Workflow voor het ontwikkelen van een AIR for TV-toepassing

U kunt AIR for TV-toepassingen ontwikkelen met de volgende ontwikkeltools van het Adobe Flash-platform:

  • Adobe Flash Professional

    Adobe Flash Professional CS5.5 ondersteunt AIR 2.5 for TV, de eerste versie van AIR die AIR for TV-toepassingen ondersteunt.

  • Adobe Flash® Builder®

    Flash Builder 4.5 ondersteunt AIR 2.5 for TV.

  • De SDK van AIR

    Vanaf AIR 2.5. kunt u de via de opdrachtregel verschafte tools van de SDK van AIR gebruiken voor het ontwikkelen van toepassingen. Zie http://www.adobe.com/nl/products/air/sdk/ voor informatie over het downloaden van de SDK van AIR.

Flash Professional gebruiken

Het gebruik van Flash Professional voor het ontwikkelen, testen en publiceren van AIR for TV-toepassingen valt te vergelijken met het gebruiken van het programma voor AIR-bureaubladtoepassingen.

Als u ActionScript 3.0-code gebruikt, dient u echter alleen de klassen en methoden te gebruiken die worden ondersteund door de AIR-profielen tv en extendedTV . Zie Apparaatprofielen voor nadere informatie.

Projectinstellingen

Ga als volgt te werk om uw project in te stellen voor een AIR for TV-toepassing:

  • Stel de Speler in op minimaal AIR 2.5 in het tabblad Flash van het dialoogvenster Publicatie-instellingen.

  • In het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Adobe AIR - instellingen (Instellingen voor toepassing en installer) stelt u het profiel in op TV of extended TV.

Foutopsporing

U kunt uw toepassing uitvoeren met gebruik van de AIR Debug Launcher in Flash Professional. Ga als volgt te werk:

  • Als u de toepassing wilt uitvoeren in de foutopsporingsmodus, selecteert u:

    Foutopsporing > Fouten opsporen in film > In AIR Debug Launcher (Bureaublad).

    Als u deze selectie eenmaal hebt aangebracht, kunt u voor volgende foutopsporingen het volgende selecteren:

    Foutopsporing > Fouten opsporen in film > Foutopsporing.

  • Als u de toepassing wilt uitvoeren zonder de mogelijkheden van de foutopsporingsmodus, selecteert u:

    Besturing > Film testen > In AIR Debug Launcher (Bureaublad).

    Als u deze selectie eenmaal hebt aangebracht, kunt u Besturing > Film testen > Testen kiezen voor volgende foutopsporingen.

Aangezien u het AIR-profiel hebt ingesteld op TV of extended TV, verschaft de AIR Debug Launcher een menu met de naam Toetsen afstandsbediening. U kunt dit menu gebruiken om het indrukken van toetsen op een afstandsbediening te simuleren.

Zie Foutopsporing op afstand met Flash Professional voor meer informatie.

Native extensies gebruiken

Als uw toepassing een native extensie gebruikt, volgt u de instructies bij Takenlijst voor het gebruik van een native extensie .

Bedenk echter het volgende wanneer een toepassing gebruikmaakt van native extensies:

  • U kunt de toepassing niet publiceren met gebruik van Flash Professional. Gebruik ADT om de toepassing te publiceren. Zie Verpakken met ADT .

  • U kunt geen fouten opsporen in de toepassing met gebruik van Flash Professional en u kunt de toepassing niet uitvoeren met gebruik van Flash Professional. Gebruik ADL om fouten in de toepassing op te sporen vanaf de ontwikkelcomputer. Zie Apparaatsimulatie met ADL .

Flash Builder gebruiken

Vanaf Flash Builder-versie 4.5 biedt Flash Builder ondersteuning voor ontwikkelen in AIR for TV. Het gebruik van Flash Builder voor het ontwikkelen, testen en publiceren van AIR for TV-toepassingen valt te vergelijken met het gebruiken van het programma voor AIR-bureaubladtoepassingen.

De toepassing instellen

Zorg ervoor dat uw toepassing:

  • Het Application -element gebruikt als de containerklasse in het MXML-bestand (als u een MXML-bestand gebruikt):

    <s:Application xmlns:fx="http://ns.adobe.com/mxml/2009" 
        xmlns:s="library://ns.adobe.com/flex/spark" 
        xmlns:mx="library://ns.adobe.com/flex/mx"> 
     
        <!-- Place elements here. --> 
     
    </s:Application>.
    Belangrijk: AIR for TV-toepassingen bieden geen ondersteuning voor het WindowedApplication -element.
    Opmerking: het is niet nodig een MXML-bestand te gebruiken, u kunt in plaats daarvan ook een ActionScript 3.0-Project maken.
  • Alleen ActionScript 3.0-klassen en -methoden gebruikt die de AIR-profielen tv en extendedTV ondersteunen. Zie Apparaatprofielen voor nadere informatie.

Zorg er bovendien in het XML-bestand van uw toepassing voor dat:

  • Het xmlns -kenmerk van het application -element is ingesteld op AIR 2.5:

    <application xmlns="http://ns.adobe.com/air/application/2.5">
  • Het supportedProfiles -element tv of extendedTV bevat:

    <supportedProfiles>tv</supportedProfiles>

Fouten opsporen in de toepassing

U kunt uw toepassing uitvoeren met gebruik van de AIR Debug Launcher in Flash Builder. Ga als volgt te werk:

  1. Selecteer Run (Uitvoeren) > Debug Configurations (Fouten opsporen in configuraties).

  2. Controleer of het veld Profile (Profiel) is ingesteld op Desktop.

  3. Selecteer Run (Uitvoeren) > Debug (Foutopsporing) om de foutopsporingsmodus te activeren of selecteer Run (Uitvoeren) > Run (Uitvoeren) om de toepassing uit te voeren zonder de mogelijkheden van de foutopsporingsmodus.

Aangezien u het supportedProfiles -element hebt ingesteld op TV of extended TV, verschaft de AIR Debug Launcher een menu met de naam Remote Control Buttons (Toetsen afstandsbediening). U kunt dit menu gebruiken om het indrukken van toetsen op een afstandsbediening te simuleren.

Zie Foutopsporing op afstand met Flash Builder voor meer informatie.

Native extensies gebruiken

Als uw toepassing een native extensie gebruikt, volgt u de instructies bij Takenlijst voor het gebruik van een native extensie .

Bedenk echter het volgende wanneer een toepassing gebruikmaakt van native extensies:

  • U kunt de toepassing niet publiceren met gebruik van Flash Builder. Gebruik ADT om de toepassing te publiceren. Zie Verpakken met ADT .

  • U kunt geen fouten opsporen in de toepassing met gebruik van Flash Builder en u kunt de toepassing niet uitvoeren met gebruik van Flash Builder. Gebruik ADL om fouten in de toepassing op te sporen vanaf de ontwikkelcomputer. Zie Apparaatsimulatie met ADL .