Als u de ontwikkelde toepassing op een iPhone wilt installeren, voegt u eerst het inrichtingsbestand toe aan de iPhone en installeert u de toepassing daarna op de iPhone.
Het inrichtingsprofiel toevoegen aan de iPhone
Ga als volgt te werk om het inrichtingsprofiel toe te voegen aan de iPhone:
-
Selecteer in iTunes Archief > Voeg toe aan bibliotheek. Selecteer vervolgens het inrichtingsprofielbestand (met de bestandstoevoeging "mobileprovision").
Controleer of uw iPhone aan het inrichtingsprofiel is toegevoegd. U kunt inrichtingsprofielen beheren op de Apple iPhone Dev Center-website
(http://developer.apple.com/iphone/
). Ga naar de sectie iPhone Developer Program Portal van de website. Klik op de koppeling voor apparatuur om de lijst met apparaten te beheren waarop de toepassing die u ontwikkelt, geïnstalleerd kan worden. Klik op de koppeling voor inrichting om uw inrichtingsprofielen te beheren.
-
Koppel uw iPhone aan de computer en synchroniseer de twee apparaten.
Raadpleeg
Bestanden voor ontwikkelaars verkrijgen van Apple
voor meer informatie over het opvragen van een inrichtingsprofiel.
De toepassing installeren
U installeert de door u ontwikkelde toepassing op dezelfde manier als alle andere IPA-bestanden:
-
Als u eerder al een versie van de toepassing had geïnstalleerd, verwijdert u deze van het apparaat en uit de lijst met toepassingen in iTunes.
-
Voeg de toepassing op een van de volgende manieren toe aan iTunes:
-
Kies in het menu Archief (van iTunes) de opdracht Voeg toe aan bibliotheek. Selecteer vervolgens het IPA-bestand en klik op de knop Open.
-
Dubbelklik op het IPA-bestand.
-
Sleep het IPA-bestand naar de iTunes-bibliotheek.
-
Sluit uw iPhone aan op de USB-poort op uw computer.
-
Controleer in iTunes het tabblad Toepassing voor het apparaat en zorg ervoor dat de toepassing is geselecteerd in de lijst met toepassingen die moeten worden geïnstalleerd.
-
Synchroniseer uw iPhone.
Problemen met de installatie van toepassingen oplossen
Controleer het volgende als iTunes een fout weergeeft wanneer u de toepassing probeert te installeren:
-
Controleer of de apparaat-id is toegevoegd aan het inrichtingsprofiel.
-
Als u wilt controleren of het inrichtingsprofiel is geïnstalleerd, kunt u het naar iTunes slepen of de opdracht Archief > Voeg toe aan bibliotheek gebruiken.
Controleer ook of de toepassings-id in uw toepassing overeenkomt met de toepassings-id van Apple:
-
Als uw Apple-toepassings-id com.myDomain.* is, moet de toepassings-id in het descriptorbestand van de toepassing of de toepassings-id in het dialoogvenster iPhone-instellingen beginnen met com.myDomain (zoals com.myDomain.watdanookmaar).
-
Als de Apple-toepassings-id com.myDomain.myApp is, moet de toepassings-id in het descriptorbestand van de toepassing of in de Flash Professional CS5-gebruikersinterface com.myDomain.myApp zijn.
-
Als de Apple-toepassings-id * is, kan de toepassings-id in het descriptorbestand van de toepassing of in de Flash Professional CS5-gebruikersinterface willekeurige tekst zijn.
De toepassings-id van de toepassing wordt ingesteld in het dialoogvenster met iPhone-instellingen in Flash Professional CS5 of in het descriptorbestand van de toepassing.
|
|
|