Algemene programmaonderdelen

Er zijn verschillende aanvullende bouwstenen om een ActionScript-programma mee te maken.

Operatoren

Operatoren zijn speciale symbolen (soms woorden) die worden gebruikt om berekeningen uit te voeren. Operatoren worden voornamelijk gebruikt voor wiskundige bewerkingen en ook wanneer waarden met elkaar worden vergeleken. Een operator wordt gebruikt met één of meer waarden en leidt tot een enkel resultaat. Bijvoorbeeld:

  • De operator voor optellen ( + ) telt twee waarden bij elkaar op, met als resultaat een enkel getal:

    var sum:Number = 23 + 32;
  • De operator voor vermenigvuldigen ( * ) vermenigvuldigt een waarde met een andere waarde, met als resultaat een enkel getal:

    var energy:Number = mass * speedOfLight * speedOfLight;
  • De gelijkheidsoperator ( == ) vergelijkt twee waarden om vast te stellen of deze gelijk zijn, met als resultaat een enkele Booleaanse waarde (waar of onwaar):

    if (dayOfWeek == "Wednesday") 
    { 
        takeOutTrash(); 
    }

    Zoals u hierboven ziet, worden de gelijkheidsoperator en de andere ‘vergelijkingsoperatoren’ vaak gebruikt met de instructie if om vast te stellen of bepaalde instructies worden uitgevoerd of niet.

Opmerkingen

Wanneer u ActionScript schrijft, wilt u graag voor uzelf notities maken. U wilt bijvoorbeeld soms uitleggen hoe bepaalde coderegels werken of waarom u een bepaalde keuze hebt gemaakt. Commentaar is een gereedschap waarmee u tekst kunt schrijven die de computer negeert in uw code. ActionScript kent twee soorten commentaar:

  • Commentaar op één regel: Commentaar van een enkele regel geeft u op door ergens op een regel twee slashes te plaatsen. De computer negeert alles vanaf de slashes tot het einde van die regel:

    // This is a comment; it's ignored by the computer. 
    var age:Number = 10; // Set the age to 10 by default.
  • Commentaar van meerdere regels: Commentaar van meerdere regels bevat een beginmarkering voor commentaar ( /* ), vervolgens de inhoud van het commentaar en daarna een eindmarkering voor commentaar ( */ ). De computer negeert alles tussen de begin- en eindmarkeringen, onafhankelijk van het aantal regels van de opmerking.

    /* 
    This is a long description explaining what a particular 
    function is used for or explaining a section of code. 
     
    In any case, the computer ignores these lines. 
    */

Een andere algemene toepassing van opmerkingen is om tijdelijk een of meer coderegels 'uit te schakelen'. U kunt bijvoorbeeld opmerkingen gebruiken wanneer u een andere manier uitprobeert om iets te doen. U kunt deze ook gebruiken om te bepalen waarom een bepaalde ActionScript-code niet werkt zoals u had verwacht.

Verloopbeheer

Vaak wilt u in een programma bepaalde handelingen herhalen, alleen specifieke handelingen uitvoeren en andere niet, alternatieve handelingen uitvoeren op basis van bepaalde voorwaarden enzovoort. Met verloopbeheer kunt u bepalen welke handelingen worden uitgevoerd. Er zijn verschillende typen elementen beschikbaar in ActionScript om het verloop te beheren:

  • Functies: functies lijken op sneltoetsen. U kunt hiermee een serie handelingen groeperen onder een enkele naam. U kunt een functie ook gebruiken om berekeningen uit te voeren. Functies zijn met name van belang voor het afhandelen van gebeurtenissen, maar worden ook gebruikt als algemeen gereedschap om een serie instructies te groeperen.

  • Lussen: Met lusstructuren kunt u een set instructies aanwijzen die een ingesteld aantal keer worden uitgevoerd of worden uitgevoerd totdat aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. Vaak wordt een lus gebruikt om een aantal verwante items te manipuleren met behulp van een variabele, waarvan de waarde telkens wanneer de lus wordt doorlopen, wordt gewijzigd.

  • Voorwaardelijke instructies: voorwaardelijke instructies bieden een manier om bepaalde instructies toe te wijzen die alleen in bepaalde situaties moeten worden uitgevoerd. Ze worden ook gebruikt om alternatieve sets instructies voor verschillende voorwaarden te bieden. De meest gebruikte voorwaardelijke instructie is de instructie if . De instructie if controleert de waarde of expressie die tussen de haakjes staat. Als de waarde true is, worden de coderegels tussen accolades uitgevoerd. Anders worden deze genegeerd. Bijvoorbeeld:

    if (age < 20) 
    { 
        // show special teenager-targeted content 
    }

    Bij de instructie if hoort de instructie else . Hiermee kunt u alternatieve instructies opgeven die de computer uitvoert wanneer de voorwaarde niet true is:

    if (username == "admin") 
    { 
        // do some administrator-only things, like showing extra options 
    } 
    else 
    { 
        // do some non-administrator things 
    }