Met de klasse Capabilities kunnen ontwikkelaars de omgeving bepalen waarin een toepassing wordt uitgevoerd. Met de verschillende eigenschappen van de klasse Capabilities kunt u de resolutie van het systeem van de gebruiker, de taal van het besturingssysteem van de gebruiker en de momenteel geïnstalleerde versie van Flash-runtime opvragen en vaststellen of het systeem van de gebruiker toegankelijkheidssoftware ondersteunt.
Door de eigenschappen in de klasse Capabilities te controleren, kunt u de toepassing optimaal aanpassen aan de omgeving van de specifieke gebruiker. Door de eigenschappen
Capabilities.screenResolutionX
en
Capabilities.screenResolutionY
te controleren kunt u bijvoorbeeld bepalen welke resolutie het beeldscherm van het systeem van de gebruiker heeft en welke videogrootte het meest geschikt is. U kunt ook de eigenschap
Capabilities.hasMP3
controleren om na te gaan of het systeem van de gebruiker het afspelen van MP3-bestanden ondersteunt voordat u probeert een extern MP3-bestand te laden.
De volgende code maakt gebruik van een reguliere expressie om de versie van Flash-runtime die de client gebruikt, te parseren:
var versionString:String = Capabilities.version;
var pattern:RegExp = /^(\w*) (\d*),(\d*),(\d*),(\d*)$/;
var result:Object = pattern.exec(versionString);
if (result != null)
{
trace("input: " + result.input);
trace("platform: " + result[1]);
trace("majorVersion: " + result[2]);
trace("minorVersion: " + result[3]);
trace("buildNumber: " + result[4]);
trace("internalBuildNumber: " + result[5]);
}
else
{
trace("Unable to match RegExp.");
}
U kunt de systeemmogelijkheden van het systeem van de gebruiker met de volgende ActionScript-code naar een serverscript sturen, zodat de informatie kan worden opgeslagen in een database:
var url:String = "log_visitor.cfm";
var request:URLRequest = new URLRequest(url);
request.method = URLRequestMethod.POST;
request.data = new URLVariables(Capabilities.serverString);
var loader:URLLoader = new URLLoader(request);