Studieprogrammarapporten gebruiken

Met studieprogrammarapporten kunt u zien hoe leerlingen een studieprogramma en de cursussen en virtuele lesruimten in het studieprogramma gebruiken. Het studieprogrammarapport bevat overzichtsgegevens, zoals hoeveel leerlingen zijn ingeschreven en hoeveel er bezig zijn. Het rapport bevat ook informatie over leerlingen die zijn ingeschreven voor het studieprogramma, bijvoorbeeld hun naam, status en de laatste keer dat ze het studieprogramma hebben geopend.

In het rapport met studieprogrammaobjecten wordt informatie weergegeven per leerobject, meestal een cursus of een virtuele lesruimte. U kunt gegevens zien zoals de naam van het leerobject, het gemiddelde resultaat van leerlingen voor het object en of er vereisten zijn voor deelname. Door gegevens over studieprogrammaobjecten te bekijken, kunt u analyseren hoe leerlingen specifieke objecten binnen een studieprogramma gebruiken.

Studieprogrammarapporten maken

  1. Meldt u aan bij Connect Central en klik op Rapporten.

  2. Klik op Studieprogramma.

  3. Selecteer een studieprogramma uit de trainingsbibliotheek en klik op Volgende.

  4. Klik op Rapportfilters opgeven. (Optioneel) Geef een datumbereik op en/of selecteer een of meer specifieke gebruikersgroepen.

  5. Klik op Rapportvelden toevoegen of verwijderen. Schakel de velden die in het rapport worden weergegeven in en uit.

  6. Klik op Opties. Selecteer het studieprogrammarapport dat u wilt maken: Studieprogrammarapport of Studieprogrammarapport met studieprogrammaobjecten.

  7. Klik op Rapport maken.

  8. (Optioneel) Als u in stap 6 Studieprogrammarapport met studieprogrammaobjecten hebt geselecteerd, klikt u op de naam van een leerobject in het gegenereerde rapport. Als u op een naam klikt, wordt een rapport over het specifieke leerobject gemaakt.

Studieprogrammarapporten lezen

De tabel bevat de specifieke informatie die wordt weergegeven in kolommen in studieprogrammarapporten. Niet alle kolomkoppen komen voor in alle studieprogrammarapporten.

Kolomkop

Beschrijving

Actieve versie

Als er meerdere versies van het studieprogrammaobject zijn, wordt de laatste versie hier weergegeven.

Gemiddelde score

Het gemiddelde resultaat van leerlingen voor het studieprogrammaobject.

Certificaat

Een door het systeem gegenereerd nummer dat aangeeft dat de gebruiker het studieprogramma heeft voltooid en dat de gebruiker een unieke id verschaft. (Een leerling kan alleen een certificaatnummer krijgen als zijn of haar cursusstatus voltooid of geslaagd is.)

Inhoud

Beschrijving van het studieprogrammaobject, zoals presentatie of Flash-filmbestand.

Voornaam

Voornaam van de leerling die is ingeschreven voor het studieprogramma.

Groep

Alle groepen waarvan de leerling lid is, worden hier weergegeven. Op deze kolom kan niet worden gesorteerd.

Laatst geopend

De laatste keer dat de leerling het cursusprogramma heeft geopend.

Achternaam

Achternaam van de leerling die is ingeschreven voor het studieprogramma.

Leerobject

Naam van het leerobject.

Aantal voltooid

Leerlingen die het studieprogramma hebben voltooid.

Aantal ingeschreven

Leerlingen die zijn ingeschreven voor het studieprogramma.

Aantal bezig

Leerlingen die met het studieprogramma zijn begonnen maar dit nog niet hebben voltooid.

Aantal niet gestart

Leerlingen die niet met het studieprogramma zijn begonnen.

Percentage voltooid

Percentage leerlingen met de status "Voltooid" voor het studieprogrammaobject.

Vereisten

Studieprogrammaobjecten die moeten zijn voltooid voordat het studieprogrammaobject op deze regel mag worden geprobeerd.

Verplicht of optioneel

Geeft aan of de leerling het studieprogrammaobject moet voltooien om het studieprogramma te kunnen voltooien of dat het object optioneel is.

Status

Hoe ver de leerling is in de werkstroom van het studieprogramma. De leerling heeft de cursus bijvoorbeeld geopend (Niet gestart), wel geopend maar niet voltooid (Bezig) of voltooid (Voltooid).

Dispensatie

Studieprogrammaobjecten die kunnen worden voltooid in plaats van het object op deze regel.

Type

Beschrijving van het studieprogrammaobject.

Versie

Als er meerdere versies van het studieprogrammaobject zijn geüpload, wordt in deze kolom weergegeven welke versie de leerling heeft gebruikt.