LocalConnection-bevoegdheden instellen

Flash Player 9 of hoger, Adobe AIR 1.0 of hoger

Met de LocalConnection-klasse kunt u berichten tussen verschillende Flash Player- of AIR-toepassingen verzenden. LocalConnection-objecten kunnen alleen communiceren als de Flash Player- of AIR-inhoud op dezelfde clientcomputer wordt uitgevoerd. De objecten kunnen hierbij wel in verschillende toepassingen worden uitgevoerd: zo kunnen een SWF-bestand in een browser, een SWF-bestand die in een projector wordt uitgevoerd en een AIR-toepassing alle drie communiceren met behulp van de LocalConnection-klasse.

Bij elke LocalConnection-communicatie is er een verzender en een listener. In Flash Player is standaard LocalConnection-communicatie mogelijk tussen code die wordt uitgevoerd in hetzelfde domein. Als de code wordt uitgevoerd in verschillende sandboxen, moet de listener de zender bevoegdheid verlenen via de methode LocalConnection.allowDomain() . De reeks die u als een argument doorgeeft aan de methode LocalConnection.allowDomain() kan elk van de volgende elementen bevatten: exacte domeinnamen, IP-adressen en de joker * .

De methode allowDomain() is van vorm veranderd sinds ActionScript 1.0 en 2.0. In deze eerdere versies was allowDomain() een callback-methode die u moest implementeren. In ActionScript 3.0 is allowDomain() een ingebouwde methode van de klasse LocalConnection die u aanroept. Deze wijziging betekent dat allowDomain() op ongeveer dezelfde manier werkt als Security.allowDomain() .

Een SWF-bestand kan via de eigenschap domain van de klasse LocalConnection het domein van de klasse bepalen.