Als u de browseroproepfunctie wilt gebruiken (zodat een toepassing kan worden gestart vanuit de browser), moet in het descriptorbestand van de doeltoepassing de volgende instelling zijn opgenomen:
<allowBrowserInvocation>true</allowBrowserInvocation>
(Zie
AIR-toepassingsdescriptorbestanden
voor meer informatie over het descriptorbestand van de toepassing.)
Een SWF-bestand in de browser kan een AIR-toepassing starten door de methode
launchApplication(
) op te roepen in het bestand air.swf dat is geladen vanaf http://airdownload.adobe.com/air/browserapi/air.swf. Zie
Het bestand air.swf laden
voor meer informatie.
Nadat het bestand air.swf is geladen, kunt u vanuit het SWF-bestand de methode
launchApplication(
) van het bestand air.swf als volgt oproepen:
var appID:String = "com.example.air.myTestApplication";
var pubID:String = "02D88EEED35F84C264A183921344EEA353A629FD.1";
var arguments:Array = ["launchFromBrowser"]; // Optional
airSWF.launchApplication(appID, pubID, arguments);
De methode
launchApplication()
is gedefinieerd op het hoogste niveau van het bestand air.swf (dat is geladen in het toepassingsdomein van het SWF-bestand van de gebruikersinterface). Als u deze methode oproept, wordt de opgegeven toepassing gestart (als deze is geïnstalleerd en oproepen via de browser is toegestaan via de instelling van
allowBrowserInvocation
in het descriptorbestand van de toepassing). De methode heeft de volgende parameters:
Parameter
|
Beschrijving
|
appID
|
De toepassings-id voor de toepassing die moet worden gestart. Zie voor details
id
.
|
pubID
|
De uitgevers-id voor de toepassing die moet worden gestart. Zie voor details
publisherID
. Als de desbetreffende toepassing geen uitgevers-id heeft, stelt u de parameter
pubID
in als een lege tekenreeks (“”)
|
arguments
|
Een array met argumenten die worden doorgegeven aan de toepassing. Het NativeApplication-object van de toepassing verzendt een BrowserInvokeEvent-gebeurtenis waarvoor de eigenschap arguments is ingesteld op deze array. Alle alfanumerieke tekens worden in de argumenten herkend. Als u andere waarden moet doorgeven, kunt u het gebruik van een coderingsschema overwegen.
|
De methode
launchApplication()
werkt alleen wanneer deze wordt opgeroepen in de gebeurtenishandler voor een gebruikersgebeurtenis, zoals een muisklik.
De methode
launchApplication()
meldt een fout als de vereiste versie van Flash Player (versie 9 upgrade 3 op Windows en Mac OS, of versie 10 op Linux) niet in de browser is geïnstalleerd.
Als het element
allowBrowserInvocation
op
false
is ingesteld in het descriptorbestand van de toepassing, heeft het oproepen van de methode
launchApplication()
geen effect.
Voordat u de gebruikersinterface weergeeft om de toepassing te starten, kunt u het best de methode
getApplicationVersion(
) in het bestand air.swf oproepen. Zie
Vanuit een webpagina controleren of een AIR-toepassing is geïnstalleerd
voor meer informatie.
Wanneer de toepassing wordt opgeroepen via de browseroproepfunctie, verzendt het NativeApplication-object van de toepassing een BrowserInvokeEvent-object. Zie
AIR-toepassingen aanroepen vanuit de browser
(voor ActionScript-ontwikkelaars) of
Invoking an AIR application from the browser
(voor HTML-ontwikkelaars) voor meer informatie.
Als u de browseroproepfunctie gebruikt, moet u rekening houden met de gevolgen voor de beveiliging. Deze gevolgen worden beschreven in
AIR-toepassingen aanroepen vanuit de browser
(voor ActionScript-ontwikkelaars) en
Invoking an AIR application from the browser
(voor HTML-ontwikkelaars).
Wanneer de toepassing is gestart, kan deze met de SWF-inhoud in de browser communiceren via de klasse LocalConnection. Zie
Verbinding maken met andere instanties van Flash Player en AIR
(voor ActionScript-ontwikkelaars) of
Communicating with other Flash Player and AIR instances
(voor HTML-ontwikkelaars) voor meer informatie.
Opmerking:
vanaf AIR 1.5.3 is de uitgevers-id afgekeurd. Uitgevers-id's worden niet meer automatisch toegewezen aan een toepassing. Voor compatibiliteit met oudere versies kunnen toepassingen alsnog een uitgevers-id opgeven.