De methoden load() en save() gebruiken

Flash Player 10 of hoger, Adobe AIR 1.5 of hoger

In Flash Player 10 zijn de methoden load() en save() toegevoegd aan de klasse FileReference. Deze methoden zijn ook beschikbaar in AIR 1.5, en de klasse File neemt de methoden over van de klasse FileReference. Deze methoden zijn ontworpen om gebruikers een veilige manier te bieden om bestandsgegevens te laden en op te slaan in Flash Player. AIR-toepassingen kunnen deze methoden echter ook gebruiken als een gemakkelijke manier om bestanden asynchroon te laden en op te slaan.

Met de volgende code slaat u bijvoorbeeld een tekenreeks op als tekstbestand:

var file:File = File.applicationStorageDirectory.resolvePath("test.txt"); 
var str:String = "Hello."; 
file.addEventListener(Event.COMPLETE, fileSaved); 
file.save(str); 
function fileSaved(event:Event):void 
{ 
    trace("Done."); 
}

De parameter data van de methode save() accepteert een tekenreeks, XML -of ByteArray-waarde. Wanneer het argument een tekenreeks of XML-waarde is, slaat deze methode het bestand op als tekstbestand met de codering UTF-8.

Wanneer dit codevoorbeeld wordt uitgevoerd, geeft de toepassing een dialoogvenster weer waarin de gebruiker de bestemming van het opgeslagen bestand moet selecteren.

De volgende code laadt een tekenreeks uit een UTF-8-gecodeerd tekstbestand:

var file:File = File.applicationStorageDirectory.resolvePath("test.txt"); 
file.addEventListener(Event.COMPLETE, loaded); 
file.load(); 
var str:String; 
function loaded(event:Event):void 
{ 
    var bytes:ByteArray = file.data; 
    str = bytes.readUTFBytes(bytes.length); 
    trace(str); 
}

De klasse FileStream biedt meer functionaliteit dan die van de methoden load() en save() :

  • Met de klasse FileStream kunt u gegevens zowel synchroon als asynchroon lezen en schrijven.

  • Met de klasse FileStream kunt u gegevens incrementeel naar een bestand schrijven.

  • Met de klasse FileStream kunt u een bestand openen voor willekeurige toegang (lezen van en schrijven naar ieder willekeurige deel van het bestand).

  • Met de klasse FileStream kunt u het type bestandstoegang specificeren dat u voor het bestand hebt door de parameter fileMode van de methode open() of openAsync() in te stellen.

  • Met de klasse FileStream kunt u gegevens opslaan in bestanden zonder dat de gebruiker het dialoogvenster Openen of Opslaan te zien krijgt.

  • Bij het lezen van gegevens met de klasse FileStream kunt u rechtstreeks andere gegevenstypen dan byte arrays gebruiken.