Werken met compatibiliteits- en besturingsinstellingen

Ondernemingen die deel uitmaken van gereglementeerde bedrijfstakken dienen te voldoen aan overheidsnormen. Deze normen bepalen hoe en wanneer werknemers kunnen communiceren en of de onderneming communicatie dient vast te leggen en te archiveren. Sommige ondernemingen moeten bijvoorbeeld alle communicatie op hun netwerken vastleggen.

Ondernemingen kunnen de communicatie tussen werknemers en externe gebruikers ook vastleggen om te voldoen aan normen voor interne controle. Met de compatibiliteits- en besturingsinstellingen voldoet u aan normen en regelt u de algemene aspecten van een vergadering.

Compatibiliteits- en besturingsinstellingen zijn globale instellingen die van invloed zijn op de volledige Adobe Connect-account. De instellingen zijn direct van toepassing op alle vergadersessies die worden gestart nadat de instellingen zijn opgeslagen. De instellingen zijn niet van toepassing op vergaderingen die plaatsvinden op het moment dat de instellingen worden opgeslagen. Instellingen zijn van toepassing op recente vergaderingen tot 10 minuten nadat de vergadering is beëindigd.

Opmerking: Niet alle compatibiliteitsfuncties zijn beschikbaar voor klanten met een account op een hostserver.

Compatibiliteits- en besturingsinstellingen aanpassen

  1. Meld u aan bij Connect Central.
  2. Klik op het tabblad Beheer.
  3. Klik op Compatibiliteit en besturing.
  4. Klik op Podbeheer en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer de pods die u wilt uitschakelen in vergaderruimten en virtuele lesruimten. Wanneer u een pod uitschakelt, worden de pod en alle gegevens in de pod gewist in elke vergaderruimte die de pod bevat. Het uitschakelen van pods kan resulteren in lege gedeelten in de schermindeling van vergaderruimten. Werk uw vergadersjablonen bij en pas de grootte van de pods aan om lege gedeelten op te vullen.

    • Geef op of u interactieve audio tussen VoIP en een conferentiebrug wilt toestaan.

    • Geef op of u uitzendingen via een conferentiebrug wilt uitschakelen. De audio van de brug wordt alleen gebruikt voor opnamen.

    • Geef op of u videotelefonie wilt uitschakelen.

  5. Klik op Instellingen voor delen en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Geef op of u het delen van bureaubladen, vensters en toepassingen wilt uitschakelen. Via de afzonderlijke modi voor het delen van schermen kunt u de modi voor het delen van schermen uitschakelen en voorkomen dat onbevoegde gebruikers inhoud delen. Zie Opties voor scherm delen voor meer informatie over de modi voor schermdeling.

    • Geef op of u verzoeken om besturing wilt uitschakelen om te voorkomen dat gebruikers kunnen verzoeken om de besturing van het gedeelde scherm van een andere gebruiker.

    • Geef op of u de functie Pauzeren en notities aanbrengen voor het delen van schermen wilt uitschakelen om de whiteboardbedekking in de pod Delen uit te schakelen.

    • Geef op of u het delen van schermen wilt beperken tot bepaalde processen zodat u kunt opgeven welke toepassingen gebruikers kunnen delen. Zie Toepassingen om te delen of blokkeren opgeven .

    • Kies een of meer van de volgende instellingen voor het delen van documenten. Als u alle opties selecteert, wordt de optie Documenten delen verwijderd uit de pod Delen.

      Kies Pod Delen: uploaden van documenten naar de vergadering uitschakelen om te voorkomen dat gebruikers documenten op hun computers kunnen delen.

      Kies Pod Delen: uploaden van documenten uit de inhouds- en cursusbibliotheken uitschakelen om te voorkomen dat gebruikers documenten kunnen delen die zijn gepubliceerd in de inhouds- en cursusbibliotheken. Met deze instelling voorkomt u dat gebruikers inhoud rechtstreeks in een vergaderruimte uploaden. Een gastheer of presentator kan alleen inhoud delen die vooraf in Connect Central is geüpload.

      Kies Whiteboard uitschakelen om het whiteboard in de pod Delen uit te schakelen.

    • Kies Pod Bestanden delen uitschakelen om de pod Bestand delen te verwijderen uit alle vergaderingen.

    • Selecteer Brainstormruimten uitschakelen om te voorkomen dat er brainstormruimten worden gemaakt.

    • Selecteer Optie uitschakelen om webkoppeling te openen bij einde vergadering.

  6. Klik op Opnamen en kennisgeving en voer een of meer van de volgende handelingen uit:
    Opmerking: Klanten met een account op een hostserver hebben alleen toegang tot de instelling Compatibiliteitsverklaring inschakelen. Dergelijke klanten kunnen het maken van opnamen niet afdwingen en chattranscripties niet inschakelen.
    • Selecteer Opname-instellingen forceren voor alle vergaderingen en Alle vergaderingen altijd opnemen (ingeschakeld) als u alle vergaderingen wilt opnemen. Niemand kan de opname stoppen, zelfs niet de gastheer van de vergadering. Alleen beheerders hebben toegang tot geforceerde opnamen, tenzij u Opnamekoppelingen publiceren in vergadermappen selecteert. In dat geval heeft de gastheer van de vergadering toegang tot de opname via de koppeling die beschikbaar is in de vergadermap. De gastheer van de vergadering kan de geforceerde opname bewerken, maar de beheerder heeft, indien nodig, nog steeds toegang tot de originele opname. Brainstormruimten en het gebied met alleen de presentator worden nooit opgenomen. Als u alle vergaderactiviteiten moet opnemen, kiest u Brainstormruimten uitschakelen op de pagina Instellingen voor delen. Selecteer Vergaderingen nooit opnemen (uitgeschakeld) om de opdracht Vergadering > Vergadering opnemen in alle vergaderruimten uit te schakelen.

    • Selecteer Distributie van lokale exemplaren van opnamen naar eindgebruikers toestaan om gebruikers de mogelijkheid te bieden opnamen te downloaden in Adobe Connect Desktop.

    • Selecteer Chattranscripties inschakelen om alle chatberichten vast te leggen op de server. De transcripties bevatten de naam van de ruimte, de naam van de afzender, de naam van de ontvanger, de datum, de tijd en de berichttekst van elk chatbericht. Transcripties worden opgeslagen op de Adobe Connect-server in de map basisinstallatiemap \content\ account-id \ sco-id - versie \output\ (bijvoorbeeld C:\breeze\content\7\21838-1\output). De bestandsnaam en het bestandstype zijn ruimtenaam _ datum _ tijd .xml. In chattranscripties wordt geen tekst uit de notitiepod en chatcommunicatie uit brainstormruimten vastgelegd. Als u alle op tekst gebaseerde gesprekken wilt opnemen, schakelt u de notitiepod en brainstormruimten uit.

    • Selecteer Compatibiliteitsverklaring inschakelen en voer kennisgevingstekst in waarmee alle gebruikers worden geforceerd de voorwaarden van de kennisgeving te accepteren voordat ze de vergaderruimte betreden. Het aanvaarden van de voorwaarden wordt vastgelegd in het logbestand van de server. Klanten die beschikken over een server met een licentie kunnen deze kennisgeving bijvoorbeeld gebruiken om gebruikers te laten weten dat een vergadering wel of niet wordt opgenomen.

    • Selecteer onder Vergaderingaudio opnemen op audiobrug van telefonieprovider de audioproviders waarvoor de opnamen moeten worden uitgevoerd met de audiobrug van de provider. Standaard wordt de opname uitgevoerd met Universal Voice voor audioproviders.

  7. Klik op Trainingsinstellingen en bepaal of u open inschrijving wilt toestaan.
  8. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.

Toepassingen om te delen of blokkeren opgeven

Als u wilt voorkomen dat onbevoegde gebruikers toepassingen of processen kunnen delen, kunt u het volgende doen:
  • Een whitelist met geoorloofde toepassingen maken

  • Een zwarte lijst maken met toepassingen of processen die niet kunnen worden gedeeld

Deze twee opties sluiten elkaar uit: u kunt een whitelist of een zwarte lijst maken. Toepassingen in de zwarte lijst kunnen niet worden gedeeld door deelnemers, presentatoren en gastheren. Als u wilt voorkomen dat onbevoegde gebruikers toepassingen of processen kunnen delen, voert u afzonderlijke Windows-, Linux- en Mac OS-toepassingen in de tekstvakken in. De lijst met beschikbare items wordt weergegeven wanneer gebruikers Vensters of Toepassingen selecteren in het venster Delen van scherm starten.

  1. Selecteer de optie Schermdeling beperken tot specifieke processen.
  2. De naam van het uitvoerbare bestand van de toepassing bepalen:
    Windows
    Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Navigeer naar de toepassingsmap (doorgaans C:\Program Files\ toepassingsmap ) en lees de naam van het uitvoerbare bestand. De naam van het uitvoerbare bestand van Microsoft Office PowerPoint is bijvoorbeeld POWERPNT.EXE.

    • Start Windows Taakbeheer (klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van de Windows-taakbalk en kies Taakbeheer in het contextmenu). Selecteer vervolgens het tabblad Processen waarop alle actieve processen worden weergegeven.

    Linux
    Voer een van de volgende handelingen uit om alle actieve processen weer te geven:
    Opmerking: Deze voorbeelden zijn op basis van Ubuntu. Andere Linux-systemen hebben vergelijkbare opties.
    • Voer het commando ps (process status) in.

    • Kies Systeem > Beheer > Systeemcontrole. Klik vervolgens op het tabblad Processen.

    Mac OS
    Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Navigeer naar de toepassingsmap en lees de naam van het uitvoerbare bestand.

    • Open Activiteitenweergave (Mac OS X 10.3 of hoger) of Procesweergave (Mac OS X 10.0 en 10.2). Selecteer Alle processen in het pop-upmenu Toon om alle actieve processen weer te geven.

  3. Kies een van de volgende opties:
    • Alleen delen van de volgende processen toestaan.

    • Delen van de volgende processen voorkomen.

  4. Voer de lijst met namen van uitvoerbare bestanden als door dubbele punten gescheiden waarden in voor Windows, Linux en Mac. Bijvoorbeeld,
    Windows
    powerpnt.exe:winword.exe:notepad.exe

    Mac OS
    iTunes.app: iPhoto.app: iChat.app

    Linux
    soffice.bin

  5. Klik op Opslaan.

Geforceerde opnamen weergeven

  1. In Connect Central kunnen beheerders klikken op Inhoud > Geforceerde opnamen om alle geforceerde opnamen in een account weer te geven.
  2. Klik op de naam van een opname om informatie over de desbetreffende opname weer te geven.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Klik op Bewerken als u de titel, het overzicht of de taal van een opname wilt bewerken.

    • Klik op URL voor weergave als u de opname weer wilt geven.

Een koppeling naar een geforceerde opname maken

Koppelingen wijzen naar de nieuwste versie van de opname. Als de opname wordt bewerkt (rechtstreeks of via een koppeling) worden de bewerkingen weerspiegeld in alle koppelingen naar die opname.

  1. In Connect Central kunnen beheerders klikken op Inhoud > Geforceerde opnamen om alle geforceerde opnamen in een account weer te geven.
  2. Schakel het selectievakje in voor de vergadering waarvoor u een koppeling wilt maken.
  3. Klik op Koppeling maken.
  4. Navigeer naar de map Inhoud waar u de koppeling wilt toevoegen.
  5. Klik op Koppeling maken.

Geforceerde opnamen verwijderen

Alleen beheerders kunnen geforceerde opnamen verwijderen.

  1. Klik in Connect Central op Inhoud > Geforceerde opnamen om alle geforceerde opnamen in een account weer te geven.
  2. Schakel het selectievakje in voor de vergadering die u wilt verwijderen.
  3. Klik op Verwijderen.