren van een foutopsporing op het apparaat. In de voorbeelden wordt verondersteld dat u een gecombineerde Flex- en AIR-SDK gebruikt en dat de binmap is opgenomen in de omgevingsvariabele van het pad. (Deze veronderstelling is vooral bedoeld om opdrachtvoorbeelden eenvoudiger te maken.)

  1. Open een venster voor terminal- of opdrachtprompts en navigeer naar de map met de broncode voor de toepassing.

  2. Compileer de toepassing met amxmlc, waardoor de foutopsporing wordt ingeschakeld:

    amxmlc -debug DebugExample.as
  3. Verpak de toepassing met behulp van de doelen apk-debug of ipa-debug :

    Android 
                                        adt -package -target apk-debug -connect -storetype pkcs12 -keystore ../../AndroidCert.p12 DebugExample.apk DebugExample-app.xml DebugExample.swf 
    
                                        iOS 
                                        adt -package -target ipa-debug -connect -storetype pkcs12 -keystore ../../AppleDeveloperCert.p12 -provisioning-profile test.mobileprovision DebugExample.apk DebugExample-app.xml DebugExample.swf

    Als u altijd dezelfde hostnaam of hetzelfde IP-adres gebruikt voor foutopsporing, kunt u die waarde na de markering -connect plaatsen. De toepassing probeert automatisch verbinding te maken met dat IP-adres of die hostnaam. Als dat niet het geval is, moet u de gegevens over het apparaat elke keer bij het starten van de foutopsporing invoeren.

  4. De toepassing installeren.

    Bij Android kunt u de opdracht ADT -installApp gebruiken:

    adt -installApp -platform android -package DebugExample.apk

    Bij iOS kunt u de toepassing installeren met behulp van de ADT-opdracht -installApp of met behulp van iTunes.

  5. In een tweede terminal- of opdrachtvenster en FDB uitvoeren:

    fdb
  6. Typ in het FDB-venster de opdracht run :

    Adobe fdb (Flash Player Debugger) [build 14159] 
                                        Copyright (c) 2004-2007 Adobe, Inc. All rights reserved. 
                                        (fdb) run 
                                        Waiting for Player to connect
  7. Start de toepassing op het apparaat.

  8. Zodra de toepassing op het apparaat of de emulator wordt gestart, wordt het Adobe AIR-dialoogvenster voor verbinding geopend. (Als u een hostnaam of IP-adres hebt opgegeven bij de optie -connect bij het verpakken van de toepassing, probeert de toepassing automatisch verbinding te maken met behulp van dat adres.) Voer het betreffende adres in en tik op OK.

    Om in deze modus verbinding te kunnen maken met het foutopsporingsprogramma moet het apparaat het adres of de hostnaam kunnen achterhalen en verbinding kunnen maken met TPC-poort 7935. Een netwerkverbinding wordt vereist.

  9. Wanneer de externe runtime verbinding maakt met het foutopsporingsprogramma, kunt u onderbrekingspunten instellen met de FDB-opdracht break en vervolgens de uitvoering starten met de opdracht continue :

    (fdb) run 
                                        Waiting for Player to connect 
                                        Player connected; session starting. 
                                        Set breakpoints and then type 'continue' to resume the session. 
                                        [SWF] Users:juser:Documents:FlashProjects:DebugExample:DebugExample.swf - 32,235 bytes after decompression 
                                        (fdb) break clickHandler 
                                        Breakpoint 1 at 0x5993: file DebugExample.as, line 14 
                                        (fdb) continue