XML-naamruimten gebruikenFlash Player 9 of hoger, Adobe AIR 1.0 of hoger Naamruimten in een XML-object (of XML-document) identificeren het type gegevens dat het object bevat. Bij het verzenden en leveren van XML-gegevens naar een webservice die gebruikmaakt van het SOAP-berichtenprotocol, declareert u bijvoorbeeld de naamruimte in de openingstag van XML. var message:XML = <soap:Envelope xmlns:soap="http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/" soap:encodingStyle="http://schemas.xmlsoap.org/soap/encoding/"> <soap:Body xmlns:w="http://www.test.com/weather/"> <w:getWeatherResponse> <w:tempurature >78</w:tempurature> </w:getWeatherResponse> </soap:Body> </soap:Envelope>; De naamruimte heeft een voorvoegsel (soap) en een URI die de naamruimte definieert http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/). ActionScript 3.0 bevat de klasse Namespace voor werken met XML-naamruimten. U kunt de klasse Namespace voor het object XML in het vorige voorbeeld als volgt gebruiken: var soapNS:Namespace = message.namespace("soap"); trace(soapNS); // Output: http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/ var wNS:Namespace = new Namespace("w", "http://www.test.com/weather/"); message.addNamespace(wNS); var encodingStyle:XMLList = message.@soapNS::encodingStyle; var body:XMLList = message.soapNS::Body; message.soapNS::Body.wNS::GetWeatherResponse.wNS::tempurature = "78"; De klasse XML bevat de volgende methoden voor het werken met naamruimten: addNamespace(), inScopeNamespaces(), localName(), name(), namespace(), namespaceDeclarations(), removeNamespace(), setLocalName(), setName() en setNamespace(). Met de compileraanwijzing default xml namespace kunt u een standaardnaamruimte toewijzen voor XML-objecten. In het volgende voorbeeld hebben zowel x1 als x2 dezelfde standaardnaamruimte: var ns1:Namespace = new Namespace("http://www.example.com/namespaces/"); default xml namespace = ns1; var x1:XML = <test1 />; var x2:XML = <test2 />; |
![]() |