Pakket | flash.net |
Klasse | public class URLLoader |
Overerving | URLLoader EventDispatcher Object |
Subklassen | AVURLLoader |
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Een URLLoader-object downloadt alle gegevens van een URL voordat deze aan de toepassingen beschikbaar worden gesteld. Er worden meldingen verzonden over de voortgang van de download, die u kunt via de eigenschappen bytesLoaded
en bytesTotal
en via verzonden gebeurtenissen kunt controleren.
Bij het laden van zeer grote videobestanden, bijvoorbeeld FLV-bestanden, kunnen fouten met betrekking tot te weinig geheugen optreden.
Wanneer u deze klasse gebruikt in Flash Player en in inhoud in een AIR-toepassing in andere beveiligingssandboxen dan de sandbox met toepassingsbeveiliging, moet u het volgende beveiligingsmodel overwegen:
- Een SWF-bestand in de sandbox Lokaal-met-bestandssysteem kan geen gegevens laden naar een bron in de netwerksandbox of deze bron van gegevens voorzien.
- Standaard moeten het aanroepende SWF-bestand en de URL die u laadt zich in exact hetzelfde domein bevinden. Een SWF-bestand op www.adobe.com kan bijvoorbeeld alleen gegevens laden van bronnen die zelf ook aanwezig zijn op www.adobe.com. Wanneer u gegevens van een ander domein wilt laden, plaatst u een bestand met URL-beleid op de server die als host fungeert voor de gegevens.
Lees voor meer informatie over beveiliging het onderwerp Security in het Flash Player Developer Center.
Verwante API-elementen
Eigenschap | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
bytesLoaded : uint = 0
Geeft het aantal bytes aan dat tot nu toe tijdens de laadbewerking is geladen. | URLLoader | ||
bytesTotal : uint = 0
Geeft het totale aantal bytes in de gedownloade gegevens aan. | URLLoader | ||
constructor : Object
Verwijzing naar het klasseobject of de constructorfunctie van een bepaalde objectinstantie. | Object | ||
data : *
De gegevens die via de laadbewerking zijn ontvangen. | URLLoader | ||
dataFormat : String = "text"
Houdt bij of de gedownloade gegevens als tekst (URLLoaderDataFormat.TEXT), als onbewerkte binaire gegevens (URLLoaderDataFormat.BINARY) of als URL-gecodeerde variabelen (URLLoaderDataFormat.VARIABLES) zijn ontvangen. | URLLoader |
Methode | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|
URLLoader(request:URLRequest = null)
Maakt een object URLLoader. | URLLoader | ||
addEventListener(type:String, listener:Function, useCapture:Boolean = false, priority:int = 0, useWeakReference:Boolean = false):void [overschrijven]
Registreert een gebeurtenislistenerobject bij een object EventDispatcher, zodat de listener een melding van een gebeurtenis ontvangt. | URLLoader | ||
Sluit de laadbewerking die wordt uitgevoerd. | URLLoader | ||
Verzendt een gebeurtenis naar de gebeurtenisstroom. | EventDispatcher | ||
Controleert of het object EventDispatcher listeners heeft geregistreerd voor een specifiek type gebeurtenis. | EventDispatcher | ||
Geeft aan of voor een object een opgegeven eigenschap is gedefinieerd. | Object | ||
Geeft aan of een instantie van de klasse Object zich in de prototypeketen van het object bevindt dat als parameter is opgegeven. | Object | ||
Verzendt en laadt gegevens via de opgegeven URL. | URLLoader | ||
Geeft aan of de opgegeven eigenschap bestaat en kan worden opgesomd. | Object | ||
Verwijdert een listener uit het object EventDispatcher. | EventDispatcher | ||
Stelt de beschikbaarheid van een dynamische eigenschap voor lusbewerkingen in. | Object | ||
Geeft de tekenreeksweergave van dit object weer, geformatteerd volgens de locatiespecifieke conventies. | Object | ||
Retourneert een tekenreeksrepresentatie van het opgegeven object. | Object | ||
Retourneert de primitieve waarde van het opgegeven object. | Object | ||
Controleert of een gebeurtenislistener is geregistreerd bij dit object EventDispatcher of een van de voorouders voor het opgegeven type gebeurtenis. | EventDispatcher |
Gebeurtenis | Overzicht | Gedefinieerd door | ||
---|---|---|---|---|
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de besturingssysteemfocus krijgt en actief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden nadat alle ontvangen gegevens zijn gedecodeerd en in de gegevenseigenschap van het object URLLoader zijn geplaatst. | URLLoader | |||
[uitgezonden gebeurtenis] Wordt verzonden wanneer Flash Player of de AIR-toepassing de systeemfocus verliest en inactief wordt. | EventDispatcher | |||
Wordt verzonden als een aanroep naar de methode load() via HTTP toegang tot gegevens probeert te krijgen, en Adobe AIR de statuscode voor de aanvraag kan detecteren en retourneren. | URLLoader | |||
Wordt verzonden als een aanroep naar URLLoader.load() via HTTP toegang probeert te krijgen tot gegevens. | URLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer een aanroep naar URLLoader.load() resulteert in een fatale fout die de download beëindigt. | URLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer de downloadbewerking begint na een aanroep van de methode URLLoader.load(). | URLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer gegevens tijdens de downloadbewerking worden ontvangen. | URLLoader | |||
Wordt verzonden wanneer een aanroep naar URLLoader.load() probeert gegevens te laden van een server buiten de beveiligingssandbox. | URLLoader |
bytesLoaded | eigenschap |
public var bytesLoaded:uint = 0
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Geeft het aantal bytes aan dat tot nu toe tijdens de laadbewerking is geladen.
bytesTotal | eigenschap |
public var bytesTotal:uint = 0
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Geeft het totale aantal bytes in de gedownloade gegevens aan. Deze eigenschap bevat 0 terwijl de laadbewerking in voortgang is en wordt gevuld wanneer de bewerking is voltooid. Wanneer de header Content-Length ontbreekt, is de waarde van de eigenschap bytesTotal onbepaald.
data | eigenschap |
public var data:*
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
De gegevens die via de laadbewerking zijn ontvangen. Deze eigenschap wordt alleen gevuld wanneer de laadbewerking is voltooid. De indeling van de gegevens hangt af van de instelling van de eigenschap dataFormat
.
Wanneer de eigenschap dataFormat
op URLLoaderDataFormat.TEXT
is ingesteld, zijn de ontvangen gegevens een tekenreeks met de tekst van het geladen bestand.
Wanneer de eigenschap dataFormat
op URLLoaderDataFormat.BINARY
is ingesteld, zijn de ontvangen gegevens een object ByteArray met de onbewerkte binaire gegevens.
Wanneer de eigenschap dataFormat
op URLLoaderDataFormat.VARIABLES
is ingesteld, zijn de ontvangen gegevens een object URLVariables met de URL-gecodeerde variabelen.
Verwante API-elementen
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
//params.txt is a local file that includes: firstName=Tom&lastName=Jones var lbl:TextField = new TextField(); var urlRequest:URLRequest = new URLRequest("params.txt"); var urlLoader:URLLoader = new URLLoader(); urlLoader.dataFormat = URLLoaderDataFormat.VARIABLES; urlLoader.addEventListener(Event.COMPLETE, urlLoader_complete); urlLoader.load(urlRequest); function urlLoader_complete(evt:Event):void { lbl.text = urlLoader.data.lastName + "," + urlLoader.data.firstName; addChild(lbl); }
dataFormat | eigenschap |
public var dataFormat:String = "text"
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Hiermee wordt bepaald of de gedownloade gegevens zijn ontvangen als tekst (URLLoaderDataFormat.TEXT
), als onbewerkte binaire gegevens (URLLoaderDataFormat.BINARY
) of als URL-gecodeerde variabelen (URLLoaderDataFormat.VARIABLES
).
Wanneer de eigenschap dataFormat
de waarde URLLoaderDataFormat.TEXT
heeft, zijn de ontvangen gegevens een tekenreeks met de tekst van het geladen bestand.
Wanneer de eigenschap dataFormat
de waarde URLLoaderDataFormat.BINARY
heeft, zijn de ontvangen gegevens een object ByteArray met de onbewerkte binaire gegevens.
Wanneer de eigenschap dataFormat
de waarde URLLoaderDataFormat.VARIABLES
heeft, zijn de ontvangen gegevens een object URLVariables met de URL-gecodeerde variabelen.
De standaardwaarde is URLLoaderDataFormat.TEXT.
Verwante API-elementen
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
var PATH:String = "lorem.txt"; var urlRequest:URLRequest = new URLRequest(PATH); var urlLoader:URLLoader = new URLLoader(); urlLoader.dataFormat = URLLoaderDataFormat.TEXT; // default urlLoader.addEventListener(Event.COMPLETE, urlLoader_complete); urlLoader.load(urlRequest); function urlLoader_complete(evt:Event):void { textArea.text = urlLoader.data; }
URLLoader | () | Constructor |
public function URLLoader(request:URLRequest = null)
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Maakt een object URLLoader.
Parametersrequest:URLRequest (default = null ) — Een object URLRequest dat de URL opgeeft die moet worden gedownload. Wanneer deze parameter wordt weggelaten, begint de laadbewerking niet. Wanneer de parameter wordt opgegeven, begint de laadbewerking direct (zie load voor meer informatie).
|
Verwante API-elementen
addEventListener | () | methode |
override public function addEventListener(type:String, listener:Function, useCapture:Boolean = false, priority:int = 0, useWeakReference:Boolean = false):void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Registreert een gebeurtenislistenerobject bij een object EventDispatcher, zodat de listener een melding van een gebeurtenis ontvangt. U kunt gebeurtenislisteners registreren op alle knooppunten in het weergaveoverzicht van een specifiek type gebeurtenis, fase of prioriteit.
Nadat het registreren van een gebeurtenislistener is voltooid, kunt u de prioriteit ervan niet wijzigen door extra aanroepen van addEventListener()
. Wanneer u de prioriteit van een listener wilt wijzigen, moet u eerst removeListener()
aanroepen. U kunt de listener opnieuw registreren met het nieuwe prioriteitsniveau.
Nadat de listener is geregistreerd, resulteren volgende aanroepen van addEventListener()
met een andere waarde voor type
of useCapture
in het maken van een afzonderlijke listenerregistratie. Wanneer u bijvoorbeeld eerst een listener registreert bij useCapture
ingesteld op true
, luistert deze alleen tijdens de vastlegfase. Wanneer u addEventListener()
opnieuw aanroept met hetzelfde listenerobject maar met useCapture
ingesteld op false
, hebt u twee afzonderlijke listeners: één die tijdens de vastlegfase luistert en één die tijdens de doel- en terugkoppelfasen luistert.
U kunt geen gebeurtenislistener registeren voor alleen de doel- of terugkoppelfase. Deze fasen worden bij de registratie gekoppeld, omdat terugkoppeling alleen van toepassing is op voorouders van het doelknooppunt.
Wanneer u een gebeurtenislistener niet langer nodig hebt, kunt u deze verwijderen door removeEventListener()
aan te roepen; anders kan dit resulteren in geheugenproblemen. Gebeurtenisluisteraars worden niet automatisch uit het geheugen verwijderd, omdat de verzamelaar met ongewenste details de luisteraar niet verwijderd zolang het verzendende object bestaat (behalve als de parameter useWeakReference
op true
is ingesteld).
Het kopiëren van een instantie EventDispatcher kopieert de daaraan gekoppelde gebeurtenislisteners. (Wanneer uw nieuwe knooppunt een gebeurtenislistener nodig heeft, moet u de listener eraan koppelen na het maken van het knooppunt.) Wanneer u echter een instantie EventDispatcher verplaatst, worden de daaraan gekoppelde listeners mee verplaatst.
Wanneer de gebeurtenislistener wordt geregistreerd op een knooppunt terwijl een gebeurtenis op dit knooppunt wordt verwerkt, wordt de gebeurtenislistener niet geactiveerd tijdens de huidige fase maar kan wel worden geactiveerd in een latere fase in de gebeurtenisstroom, zoals de terugkoppelfase.
Wanneer een gebeurtenislistener wordt verwijderd uit een knooppunt terwijl een gebeurtenis wordt verwerkt op het knooppunt, wordt deze nog steeds geactiveerd door de huidige handelingen. Nadat deze is verwijderd, wordt de gebeurtenislistener niet meer aangeroepen (tenzij deze opnieuw wordt geregistreerd voor toekomstige verwerking).
Parameters
type:String — Het type gebeurtenis.
| |
listener:Function — De listenerfunctie die de gebeurtenis verwerkt. Deze functie moet een Event-object accepteren als de enige parameter en niets retourneren, zoals in dit voorbeeld wordt getoond:
function(evt:Event):void De functie kan elke naam hebben. | |
useCapture:Boolean (default = false ) —
Bepaalt of de listener werkt in de vastleg-, doel- en terugkoppelfase. Wanneer useCapture wordt ingesteld op true , verwerkt de listener de gebeurtenis alleen tijdens de vastlegfase en niet tijdens de doel- of terugkoppelfase. Wanneer useCapture wordt ingesteld op false , verwerkt de listener de gebeurtenis alleen tijdens de doel- of terugkoppelfase. Wanneer u in alle drie de fasen naar de gebeurtenis wilt luisteren, roept u addEvenListener() tweemaal aan, één keer met useCapture ingesteld op true en één keer met useCapture ingesteld op false .
| |
priority:int (default = 0 ) — Het prioriteitsniveau van de gebeurtenislistener. De prioriteit is opgegeven door een 32-bits geheel getal. Hoe hoger het getal, hoe hoger de prioriteit. Alle listeners met een prioriteit n worden verwerkt voor listeners met een prioriteit n -1. Wanneer twee of meer listeners dezelfde prioriteit hebben, worden ze verwerkt in de volgorde waarin ze werden toegevoegd. De standaardprioriteit is 0.
| |
useWeakReference:Boolean (default = false ) — Bepaalt of de verwijzing van de listener sterk of zwak is. Een sterke verwijzing (standaard) voorkomt dat uw listener wordt opgeschoond. Een zwakke verwijzing doet dat niet. Lidfuncties op klasseniveau worden niet opgeschoond. U kunt dus |
close | () | methode |
public function close():void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Sluit de laadbewerking die wordt uitgevoerd. Een eventuele laadbewerking die wordt uitgevoerd, wordt direct beëindigd. Wanneer momenteel geen URL wordt gestreamd, wordt een fout met betrekking tot een ongeldige stream gegenereerd.
load | () | methode |
public function load(request:URLRequest):void
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Verzendt en laadt gegevens via de opgegeven URL. De gegevens kunnen worden ontvangen als tekst, onbewerkte binaire gegevens of URL-gecodeerde variabelen, afhankelijk van de waarde die u voor de eigenschap dataFormat
instelt. De standaardwaarde van de eigenschap dataFormat
is tekst. Wanneer u gegevens naar de opgegeven URL wilt verzenden, kunt u de eigenschap data
in het object URLRequest instellen.
Opmerking: wanneer een bestand dat wordt geladen niet-ASCII-tekens bevat (zoals in vele niet-Engelse talen), wordt geadviseerd het bestand met UTF-8- of UTF-16-codering op te slaan in plaats van een niet-Unicode-indeling zoals ASCII.
Een SWF-bestand in de sandbox Lokaal-met-bestandssysteem kan geen gegevens laden naar een bron in de netwerksandbox of deze bron van gegevens voorzien.
Standaard moeten het aanroepende SWF-bestand en de URL die u laadt zich in exact hetzelfde domein bevinden. Een SWF-bestand op www.adobe.com kan bijvoorbeeld alleen gegevens laden van bronnen die zelf ook aanwezig zijn op www.adobe.com. Wanneer u gegevens van een ander domein wilt laden, plaatst u een bestand met URL-beleid op de server die als host fungeert voor de gegevens.
U kunt geen verbinding maken met algemeen gereserveerde poorten. Zie "Netwerk-API's beperken" in de Adobe ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids voor een volledige lijst van geblokkeerde poorten.
Als u in Flash Player 10 en hoger een multipart-inhoudstype gebruikt (bijvoorbeeld 'multipart/form-data') dat een upload bevat (aangegeven met de parameter 'bestandsnaam' in een header 'content-disposition' binnen de POST-body), gelden voor de POST-bewerking de beveiligingsregels die van toepassing zijn op uploads:
- De POST-bewerking moet worden uitgevoerd in reactie op een door de gebruiker geïnitieerde actie, zoals het klikken met de muis of het indrukken van een toets.
- Als bij de POST-bewerking verschillende domeinen betrokken zijn (het doel van de POST-bewerking bevindt zich niet op dezelfde server als het SWF-bestand dat de POST-aanvraag verstuurt), moet de doelserver een URL-beleidsbestand leveren dat interdomeintoegang toestaat.
In het geval van een multipart-inhoudstype is het ook essentieel dat de syntaxis juist is (in overeenstemming met de norm RFC2046). Als de syntaxis ongeldig lijkt te zijn, gelden voor de POST-bewerking de beveiligingsregels die van toepassing zijn op uploads.
Lees voor meer informatie over beveiliging het onderwerp Security in het Flash Player Developer Center.
Parameters
request:URLRequest — Een object URLRequest dat de URL opgeeft die moet worden gedownload.
|
Gebeurtenissen
complete: — Wordt verzonden nadat gegevens zijn geladen.
| |
httpStatus: — Wanneer toegang plaatsvindt via HTTP en de huidige Flash Player-omgeving het ophalen van statuscodes ondersteunt, kunt u deze gebeurtenissen ontvangen naast de gebeurtenissen complete of error .
| |
ioError: — De laadbewerking kan niet worden voltooid.
| |
progress: — Wordt verzonden wanneer gegevens tijdens de downloadbewerking worden ontvangen.
| |
securityError: — Een laadbewerking probeerde gegevens op te halen van een server buiten de beveiligingssandbox van de aanroeper. Dit kan worden omzeild door gebruik te maken van een beleidsbestand op de server.
| |
securityError: — Er is geprobeerd een SWZ-bestand (een component van het Adobe-platform) te laden, maar het certificaat is ongeldig of de digest-tekenreeks komt niet overeen met de component.
| |
open: — Wordt verzonden wanneer een laadbewerking begint.
| |
httpResponseStatus: — Wordt verzonden als een aanroep naar de methode load() via HTTP toegang tot gegevens probeert te krijgen en Adobe AIR de statuscode voor de aanvraag kan detecteren en retourneren.
|
Gegenereerde uitzondering
ArgumentError — Objecten URLRequest.requestHeader mogen bepaalde niet-toegestane HTTP-aanvraagheaders niet bevatten. Zie de beschrijving van de klasse URLRequestHeader voor meer informatie.
| |
MemoryError — Deze fout kan om de volgende redenen optreden: 1) Flash Player of AIR kan de parameter URLRequest.data niet converteren van UTF8 naar MBCS. Deze fout treedt op wanneer het object URLRequest dat aan load() is doorgegeven, een bewerking GET uitvoert en wanneer System.useCodePage op true is ingesteld. 2) Flash Player of AIR kan geen geheugen toewijzen voor de POST -gegevens. Deze fout doet zich voor wanneer het object URLRequest dat aan load wordt doorgegeven, een bewerking POST uitvoert.
| |
SecurityError — Lokale niet-vertrouwde bestanden mogen niet communiceren met internet. U kunt dit omzeilen door dit bestand opnieuw te classificeren als lokaal-met-netwerk of vertrouwd.
| |
SecurityError — U probeert verbinding te maken met een algemeen gereserveerde poort. Zie "Netwerk-API's beperken" in de Adobe ActionScript 3.0-ontwikkelaarsgids voor een volledige lijst van geblokkeerde poorten.
| |
TypeError — De waarde van de parameter request of de eigenschap URLRequest.url van het doorgegeven object URLRequest is null .
|
Verwante API-elementen
Voorbeeld ( Hoe dit voorbeeld te gebruiken )
Er wordt een object URLRequest
gemaakt om de locatie van het XML-bestand te bepalen; dit kan bijvoorbeeld dezelfde map zijn als het SWF-bestand. Het bestand wordt geladen in een blok try...catch
om eventuele optredende fouten af te vangen. (Hier kunt u de fouten SecurityError
afvangen.) Wanneer een gebeurtenis IO_ERROR
optreedt, wordt de methode errorHandler()
aangeroepen, waarna een foutbericht wordt geschreven in het tekstveld xmlTextField
. Zodra de gegevens van het XML-bestand zijn ontvangen en in de eigenschap data van het URLLoader-object loader
zijn geplaatst, wordt de gebeurtenis Event.COMPLETE
verzonden en wordt de methode loaderCompleteHandler()
aangeroepen.
Met de methode loaderCompleteHandler()
wordt een blok try...catch
gebruikt om een eventuele parseerfout af te vangen die optreedt tijdens het omzetten van de geladen gegevens uit het bestand in een XML-object. De methode readNodes()
doorloopt alle elementen in de knooppunten van het XML-document recursief en voegt het tekstveld xmlTextField
toe met een lijst van de eerste kenmerken van alle elementen.
package { import flash.display.Sprite; import flash.events.Event; import flash.net.URLLoader; import flash.net.URLRequest; import flash.text.TextField; import flash.text.TextFieldAutoSize; import flash.xml.*; import flash.events.IOErrorEvent; public class URLLoader_loadExample extends Sprite { private var xmlTextField:TextField = new TextField(); private var externalXML:XML; private var loader:URLLoader; public function URLLoader_loadExample() { var request:URLRequest = new URLRequest("xmlFile.xml"); loader = new URLLoader(); try { loader.load(request); } catch (error:SecurityError) { trace("A SecurityError has occurred."); } loader.addEventListener(IOErrorEvent.IO_ERROR, errorHandler); loader.addEventListener(Event.COMPLETE, loaderCompleteHandler); xmlTextField.x = 10; xmlTextField.y = 10; xmlTextField.background = true; xmlTextField.autoSize = TextFieldAutoSize.LEFT; addChild(xmlTextField); } private function loaderCompleteHandler(event:Event):void { try { externalXML = new XML(loader.data); readNodes(externalXML); } catch (e:TypeError) { trace("Could not parse the XML file."); } } private function readNodes(node:XML):void { for each (var element:XML in node.elements()) { xmlTextField.appendText(element.attributes()[0] + "\n"); readNodes(element); } } private function errorHandler(e:IOErrorEvent):void { xmlTextField.text = "Had problem loading the XML File."; } } }
complete | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.COMPLETE
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden nadat alle ontvangen gegevens zijn gedecodeerd en in de gegevenseigenschap van het object URLLoader zijn geplaatst. De ontvangen gegevens zijn toegankelijk nadat deze gebeurtenis is verzonden.
De constanteEvent.COMPLETE
definieert de waarde van de eigenschap type
van een complete
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het netwerkobject dat klaar is met laden. |
Verwante API-elementen
httpResponseStatus | Gebeurtenis |
flash.events.HTTPStatusEvent
eigenschap HTTPStatusEvent.type =
flash.events.HTTPStatusEvent.HTTP_RESPONSE_STATUS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, AIR 1.0, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden als een aanroep naar de methode load() via HTTP toegang tot gegevens probeert te krijgen, en Adobe AIR de statuscode voor de aanvraag kan detecteren en retourneren.
In tegenstelling tot de gebeurtenishttpStatus
, wordt de gebeurtenis httpResponseStatus
vóór eventuele responsgegevens bezorgd. Bovendien bevat de gebeurtenis httpResponseStatus
waarden voor de eigenschappen responseHeaders
en responseURL
(die ongedefinieerd zijn voor een httpStatus
-gebeurtenis). De gebeurtenis httpResponseStatus
(indien aanwezig) wordt verzonden vóór (en als aanvulling op) een gebeurtenis complete
of error
.
De constante HTTPStatusEvent.HTTP_RESPONSE_STATUS
definieert de waarde van de eigenschap type
van een httpResponseStatus
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
responseURL | De URL waar het antwoord vandaan komt. |
responseHeaders | De antwoordheaders die door het antwoord zijn geretourneerd, als een array van URLRequestHeader-objecten. |
status | De HTTP-statuscode die door de server wordt geretourneerd. |
redirected | Of de reactie het resultaat is van een omleiding. |
target | Het netwerkobject dat de HTTP-statuscode ontvangt. |
Verwante API-elementen
httpStatus | Gebeurtenis |
flash.events.HTTPStatusEvent
eigenschap HTTPStatusEvent.type =
flash.events.HTTPStatusEvent.HTTP_STATUS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden als een aanroep naar URLLoader.load() via HTTP toegang probeert te krijgen tot gegevens. Voor inhoud die in Flash Player wordt uitgevoerd, wordt deze gebeurtenis alleen verzonden als de huidige Flash Player-omgeving de statuscode voor de aanvraag kan detecteren en retourneren. (Sommige browseromgevingen kunnen deze informatie mogelijk niet bieden.) De gebeurtenis httpStatus
(indien aanwezig) wordt verzonden voor (en als aanvulling op) een eventuele gebeurtenis complete
of error
.
HTTPStatusEvent.HTTP_STATUS
definieert de waarde van de eigenschap type
van een httpStatus
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
status | De HTTP-statuscode die door de server wordt geretourneerd. |
target | Het netwerkobject dat de HTTP-statuscode ontvangt. |
Verwante API-elementen
ioError | Gebeurtenis |
flash.events.IOErrorEvent
eigenschap IOErrorEvent.type =
flash.events.IOErrorEvent.IO_ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden wanneer een aanroep naar URLLoader.load() resulteert in een fatale fout die de download beëindigt.
Definieert de waarde van de eigenschaptype
van een gebeurtenisobject ioError
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
errorID | Een referentienummer dat aan de specifieke fout is gekoppeld (alleen AIR). |
target | Het netwerkobject dat de invoer-/uitvoerfout ondervindt. |
text | Tekst die moet worden weergegeven als foutbericht. |
Verwante API-elementen
open | Gebeurtenis |
flash.events.Event
eigenschap Event.type =
flash.events.Event.OPEN
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden wanneer de downloadbewerking begint na een aanroep van de methode URLLoader.load()
.
Event.OPEN
definieert de waarde van de eigenschap type
van een open
-gebeurtenisobject.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het netwerkobject dat de verbinding heeft geopend. |
Verwante API-elementen
progress | Gebeurtenis |
flash.events.ProgressEvent
eigenschap ProgressEvent.type =
flash.events.ProgressEvent.PROGRESS
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden wanneer gegevens tijdens de downloadbewerking worden ontvangen.
Let op dat in het geval van een object URLLoader de gegevens pas toegankelijk zijn nadat alle gegevens volledig zijn ontvangen. ProgressEvent fungeert daarom slechts als melding van de voortgang van de download. Wanneer u toegang wilt tot de gegevens voordat deze volledig zijn gedownload, gebruikt u het object URLStream.
Definieert de waarde van de eigenschaptype
van een gebeurtenisobject progress
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
bytesLoaded | Het aantal items of bytes dat wordt geladen wanneer de listener de gebeurtenis verwerkt. |
bytesTotal | Het totale aantal items of bytes dat uiteindelijk wordt geladen wanneer het laadproces is voltooid. |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het object dat de voortgang rapporteert. |
Verwante API-elementen
securityError | Gebeurtenis |
flash.events.SecurityErrorEvent
eigenschap SecurityErrorEvent.type =
flash.events.SecurityErrorEvent.SECURITY_ERROR
Taalversie: | ActionScript 3.0 |
Runtimeversies: | AIR 1.0, Flash Player 9, Flash Lite 4 |
Wordt verzonden wanneer een aanroep naar URLLoader.load() probeert gegevens te laden van een server buiten de beveiligingssandbox. Wordt ook verzonden wanneer een aanroep van URLLoader.load()
probeert een SWZ-bestand te laden en het certificaat ongeldig is of de digest-tekenreeks niet overeenkomt met de component.
SecurityErrorEvent.SECURITY_ERROR
definieert de waarde van de eigenschap type
van een gebeurtenisobject securityError
.
Deze gebeurtenis heeft de volgende eigenschappen:
Eigenschap | Waarde |
---|---|
bubbles | false |
cancelable | false ; er is geen standaardgedrag om te annuleren. |
currentTarget | Het object dat het gebeurtenisobject actief verwerkt met een gebeurtenislistener. |
target | Het netwerkobject dat de beveiligingsfout rapporteert. |
text | Tekst die moet worden weergegeven als foutbericht. |
Verwante API-elementen
Opmerking: wanneer u dit voorbeeld wilt uitvoeren, plaatst u een bestand genaamd urlLoaderExample.txt in dezelfde map als het SWF-bestand. Dit bestand moet alleen de volgende tekstregel bevatten: answer=42&question=unknown
De voorbeeldcode doet het volgende:
- De constructorfunctie maakt een instantie URLLoader genaamd
loader
en een instantie URLRequest genaamdrequest
die de locatie en de naam bevat van het bestand dat moet worden geladen. - Het object
loader
wordt aan de methodeconfigureListeners()
doorgegeven, die listeners toevoegt voor elk van de ondersteunde gebeurtenissen URLLoader. - Het object
request
wordt vervolgens aanloader.load()
doorgegeven, waarna het tekstbestand wordt geladen. - Nadat URLLoader het tekstbestand heeft geladen, wordt de gebeurtenis
Event.COMPLETE
geactiveerd die de methodecompleteHandler()
activeert. De methodecompleteHandler()
maakt een object URLVariables van de tekst die uit het bestand is geladen. Het object URLVariables zet URL-gecodeerde naam-waardeparen om in ActionScript-eigenschappen, zodat de geladen gegevens gemakkelijker kunnen worden gebruikt.
package { import flash.display.Sprite; import flash.events.*; import flash.net.*; public class URLLoaderExample extends Sprite { private loader:URLoader; public function URLLoaderExample() { loader = new URLLoader(); configureListeners(loader); var request:URLRequest = new URLRequest("urlLoaderExample.txt"); try { loader.load(request); } catch (error:Error) { trace("Unable to load requested document."); } } private function configureListeners(dispatcher:IEventDispatcher):void { dispatcher.addEventListener(Event.COMPLETE, completeHandler); dispatcher.addEventListener(Event.OPEN, openHandler); dispatcher.addEventListener(ProgressEvent.PROGRESS, progressHandler); dispatcher.addEventListener(SecurityErrorEvent.SECURITY_ERROR, securityErrorHandler); dispatcher.addEventListener(HTTPStatusEvent.HTTP_STATUS, httpStatusHandler); dispatcher.addEventListener(IOErrorEvent.IO_ERROR, ioErrorHandler); } private function completeHandler(event:Event):void { var loader:URLLoader = URLLoader(event.target); trace("completeHandler: " + loader.data); var vars:URLVariables = new URLVariables(loader.data); trace("The answer is " + vars.answer); } private function openHandler(event:Event):void { trace("openHandler: " + event); } private function progressHandler(event:ProgressEvent):void { trace("progressHandler loaded:" + event.bytesLoaded + " total: " + event.bytesTotal); } private function securityErrorHandler(event:SecurityErrorEvent):void { trace("securityErrorHandler: " + event); } private function httpStatusHandler(event:HTTPStatusEvent):void { trace("httpStatusHandler: " + event); } private function ioErrorHandler(event:IOErrorEvent):void { trace("ioErrorHandler: " + event); } } }
Wed Jun 13 2018, 11:42 AM Z