LocaleID  - AS3

De status van de meest recente bewerking die door dit object LocaleID is uitgevoerd. De eigenschap lastOperationStatus wordt ingesteld wanneer de constructor of een methode van deze klasse wordt aangeroepen of wanneer een andere eigenschap wordt ingesteld. Zie de beschrijving van de verschillende methoden voor de mogelijke waarden.

Verwante API-elementen

Retourneert een meer 'orthodoxe' landinstellings-id.

Deze methode voert de volgende omzetting uit op de naam van de landinstellings-id om deze een meer canonieke vorm te geven.

• Correct gebruik van hoofdletters/kleine letters wordt op alle componenten toegepast.
• Onderstrepingstekens worden omgezet naar streepjes.

Er worden geen andere bewerkingen uitgevoerd. Aliassen worden bijvoorbeeld niet vervangen en er worden geen elementen toegevoegd of verwijderd.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Maakt een nieuw LocaleID-object, op basis van een landinstellingnaam. De landinstellingnaam moet zijn gebaseerd op de syntaxis die is gedefinieerd in technische standaard nr. 35 van UnicodeStandard (http://unicode.org/reports/tr35/).

Als de constructor is voltooid wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Wanneer de aangevraagde naam voor de landinstellings-id niet beschikbaar is, wordt lastOperationStatus ingesteld op een van de volgende waarden:

• LastOperationStatus.USING_FALLBACK_WARNING
• LastOperationStatus.USING_DEFAULT_WARNING

In het andere geval wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die in de LastOperationStatus-klasse worden gedefinieerd.

Meer informatie over de bovenstaande waarschuwingen en andere mogelijke waarden voor de eigenschap lastOperationStatus vindt u in de beschrijvingen in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Retourneert een lijst met acceptabele landinstellingen die is gebaseerd op een lijst met gewenste landinstellingen en een lijst met landinstellingen die momenteel beschikbaar zijn.

De resulterende lijst wordt gesorteerd op basis van voorkeur.

Hier volgt een typisch geval waarbij deze methode wordt gebruikt:

• Een gebruiker geeft een lijst op met talen die hij of zij begrijpt (deze talen worden opgeslagen in een gebruikersprofiel, een browserinstelling of een cookie). De gebruiker zet de talen die hij of zij het beste begrijpt bovenaan. De volgorde van de talen in de lijst is dus van belang. Deze lijst is de verlanglijst.
• De toepassing is in een aantal verschillende talen gelokaliseerd. Deze lijst is de lijst met concrete mogelijkheden.
• De methode determinePreferredLocales() retourneert een kruising van de twee lijsten, gesorteerd op basis van de voorkeuren van de gebruiker (de favoriete talen staan bovenaan).

Als deze functie niet wordt ondersteund op het huidige besturingssysteem, retourneert deze methode de waarde null.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Parameters

Verwante API-elementen

Retourneert een object met alle sleutelwaardeparen van het LocaleID-object.

Een geretourneerd object is gestructureerd als een hashtabel of een associatieve array, waarbij elke eigenschapsnaam een sleutel vertegenwoordigt en de waarde van de eigenschap de waarde voor de sleutel is. In de volgende code wordt bijvoorbeeld een lijst weergegeven met alle sleutels en waarden die met de methode getKeysAndValues() zijn opgehaald uit het object LocaleID:

         var myLocale:LocaleID = new LocaleID("fr-CA");
         var localeData:Object = myLocale.getKeysAndValues();
         for (var propertyName:String in localeData)
         {
           trace(propertyName + " = " + localeData[propertyName]);
         }
         

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Retourneert de taalcode die is opgegeven door de naam van de landinstellings-id.

Als de naam van de landinstelling niet goed geparseerd kan worden, is de taalcode identiek aan de volledige naam van de landinstelling.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Retourneert de regiocode die is opgegeven door de naam van de landinstellings-id.

Deze methode retourneert een lege tekenreeks als de regiocode niet kan worden geparseerd of geraden. Dit kan zich voordoen als een onbekende of onvolledige naam als "xy" wordt gebruikt als naam van de landinstellings-id. De regiocode wordt niet gevalideerd op basis van een vaste lijst. De regiocode die wordt geretourneerd voor 'xx-YY' als naam van een landinstellings-id is bijvoorbeeld 'YY'.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als de regio geen deel uitmaakt van de opgegeven naam van de landinstelling, wordt de meest waarschijnlijke regiocode voor de landinstelling geraden en wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op LastOperationStatus.USING_FALLBACK_WARNING.

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Retourneert de scriptcode die is opgegeven door de naam van de landinstellings-id.

Deze methode retourneert een lege tekenreeks als de schriftcode niet kan worden geparseerd of geraden. Dit kan zich voordoen als een onbekende of onvolledige naam als "xy" wordt gebruikt als naam van de landinstellings-id. De schriftcode wordt niet gevalideerd op basis van een vaste lijst. De schriftcode die wordt geretourneerd voor 'xx-Abcd-YY' als naam van een landinstellings-id is bijvoorbeeld 'Abcd'.

De regio kan, evenals de taal, van invloed zijn op de retourwaarde. De schriftcode voor 'mn-MN' (Mongools-Mongolië) is bijvoorbeeld 'Cyrl' (cyrillisch), terwijl de schriftcode voor 'mn-CN' (Mongools-China) 'Mong' (Mongools) is.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als de schriftcode geen deel uitmaakt van de opgegeven naam van de landinstelling, wordt de meest waarschijnlijke schriftcode geraden en wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op LastOperationStatus.USING_FALLBACK_WARNING.

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Retourneert de taalvariantcode die is opgegeven door de naam van de landinstellings-id.

Deze methode retourneert een lege tekenreeks als de opgegeven naam van de landinstellings-id geen taalvariantcode bevat. (Raden is niet nodig omdat maar weinig landinstellingen een taalvariant hebben of nodig hebben.)

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Geeft aan of de tekstrichting voor de opgegeven landinstelling van rechts naar links is.

Het resultaat kan worden gebruikt om de richting van de tekst in de Flash-tekstengine te bepalen en om te beslissen of de gebruikersinterface gespiegeld moet worden ter ondersteuning van de huidige tekstrichting.

Wanneer deze methode wordt aangeroepen en met succes wordt voltooid, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op:

• LastOperationStatus.NO_ERROR

Als dat niet het geval is, wordt de eigenschap lastOperationStatus ingesteld op een van de constanten die zijn gedefinieerd in de LastOperationStatus-klasse.

Verwante API-elementen

Geeft aan dat de standaardtaalvoorkeuren van de gebruiker moeten worden toegepast, zoals opgegeven in de instellingen van het besturingssysteem van de gebruiker. Dergelijke voorkeuren worden gewoonlijk ingesteld in bijvoorbeeld het Configuratiescherm van Windows of de Systeemvoorkeuren van Mac OS X.

Het gebruik van de instelling LocaleID.DEFAULT kan als gevolg hebben dat er voor verschillende soorten bewerkingen een andere naam van de landinstellings-id wordt gebruikt. Voor sorteren wordt bijvoorbeeld een andere landinstelling gebruikt dan voor opmaken. Deze flexibiliteit volgt de voorkeuren van de gebruiker en het gedrag van de klasse is inherent aan het ontwerp.

Deze landinstellings-id is niet in alle omstandigheden de beste keus. Bij toepassingen die in de browser worden uitgevoerd, kunt u beter de landinstelling gebruiken die de voorkeur van de browser heeft. Het is meestal verstandig om de gebruiker de voorkeursnaam van de landinstellings-id te laten wijzigen en de gewijzigde voorkeursnaam vast te leggen in een gebruikersprofiel, cookie of gedeeld object.

In dit voorbeeld worden de volgende landinstellingen gebruikt: Arabisch (Saudi-Arabië), Engels (Verenigde Staten), Engels (Verenigde Staten, POSIX-standaard), Chinees (China), Chinees (Taiwan), Chinese (vereenvoudigd Han-schrift), Chinees (China met verschillende sleutels en waarden).

In het voorbeeld wordt voor elke landinstelling in de lijst het volgende uitgevoerd:

1. Maakt een nieuw LocaleID-object.
2. Geeft verschillende eigenschappen van de LocaleID weer. De weergegeven waarden verschillen afhankelijk van uw besturingssysteem en gebruikersvoorkeuren.
3. Geeft de volledige set sleutels en waarden voor de LocaleID weer.

package 
{
    import flash.display.Sprite;
    import flash.globalization.LocaleID;
    
    public class LocaleIDExample extends Sprite
    {
        public function LocaleIDExample()
        {
            var localeNames:Array = ["ar-SA", "EN_us", "en-US-POSIX", "zh-CH", "zh-TW", "zh-Hans", "zh-CH@collation=pinyin;calendar=chinese;currency=RMB"];
            
            for ( var i:int = 0; i < localeNames.length; i++ ) 
            {
                var locID:LocaleID = new LocaleID( localeNames[i] as String );
                
                trace('\n\n' + "LocaleID requested: " + locID.requestedLocaleIDName 
                    + "; actual: " + locID.actualLocaleIDName);
                trace( "Last Operation Status after new LocaleID: " + locID.lastOperationStatus);
                
                trace("name:     " + locID.name);
                trace("language: " + locID.getLanguage() + "; status: "  + locID.lastOperationStatus);
                trace("script:   " + locID.getScript()  +  "; status: "  + locID.lastOperationStatus);
                trace("region:   " + locID.getRegion()  +  "; status: "  + locID.lastOperationStatus);
                trace("variant:  " + locID.getVariant()  + "; status: "  + locID.lastOperationStatus);
                trace("isRightToLeft: ", locID.isRightToLeft(), "; status: "  + locID.lastOperationStatus);
                
                var keysAndValues:Object = locID.getKeysAndValues();
                var key:String;
                for (key in keysAndValues)
                {
                    trace("key: ", key + " value: " + keysAndValues[ key ]);
                }
                trace( "Last Operation Status after getKeysAndValues(): " + locID.lastOperationStatus);
            }
        }
    }
}